Kees Engelhart – De Venus van Montparnasse
Alles wat ik nodig heb is een ui, een stuk brood en een fles rode wijn. En ik zal altijd iemand vinden die mij dat bieden zal!
Alice Ernestine Prin, beter bekend onder de naam Kiki de Montparnasse, wordt geboren op twee oktober in het jaar onzes heren negentienhonderd en een, zijnde een onwettig kind. De barensweeën van haar moeder komen zo snel dat Alice Prin letterlijk op straat geboren wordt. Alice wordt opgevoed door haar grootmoeder, aangezien haar moeder zich niet lang na haar geboorte naar Parijs begeven heeft om een karig inkomen bijeen te sprokkelen. Op twaalfjarige leeftijd vertrekt ook het frisse boerenmeisje naar de grote stad Parijs om bij haar moeder te gaan wonen en trachten iets te verdienen. Haar eerste baantje vindt zij bij een drukker, waar zij, hoe toevallig en voorspellend, kopieën van de Kama Sutra inbinden mag. Later is Alice bakkersmeid bij een bakker die stripteases voor haar opvoert en zinnenprikkelende moppen vertelt, wat leidt tot een vechtpartij met de bakkersvrouw en, uiteraard, ontslag.
Alice is gelukkig in het kostbare bezit van een verpletterende plattelandsfrisheid, die de bewoners van de Parijse hoofdstad verbleken doet en de Parijzenaren er uit laat zien als muffe stropoppen. Haar stevige en desondanks bekoorlijke vormen trekken al snel de aandacht van menig kunstenaar in de broeiende en bloeiende kunstenaarswijk Montparnasse waar Alice meestentijds op zoek naar werk is. Het werk dat zij zoekt wordt op verzoek van een oudere beeldhouwer vervangen door het naakt voor hem poseren, waar zij een fijn zakcentje aan overhoudt. Dit brengt haar moeder ertoe om onverwijld en onaangekondigd de studio van de beeldhouwer binnen te stormen en haar dochter voor hoer en wat al niet meer uit te maken. In één moeite door wordt haar de toegang tot het huis van haar moeder ontzegd.
Vanaf dat moment slaapt Alice op straat, maar meestal in de hooibergen achter het station van Montparnasse, zij wast, verschoont en frist zich op in de vele cafés die Montparnasse rijk vermag te zijn! En het is daar waar zij de kunstenaars ontmoet die Alice meesterlijk zullen heruitvinden als Kiki de Montparnasse, haar bijzondere loopbaan heeft zich een aanvang genomen, Alice heeft nog maar juist de aanvallige leeftijd van veertien jaren bereikt. Haar opkomst, als schildersmodel, is eveneens spoedig aanstaande, en zal ongeveer als volgt hebben plaatsgegrepen: in een uitgestorven etablissement in Montparnasse zit aan een tafeltje alleen een stevig, fris, blozend en, naar het toeschijnt, goedhartig boerenmeisje. Zij wordt opgemerkt door de schilder Chaim Soutine, die onmiddellijk door Alice is gefascineerd. Zonder omwegen vraagt hij haar zijn model te worden, en alzo geschiedt! Haar carrière neemt uiteindelijk een beslissende wending wanneer Soutine haar na enige tijd omdoopt tot Kiki: de Venus van Montparnasse is geboren.
Uiteraard is Soutine niet de enige kunstenaar die haar opmerkelijke kwaliteiten op juiste waarde weet te schatten! Vele kunstenaars volgen hem na, waaronder Utrillo, de bastaardzoon van Renoir of Degas, Kisling, Cocteau, Foujita, Toulouse-Lautrec, Gwozdecki, Mandel, Gargallo, Picasso, Pascin, Derain, Dominguez, Modigliani en, om vooral niet te vergeten, de schilder-fotograaf-cineast Man Ray.
Deze laatste zal een der beroemdste foto’s uit de kunstgeschiedenis op zijn naam schrijven, voor welke foto Kiki zowel de inspiratie alswel het model vermocht te zijn. U kent die zwart-wit foto vast wel, de zittende vrouw met op de rug getekende muzieksleutels van een cello, Le Violon D’Ingres, een onvergetelijke foto! Daarnaast vormen Man Ray en Kiki de Montparnasse voor de duur van zes jaren een in het oog springend liefdespaar tussen de bohemiens, vrijdenkers en de kunstenaarskringen die de straten, pleinen, cafés en theaters van Montparnasse, gelegen aan de linkeroever van de Seine in het mondaine Parijs van de twintiger jaren, onstuimig bevolken,
Kiki is Man Ray’s spetterende en vonkende muze. Kiki de Montparnasse is eveneens een graag gezien gast in de salon van Gertrude Stein aan de Rue de Fleurus waar zij Guillaume Apollonaire, Henri Matisse, Ernest Hemingway –die later nog het voorwoord bij haar biografie zal verzorgen- en vele anderen tot haar vrienden rekenen mag. Het Dadaïsme begint zich in te wisselen voor het Surrealisme. Het is een enerverende, wilde en exotische tijd die menig kunstzinnige explosie tot gevolg heeft gehad.
