Justa van den Bulk – Instructies voor installaties: Een handig formulier
Een installatie kunstwerk uit het depot weer op de juiste manier opstellen, dat kan lastig zijn voor een museum. Behalve als er goed genoteerd staat hoe dit hoort te gebeuren. Gelukkig komt daar binnenkort een handig formulier voor.
Stel, je loopt in een museum een zaal binnen en je stuit op een grijze roodstaart papegaai in een kooi tussen twee Areca palmen, naast een vitrine met daarin een opengeslagen boek. Ondertussen hoor je een opname
waarop de kunstenaar een gedicht voordraagt. Dan bevind je je in een kunstinstallatie. Een installatie is dus een kunstwerk dat uit meerdere onderdelen bestaat, die in onderlinge samenhang staan opgesteld. Die onderdelen zijn veelal van verschillende materialen en met verschillende technieken gemaakt. Een installatie komt pas tot zijn recht wanneer deze precies zo is neergezet als de kunstenaar het heeft bedoeld. Vooral complexe installaties, die uit veel delen bestaan, vragen daarom om een gedegen documentatie. Welke documentatie een museum precies nodig heeft om een installatie kunstwerk op de juiste manier op te kunnen stellen, dat zoekt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed momenteel uit.
Tentoonstellingsmakers tonen namelijk steeds vaker interesse in gecompliceerde installaties uit de kunstcollectie van de staat die de Rijksdienst beheert. Het blijkt dat het opstellen daarvan niet altijd gemakkelijk is. Een sprekend voorbeeld is A virus of sadness: The virulence of loneliness van Lydia Schouten, uit 1990. Deze installatie bestaat uit onder andere vier monitoren, twee lichtgevende fauteuils, tien clowns koppen en meerdere foto’s. In 2012 wilde de organisatie van een Biënnale in de Italiaanse stad Ferrara, met kunst van louter vrouwen, het werk installeren. In de documentatie van deze installatie staat de wens van de kunstenaar genoteerd om A virus of sadness in een groen geschilderde ruimte te tonen. De locatie in Ferrara kon aan deze eis niet voldoen. In overleg met Schouten is toen besloten om door middel van groene belichting het beoogde resultaat te benaderen. De Rijksdienst vulde vervolgens de documentatie van A virus aan: in plaats van groene verf kan er ook groen licht gebruikt worden.
Tot in detail
Verschillende musea kampen met dezelfde onduidelijkheden bij het her opstellen van kunstinstallaties. Samen met het Centraal Museum in Utrecht, De Hallen Haarlem, het Stedelijk Museum Schiedam, het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven ontwikkelt de Rijksdienst daarom op dit moment een formulier. Hierop kan een museum het opstellen van een installatie tot in detail beschrijven, samen met bijzonderheden over de verwerving ervan, haar conditie en een eventuele restauratie.
Het formulier bundelt de informatie van alle betrokkenen, zoals behoud medewerkers, conservatoren en restauratoren. Saskia Stokhof, coördinator collectieregistratie bij het Stedelijk Museum Amsterdam, ziet het formulier daarom als een middel om de interne communicatie te versterken. Het formulier omvat het gehele museale proces en ondersteunt daarmee de werkprocessen binnen de organisatie en de samenwerking in een multidisciplinair team. Collectie beheerder Arthur van Mourik van het Centraal Museum bekent dat het formulier kan worden ervaren als ‘enorm veel papierwerk’. Dit kun je echter zien als een investering, die zich later bij het opnieuw installeren van het kunstwerk ruim uitbetaalt.
199 onderdelen
Voor een andere installatie uit de rijksverzameling, Rom 87, van Rob Scholte en Sandra Derks uit 1981, had het formulier in de tijd van verwerving goed van pas gekomen. Rom 87 is een collage van 199 onderdelen, die over negen blokken zijn verdeeld. De tekeningen en schilderijen beslaan een muuroppervlak van 44 vierkante meter. De vele delen en de grote, wand vullende opstelling maken het moeilijk om dit werk goed, kosten effectief en op de door de kunstenaars beschreven manier te installeren.
Bij de laatste twee keer, in het Centraal Museum in 2012 en afgelopen jaar in het Van Abbemuseum, was het allebei niet mogelijk om Rom 87 zoals gewenst op één lange muur te bevestigen. In het Centraal Museum is er in overleg met Scholte en Derks besloten een hoek om te gaan. Omdat de instructie summier was, nam het installeren drie dagen in beslag, een kostbare en tijdrovende klus.
Exacte posities
Bij het ophangen in het Van Abbemuseum maakte de Rijksdienst voor Rom 87 een gedetailleerde tekening met x en y assen, om de exacte posities van de papieren vast te leggen. Voor deze installatie is het formulier, waarop ook ruimte is voor foto’s, tekeningen en interviews met de kunstenaar, van grote waarde. Door alle informatie op één plek te bundelen gaat de Rijksdienst ervan uit dat het ophangen van Rom 87 voortaan op een verantwoorde en efficiëntere wijze kan verlopen. Zo zullen musea sneller geneigd zijn om deze installatie tentoon te stellen. Karien Beijers, registrar collecties bij De Hallen Haarlem, is voor haar werkzaamheden op zoek naar standaardisatie van processen. Zij ziet de meerwaarde van het formulier dan ook in het borgen van informatie binnen het museum.
Samen met de musea zal de Rijksdienst de komende periode het formulier testen op gebruiksvriendelijkheid en waar nodig aanpassen. Het streven is dat een museum aan de hand van het formulier een installatie zonder inbreng van de kunstenaar kan opbouwen. Niet altijd is hij of zij nog in leven, bijvoorbeeld. Ook zijn door het formulier de kaders bekend waarbinnen de opstelling van de installatie mag variëren. Zodat het museum zeker weet dat die Areca palmen ook Kentia palmen mogen zijn.
Justa van den Bulk is projectmedewerker bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, j.vandenbulk@gmail.com.
Nadere informatie: conservator Sylvia van Schaik, s.van.schaik@ cultureelerfgoed.nl.
Zie ook http://www.erfgoedmodernetijd.nl.
PDF:
Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2017., Jaargang 9, nummer 1, januari 2017
https://drive.google.com/file/d/0BykV0aKJd5YJUHE0ZlRodkgwMHM/view?usp=sharing
Plaats een reactie