Kees Engelhart – Fantastische Vertellingen (41): ZO LEUK IS DIE PRIJS NU OOK WEER NIET
Vandaag worden de mensen die weer in grote getale gekomen
Zijn totaal verrast vanwege het feit dat ik iets zeer ongewoons
Laat gebeuren
Ik ben juist met mijn solo begonnen maar in plaats
Van een verhaal over iemand te vertellen spreek ik
Alsof ik die man zelf ben en ik spreek tegen het koor
Gelijk zij vrienden van mij zijn die ik zojuist nog
Op straat bij de winkels heb ontmoet
Dit wat ik doe is heel vreemd zij hebben nog nimmer
Gehoord van toneelstukken of toneelspelen tot deze middag
Is er nog nooit een toneelstuk geweest en nu nu
De prijs moeten worden uitgereikt lijkt het er sterk op
Dat men mij de prijs gaat toebedelen wat een eer
Voor mij
Maar nu al is er kritiek een man van aanzien zegt mij dat een
Man die voorgeeft een ander te zijn een leugenaar moet zijn
En of ik mij niet schaam de leugen te bedrijven en dan nog wel voor
Zoveel mensen
Ik antwoord hem dat ik er geen kwaad in zie aangezien
De man die ik voordeed te zijn geheel en al was gespeeld
Nu slaat de voorname burger woedend met zijn staf op de grond
En hij voegt toe terwijl hij opstaat
Wanneer wij deze dingen als spel zo u zegt toelaten zal dit op een
Kwade dag de muren van onze stad machteloos af doen laten brokkelen
En dat wij dat onze beschermvrouwe nooit aan mogen doen
En hij foetert en sputtert maar door
De spelende mens wordt benijd.