The Roaring Twenties, jawel!
Kiki de Montparnasse poseert vaak naakt, vreemd genoeg voelt zij zich, zeker voor zo een vrijgevochten vrouw, tijdens het poseren altijd wat verlegen, omdat zij vrijwel geen schaamhaar heeft, zo wordt gezegd! Nonsens natuurlijk voor een vrouw die het dragen van slipjes als iets burgerlijks beschouwt. Kijk maar eens naar die foto’s, zien wij daar een verlegen Kiki? Welnee! En ook met dat schaamhaar valt het best wel mee.
Kiki vult haar verdiensten wat aan door het, als cabaretière, zingen van pikante liedjes in nachtclubs, waarbij zij stilletjes hoopt een ster te worden zonder te beseffen wat voor een ster zij in werkelijkheid al is. Een en ander dankzij haar kunstzinnige vrienden die haar talloze malen vereeuwigen. Zelfs maakt Kiki een korte trip naar Amerika om haar toekomstig sterrendom nog wat kracht bij te zetten, van haar zangkwaliteiten moet Kiki het waarlijk niet hebben, dat meent Kiki zelf heel goed te weten, filmster, jazeker, gaat zij worden. Het uitstapje naar Amerika wordt een prettig fiasco. Op de dag dat Kiki haar screentest bij Paramount doen moet, vindt zij het nuttiger en prettiger om te gaan winkelen. Later verklaart zij monter: ‘Films zijn fijn om naar te kijken, niet om te maken!’
Kiki de Montparnasse keert licht gedesillusioneerd, maar opgewekt als altijd naar de oude wereld terug, naar haar Parijs, de enige plek ter wereld waar zij werkelijk aarden kan.
Langzamerhand, haar regeerperiode duurt ongeveer een decennium, begint haar schoonheid te verwelken, Kiki de Montparnasse wordt wanstaltig dik, de obesitas heeft haar genadeloos te pakken en haar gelaatstrekken worden dof en grof. Haar glorietijd als de Venus van Montparnasse is, dat beseft zij maar al te goed, voor altijd voorbij. Langzaam maar gestaag raakt Kiki de Montparnasse in de allesvernietigende greep van absint en cocaïne. Uiteindelijk wordt Kiki de Montparnasse een mondaine, maar tevens tragische persiflage van zichzelf. Om haar verslavingen te bekostigen zingt zij voor de toeristen in de cafés waar zij vroeger schitterde, dansend op de tafels, uitdagend, scabreus haar rokken -waaronder zij niets droeg dan lucht, om er ook maar helemaal zeker van te zijn zelfs het geringste te verhullen- optrekkend voor de gasten!
Kiki de Montparnasse sterft uiteindelijk, ogenschijnlijk, geheel verarmd, eenzaam en door iedereen verlaten op de al te jeugdige leeftijd van slechts een en vijftig aardse jaren. Een gotspe. Haar begrafenis wordt betaald uit een gezamenlijke inzamelingsactie van de café-eigenaren in het zesde arrondissement, Kiki is straatarm, zo neemt een ieder gevoeglijk, maar onwetend aan.
En dan dit!
Verborgen onder het bed op haar zolderkamer worden na haar overlijden schilderijen en tekeningen gevonden die een vrijwel onschatbare waarde vertegenwoordigen, het zijn de geschenken van de beroemde kunstenaars die haar in haar jeugd aanbeden hadden. Alice Ernestine Prin heeft ze nooit te gelde willen maken, de tastbare bitterzoete herinneringen die de schilderijen en tekeningen opriepen, waren haar meer dierbaar dan al het geld ter wereld! Waarmee maar weer feilloos is aangetoond dat geld veel vermag, maar niet alles. En al zeker niet in de wereld van de schone kunsten en haar illustere bewoners.
Aldus werd de hemel, of de Olympus, opnieuw een godin rijker: de Venus van Montparnasse
Foto: Man Ray – Kiki de Montparnasse © Man Ray Estate: Artists Rights Society (ARS), New York: ADAGP, Paris , http://www.lacma.org
Plaats een reactie