Kees Engelhart – HET IS ZEVEN UUR IN DE AVOND EN OP HET GEMEENTEHUIS IS HET STIL
Het is half zeven in de vroege avond
Mevrouw Leenschat van Bodegraven is ingedut
Behagelijk weggezakt in haar gemakkelijke stoel
Bij het raam
De lente is pril en de late zon schijnt nog
Fritzi ligt in elkaar gerold op mevrouw Leenschat
Van Bodegraven haar schoot
Zachtjes snurkt ze met lange adem pauzes tussen
De snurkjes in
Stil is het in huis
Om tien over half zeven plotseling
Wordt mevrouw Leenschat van Bodegraven
Met een schok wakker
Onwillekeurig denkt ze aan van Putten
Onmiddellijk springt Fritzi van haar schoot
Mevrouw Leenschat van Bodegraven rekt zich uit
En staat op
In de keuken wast zij haar bord kopje lepel mes
En vork af
De verpakking van de eenpersoonsmaaltijd werpt
Mevrouw Leenschat van Bodegraven in de afvalbak
De kwaliteit van de vergaderingen op het gemeentehuis
Bevalt mevrouw Leenschat van Bodegraven de laatste
Tijd helemaal niet meer en zeker niet in mevrouw Leenschat
Van Bodegraven haar functie van gemeentesecretaris
De tijden zijn zo veranderd waar zijn de zuivere en degelijke
Herenpakken en de elegante damesmantels gebleven
Al die felgekleurde stropdassen en die vlotte pakken
Al dat gedraai ten bate van zichzelf alleen heden ten dage
Mevrouw Leenschat van Bodegraven zucht eens diep
En zonder dat mevrouw Leenschat van Bodegraven het
Aan voelt komen zegt zij plotseling
Bah
Licht verbaasd over haar kleine verbale uitspatting
Zet mevrouw Leenschat van Bodegraven zich even
Later aan tafel
Uit de half gevulde fles mezcal die zij uit de keuken
Heeft meegenomen schenkt mevrouw Leenschat
Van Bodegraven zich een klein glaasje in
Vervolgens rolt zij zich een kleine kruidensigaret
Het laatste zonlicht van de dag valt zwakjes
Haar kamer binnen
Fritzi is opnieuw in slaap gevallen
Nu op de handgebreide trui die mevrouw Leenschat
Van Bodegraven gisteren zomaar heeft
Laten slingeren
Weer een vriendin erbij.
Reken maar
Groet
Mila Fertek