Kees Engelhart – De onbaatzuchtige hoer de schilder en de zwarte dood
Wij schrijven het jaar onzes heren zestienhonderd en twee en veertig. Rembrandt zijn meesterwerk De Nachtwacht is voltooid, maar wordt tot zijn teleurstelling zeer mat ontvangen. Daarnaast komt zijn jeugdige vrouw Saskia van Uylenburg te overlijden om de geteisterde kunstenaar achter te laten met hun eenjarig zoontje Titus. Helaas zijn er bepalingen in Saskia haar testament opgenomen dat Rembrandt zijn inkomen uit haar bezittingen verliest wanneer hij opnieuw zal trouwen. Een gotspe. Rembrandt van Rijn, door God gezegend schilder, zal nooit meer in het huwelijk treden.
Wij kunnen zonder al te veel schroom vaststellen dat een en ander zijn eerstmaals zo succesvolle kunstenaarsloopbaan weinig goed heeft gedaan. Ernstig bezwaard door nare schulden, alsmede de zorg voor de kleine Titus, maakt Rembrandt drie moeilijke jaren door.
Hier nu behoort in werkelijkheid Geertje Dircx aan bod te komen, zij is er die jaren geweest, vervulde een rol vergelijkbaar met die van Hendrickje, maar zal verder in deze kleine beschouwing geen rol spelen; zij was een op geld beluste, in de ogen schrijver dezes althans, en nare vrouw, die Rembrandt nog veel latere narigheid heeft bezorgd en bovendien gaat het hier om niemand minder dan de heldin van dit epistel: Hendrickje Stoffels.
‘De oude weduwnaar’, zoals Rembrandt zichzelf betitelde, wordt letterlijk en figuurlijk gered door Hendrickje Stoffels. Hendrickje is een beslist niet mooie, maar zeker stevige jonge vrouw, drie en twintig jaren jong, ongeletterd en in ruime mate voorzien van, zeker voor een schilder, aantrekkelijke vormen. In het jaar zestien honderd en zeven veertig is zij als dienstmeisje bij Rembrandt in dienst gekomen. Echter in de nieuw ontstane situatie wordt het snel duidelijk dat Hendrickje over vele andere uitzonderlijke kwaliteiten blijkt te beschikken.
Onder het dak van Rembrandt zijn prachtige huis aan de destijds St Antoniebreestraat, nu Jodenbreestraat, vervult Hendrickje vele rollen, die zij alle met volle overtuiging vervult. Zij is huishoudster, kinderverzorgster voor de ziekelijke, zwakke en tere Titus, toegewijd minnares van haar werkgever ‘De oude weduwnaar’, aanminnig moeder voor hun dochter Cornelia, beheerster en redster van al zijn zakelijke aangelegenheden en, niet de minst belangrijke van al haar rollen, het gedenkwaardige en onvergetelijke model voor enkele van Rembrandt zijn meest briljante schilderijen zoals daar zijn: Badende vrouw, Meisje voor het raam en Batsheba.
Het moge een schande heten dat Rembrandt nooit met Hendrickje heeft kunnen of willen trouwen.
Desondanks blijft Hendrickje Stoffels Rembrandt trouw, zelfs nadat zij, aangezien de burgemeester van Amsterdam, Cornelis Jan Witsen, zijn lening aan Rembrandt terugeist, waarop Rembrandt zich failliet laat verklaren, het prachtige huis moeten veilen. Jaren en jaren heeft Rembrandt boven zijn stand geleefd, veiling na veiling stroopte hij af op jacht naar exotische voorwerpen, dure kleding en allerhande snuisterijen. Het huis gaat drie keer onder de hamer eerdat het is verkocht. De veiling levert elfduizend hulden op, Rembrandt heeft het voor dertienduizend gekocht en slechts drieduizend afbetaald. Aldus blijven de schulden bestaan. Rembrandt had het huis, ware hij niet zo kunstgulzig geweest, makkelijke kunnen kopen. Het gezin verhuist naar de bescheidener Rozengracht.
Hendrickje doorstaat het allemaal en zij zal vanaf dat moment meer en meer de zakelijk belangen van de familie meer dan nauwgezet behartigen. Een wonder van een vrouw. Dan bereikt Titus de aanvallige leeftijd van veertien jaren, wat een geweldige uitkomst zal blijken te zijn. Hij is wettelijk gezien rijp. Hendrickje en Titus richten een kunsthandel op om het werk van Rembrandt te kunnen verkopen zonder inmenging van de grote meester zelf, ‘De oude weduwnaar’ is uiteindelijk in dienst door zijn huishoudster en zijn jeugdige zoon genomen, een vennootschap zonder weerga is geboren. Rembrandt ontvangt zakgeld en dat is dat! Een opmerkelijke, gelukkige en succesvolle constructie, Rembrandt wordt actiever nu hij zich weer op de schilderkunst alleen hoeft te richten, welke hernieuwde activiteit werkelijk fantastische werken van schilderkunst heeft opgeleverd. Voorwaar een der grote prestaties van Hendrickje Stoffels.
Ongeveer vijftien jaren heeft Hendrickje lief en vooral leed met Rembrandt gedeeld. In het jaar zestienhonderd en vier en vijftig, om maar een klein voorbeeld te berde te geven, moet Hendrickje voor de Kerkenraad verschijnen aangezien zij met Rembrandt leeft in ‘hoererij’. Rembrandt zelf ontspringt de dans, ‘De oude weduwnaar’ behoorde uiteraard niet tot het betreffende kerkgenootschap. Altijd en altijd was Hendrickje de klos, de immer voortdurende tegenslagen echter droeg Hendrickje als een volksvorstin, om haar sterker te maken dan welke der krachtige vrouwen dan ook.
Het lot, een, zoals u wellicht weet, weinig tot de verbeelding sprekende figuur, weigert echter hardnekkig Hendrickje genadig te zijn. De doodsklokken zullen dan ook spoedig voor Hendrickje luiden, Hendrickje is nog geen veertig jaren oud. In Amsterdam grijpt een pestepidemie ruw om zich heen om ook Hendrickje met de zwarte handen dodelijk te betasten. In de Westerkerk, op de vier en twintigste juli van het jaar onzes heren zestienhonderd en drie en zestig, wordt Hendrickje Stoffels begraven in een door Rembrandt gehuurd graf. Hij geeft haar lichaam aan de aarde prijs voor het verbazingwekkende bedrag van tien gulden en drie stuivers. Hendrickje Stoffels: een hoer van wereldklasse, die de mensheid niets dan goeds heeft gebracht, Moge Hendrickje Stoffels comfortabel rusten in eeuwige vrede, dat is alles wat wij U vragen.
Hendrickje Stoffels,een “vrouw”van wereldklasse.
Juist!