Karin Veraart – THE LIVING ROOM: Terug in de kamer van Bart van de Ven
Bart van de Ven is er vier jaar tussenuit geweest, ‘een lang soort sabbatical‘, maar hij is weer terug met The Living Room….
In september 1993 stopte Van de Ven met zijn galerie, die in de jaren tachtig was uitgegroeid tot een van de spraakmakendste van Nederland. Begonnen daadwerkelijk in zijn huiskamer, tussen het wasgoed zo ongeveer, samen met Peer Veneman aan de Wagenaarstraat in Amsterdam Oost; daarop verhuisd naar een pakhuis in de Jordaan, waar fameuze tijden aanbraken, met naast de aanvankelijke Brabantse club, mensen als Rob Scholte, Aldert Mantje en Harald Vlugt uit Amsterdam. Na twaalf en half jaar had Van de Ven er even genoeg van: altijd maar druk, conflicten met kunstenaars, geldzorgen.
Hij heeft door België gezworven, veel boeken gelezen en is wedergekeerd. Aan de Nieuwezijds Voorburgwal geeft hij opnieuw een stuk woonruimte op ten faveure van een expositieplek met een tafel. Zijn eerste tentoonstelling is gewijd aan werk van Brabander Giovanni Dalessi.
En daar zit hij nu, nog een beetje onwennig. Vroeger leek het wel of mensen meer tijd hadden. Je ontmoette elkaar op straat, kunstenaars kwamen bij elkaar langs. Nu is iedereen druk, met kinderen ook. Hij heeft natuurlijk kennissen uit de dagen van toen. Maar het is toch anders en sommige verzamelaars van vroeger zijn dood.
‘De sfeer van de galerie destijds werd bepaald door de generatie, die was geboren in de jaren vijftig. Nu zijn het mensen uit de (late) jaren zestig, die de dienst uitmaken.’ Tv en videokunst, installaties, in zekere zin consumptiever, met de consumptiemaatschappij als onderwerp soms. Prima, zegt Van de Ven, maar het is niet die kunst. waarop hij zich richt.
‘Nu moet ik voorzichtig zijn, ik wil geen CDA toon aanslaan. Maar wat mij betreft moet kunst niet puur anekdotisch zijn, of een (levens)kunstje, maar het moet een bepaalde, extra betekenis hebben.’ Niet per se in religieuze zin, verduidelijkt hij, maar een werk moet zijns inziens aanleiding geven tot zekere bezinning.
Van de Ven is een ‘enorme fan‘ van de laat negentiende en begin twintigste eeuwers, ziet veel in een tentoonstelling als bijvoorbeeld Paris-Bruxelles, Bruxelles-Paris, over de de kunstzinnige wisselwerking tussen Frankrijk en België van 1848 tot 1914. Van de Ven zoekt het dichtbij, België, Noord-Brabant waar hij vandaan komt, Keulen wellicht; New York en San Francisco hoeven niet direct.
Giovanni Dalessi (1964), met hem wilde hij beginnen. Sommige van de schilderijen herinneren in thematiek, compositie en kleurgebruik aan de Renaissance. Een madonna gehuld in blauw met lelies langs haar gezicht, en, het grootste doek van de expositie, een vrouw in een ossenbloed rood gewaad tegen een achtergrond van ranke cypressen en een meer.
‘Dat doek groeit‘, zegt Van de Ven. Je blijft er inderdaad naar kijken, ook al omdat de vrouw geflankeerd wordt door een levensgrote bullterriër, in de vacht. waar de kleur van de jurk enigszins weerspiegelt.
Dalessi durft religiositeit in zijn werk te leggen, zegt Van de Ven, en tegelijkertijd zit het vol humor, en ook lulligheidjes. Aarzelt even en zegt: ‘Een plaatsbepaling, dat is waarschijnlijk de meest adequate omschrijving voor deze eerste tentoonstelling.
‘De twee volgende zijn overigens bijna rond: schilderijen van Nour-Eddine Jaram en etsen van Pieter Alwijnse. Met de eerste werkte hij al eerder samen. Benadrukt: ‘Veel uitgangspunten zijn dezelfde gebleven.’ Net als de naam van de galerie. ‘Dit leven is te kort om van naam te veranderen.’
The Living Room, werk van Giovanni Dalessi. T/m 17 januari. Nieuwezijds Voorburgwal, 338 II, Amsterdam. Open: woensdag – zaterdag 1400-1800
De Volkskrant, 10 december 1997, 00:00
Plaats een reactie