Judith Laanen – HOE ONDERSCHATTE POST PUNK PERIODE UIT JAREN TACHTIG NOG ALTIJD STEMPEL DRUKT OP NEDERLANDSE MUZIEK LANDSCHAP
Dit najaar brengt het onafhankelijke label Smikkelbaard, opgericht door Richard Foster en Marcel van Schooten, alle singles van het ooit invloedrijke post-punklabel Plurex opnieuw uit. Nederlandse post-punk was in de jaren tachtig een belangrijke stroming, die anders klonk dan wat er uit Engeland kwam, zoals Joy Division en Public Image Limited.
Foster (van oorsprong Brits) deed voor zijn postacademische graad aan de Universiteit Leiden onderzoek naar de post-punkgeschiedenis van Nederland. De stroming is volgens hem van groot belang geweest voor de Nederlandse muziekscene: “De Nederlandse post-punkers vonden hun muziek niet alleen van even grote waarde als hun buitenlandse collega’s, maar wilden dat ook laten zien. Daarom ontstond bijvoorbeeld een tijdschrift als Vinyl.” En op artistiek niveau deden ze ook mee: het Nederlandse Minny Pops werd niet voor niets getekend bij Factory Records, het label waar ook Joy Division, New Order en A Certain Ratio bijzaten.
Maar volgens Foster was er toch een groot verschil tussen post-punk hier en daar: “Veel Nederlanders kennen punk alleen van het ‘geen woning, geen kroning’-feestje bij de inhuldiging van Beatrix in 1980, maar post-punk was breder. Het probleem was dat ze niets met muziekmanagement te maken wilde hebben, maar zonder die ondersteuning leek Nederlandse post-punk vanaf het begin doodgeboren. De enige twee bands die dat DIY-niveau konden ontstijgen waren Minny Pops (die dus bij Factory terechtkwamen) en Mekanik Kommando, wat op WEA (het voormalige Warner Music Records) uitkwam.”
Foster ziet wel overeenkomsten tussen punk en post-punk, bijvoorbeeld in de kraakbeweging en de doe-het-zelf-mentaliteit. Maar het grote verschil met buitenlandse punk is volgens hem dat muziek altijd op de tweede plek stond. “Nederlandse punk was een trend die opging in andere sociaal-maatschappelijke uitingen van toen, bijvoorbeeld in het algemene gevoel van ontevredenheid dat toen heerste.”
Plurex
In die woelige tijd maakte Wally van Middendorp, die het Plurex-label oprichtte in 1978, furore met het eerder genoemde Minny Pops – vernoemd naar Mini Pops, een drumcomputer. Naast die drumcomputer gebruikten ze een synthesizer en effecten om unieke staccato, robotachtige nummers te maken. Minny Pops was het meest succesvol in Engeland; in Nederland stonden ze in 1980 in het voorprogramma van Joy Division in de Effenaar. Van Middendorp staat ook bekend als een van de oprichters van de Nederlandse post-punkbeweging Ultra, een afkorting van ‘De Ultramodernen’. Samen met kunstenaar Rob Scholte en schrijver en geluidstovenaar Harold Schellinx organiseerde hij succesvolle kunst- en muziekavonden in clubhuis Aorta in Amsterdam.
Behalve het gebruiken van elektronische instrumenten, pasten de post-punkers ook graag hun instrumenten zelf aan. Want daar draaide het om in post-punk: aan de hoekige, driftige nummers waarmee punk begon werd in de jaren tachtig experimentele elektronica toegevoegd. Die DIY-mentaliteit vinden we bijvoorbeeld terug in de kraakdoos van Truus de Groot, die met haar bands Nasmak en Plus Instruments tot de voorhoede van de Neder-postpunk behoorde. Met haar vingers bespeelde ze kleine metalen plaatjes op een houten doosje, niet groter dan een moderne smartphone. Door het contact en de warmte van haar vingers kon ze klanken maken met het doosje, en dat leverde een typische glitch-sound op die je nergens anders hoorde.
De Groot verruilde in 1981 Nederland voor de Verenigde Staten om daar muziek te maken, maar herinnert zich nog goed hoe verschillend de scenes in Nederland waren. “In die tijd tourde Nasmak veel, en dan kwam je in elke provincie wel een andere punkscene tegen. In de Achterhoek zaten de boze punkers, in Amsterdam de kunstzinnige, in Rotterdam de snobistische en smart-ass punks. In Den Haag had je de elitaire punkers en in Groningen weer de onderzoekers, Zeeland had depressieve punkers en ga zo maar door. Punker zijn in Eindhoven betekende zeer zeker niet hip zijn. Eindhoven, dat overigens zo dood als een pier was, heeft altijd al een andere mentaliteit gehad dan de noordelijke Randstad-steden. Er gebeurde niet zoveel als in bijvoorbeeld Amsterdam of Rotterdam, dus moesten we het zelf doen. De punkrockers die ik kende waren niet hardcore, veel van hen switchten net zo makkelijk naar rockabilly, ska of metal. Men zag ons als boeren. Om hip te zijn ging ik naar Amsterdam en Rotterdam, waar ik mezelf onderdompelde in die scenes.”
De punk-, post-punk- en Ultra-waarden bestaan nog steeds in de Nederlandse muziekscene. Misschien nu wel meer dan ooit, denkt Wally, die een enorme mate van zelfwerkzaamheid opmerkt. “In de jaren zeventig en tachtig waren er ontzettend veel muzieklabels. Nu zijn er door de verandering van het digitale landschap en de andere ideeën die consumenten hebben over het aanschaffen van muziek, veel minder. Artiesten kunnen nu hun eigen muziek via Soundcloud of Bandcamp uitbrengen, ze hebben geen label meer nodig. Aan de andere kant: de live-scene is enorm gegroeid, maar het is voor beginnende bands nog steeds moeilijk om aan de bak te komen. Ze moeten nog steeds zelf avonden organiseren.”
De nieuwe garde
De Rotterdamse band Rats on Rafts komt vaak boven drijven als voorbeeld van de nieuwe lichting Nederlandse post-punk/new wave-bands die het allemaal doen zoals zij het zelf willen. De band oogstte in 2011 veel lof met de rauwe debuutplaat The Moon Is Big en bracht eerder dit jaar schurende opvolger Tape Hiss uit. 16 oktober komt het album in de VS uit op Fire Records, dat bijvoorbeeld ook het label was van post-punkband Pulp.
Zanger David Fagan van Rats on Raft wordt altijd onrustig als zijn band in de post-punkhoek wordt geduwd, maar hij begrijpt wel waarom mensen dat doen. “Voor een groot gedeelte houden we wel van die muziek en hebben wij onze begindagen daar liggen. We maken muziek die voortkomt uit de punk en zich verder ontwikkelt, maar die de energie, boosheid en duisterheid bewaart.”
Een van de voorbeelden van de Rats is de Rotterdamse industriële, experimentele muziekgroep Kiem (een afkorting van Klank Improvisatie Elektronische Muziek), die tussen 1982 en 1987 actief was en een hit scoorde met het nummer The Moneyman. Fagan: “Kiem had ritmes die me doen denken aan wat er later op muzikaal gebied kwam in Rotterdam, zoals de gabber en elektronische muziek.” De groep stond bekend om hun drumstel, dat gemaakt was van de oliedrums, een aambeeld en een scheepsbel van een sleepboot. “Behalve hun industriële geluid hadden ze ook goede liedjes, ze weten hoe je met iets heel basaals iets bijzonders neer kunt zetten.”
Post-punk is breder dan mensen denken dat het is, zegt Fagan. “The Jesus and Mary Chain hebben invloeden tot aan jaren-zestigpop, en PiL haalt invloeden uit reggae, dub en kraut. Je ziet bijvoorbeeld bands met elementen van punkers als The Slits of post-punkers The Raincoats – die hadden een eigen visie en maakten muziek vanuit passie en gevoel. Ik denk dat de Rotterdamse band Venus Tropicaux daar ook wel door beïnvloed is.”
Volgens Foster van Smikkelbaard verdienen huidige Nederlandse labels die zich bezig houden met post-punk en new wave (zoals Subroutine in Rotterdam, Narrominded en Barreuh in Eindhoven) meer erkenning. “Ze vertonen grote overeenkomsten met wat er in de jaren tachtig gebeurde. Ze zwoegen op een vergelijkbare manier en maken plezier op hun eigen voorwaarden, maar beginnen vaak in de marge en worden genegeerd door de Nederlandse pers.”
In september werd de eerste uit de reeks re-releases van Plurex uitgebracht: Daddy Is My Pusher / I’m So Glad Elvis Is Dead van The Tits, Wally van Middendorps eerste band. En eind oktober kan je meewandelen langs de belangrijkste punklocaties in Amsterdam met de Fun No Fun-punkwandelroute. Voor een live eerbetoon moet je wachten tot volgend jaar – Smikkelbaard is bezig met het organiseren van een avond waarop de nieuwe post-punkers van Nederland nummers van de oude garde gaan spelen. We houden je op de hoogte.
Plaats een reactie