Joost van Velzen – Discussie hoort heel erg bij De Bezige Bij
Het zijn rumoerige tijden bij De Bezige Bij. Enkele ontevreden schrijvers stapten op. Adjunct-directeur Francien Schuursma vertelt hoe het zit.
Kijk, daar verlaat net Remco Campert het pand. Francien Schuursma, adjunct-directeur van De Bezige Bij, doet hem uitgeleide. Al bijna 65 jaar is Campert verbonden aan de uitgeverij. Binnen, op de kamer van Schuursma, dampt de asbak met de peuken van de schrijver nog na. Het is gezellig geweest. “De gesprekken met Remco behoren tot de mooiste kanten van mijn vak”, zegt Schuursma.
Minder mooie kanten zijn er ook. Als auteurs niet zo tevreden zijn bijvoorbeeld. En opstappen naar de kleine uitgeverij Das Mag. Of als schrijvers het je kwalijk nemen om in zee te gaan met Abou Jahjah, de omstreden Vlaams-Libanese politicus en auteur. En dat journalisten dan schrijven dat er hommeles is bij de Bij, of zoals deze krant onlangs kopte: ‘Bezige Bij ontpopt zich langzaam tot Ledige Bij’.
U was nogal boos over dat stuk. Waarom?
“Ik vond de kop tendentieus en ik vond het artikel geen recht doen aan de grote rijkdom van dit schitterende huis. Mijn indruk is dat Trouw daar heel goed van op de hoogte is, dus het verbaasde me zeer. Spreken van ‘de ledige Bij’ vond ik nogal bizar en doet de waarheid geen recht.”
Wat doet de waarheid dan wel recht?
“Dat dit najaar de ene na de andere grote Nederlandse roman verschijnt, bijvoorbeeld. Van Stefan Hertmans, Peter Terrin, Ernest van der Kwast, Margriet de Moor, Cees Nooteboom, Marcel Möring en als klap op de vuurpijl op 11 november de immense roman ‘Kwaadschiks’ van A.F.Th. van der Heijden. Dat de ene na de andere auteur in de prijzen valt of op de nominatie staat voor de belangrijkste nationale en internationale literaire onderscheidingen. Dat Stefan Hertmans en Tommy Wieringa juichende recensies krijgen in The New York Times en The Guardian krijgen. Dat ‘Tonio’ is verfilmd en meedingt naar een Oscar, dat drie van de vijf films die deze week meedingen naar een Gouden Kalf voor de beste film zijn gebaseerd op een boek van de Bij. Dat de uitgeverij met de grootste hoeveelheid vertaalde auteurs op de Buchmesse in Frankfurt aanwezig zal zijn. Dat De Bezige Bij, kortom, gezegend is met niet alleen een enorm rijk maar ook heel succesvol literair fonds.”
Blijft staan dat u van doen had met ontevreden en soms zelfs vertrekkende schrijvers. Dat zijn toch feiten?
“Maar er is geen enkele sprake van een leegloop. Een geweldig auteur als Peter Verhelst is onlangs juist van Prometheus naar ons gekomen. En over Remco Campert gesproken: ik denk dat wij met hem het wereldrecord in huis hebben van de auteur die het langst onafgebroken bij één en dezelfde uitgever publiceert.”
De grote namen wil je ook niet kwijt. Heeft De Bezige Bij wel voldoende aandacht voor de kleinere namen?
“Tommy Wieringa en Peter Buwalda waren ooit ook onbekende namen, die hier in huis groot zijn geworden. Jong talent ontdekken is altijd een speerpunt van ons. Ouder talent ontdekken ook, trouwens. Stefan Hertmans en Jan Siebelink hebben hier hun meest succesvolle werk geschreven. Kijk, die bewegingen, van schrijvers die gaan en komen, die zijn van alle tijden. Een uitgeverij moet een beetje swingen en gonzen, je moet ver in het verleden én ver in de toekomst kunnen kijken, het tempo moet hoog liggen, de lijnen kort, en een goed idee moet per direct kunnen worden uitgevoerd. Om dat allemaal goed te kunnen doen, moet je kiezen, dat is zo.”
Yves Petry, Maartje Wortel en Philip Huff vertrokken naar de kleine uitgeverij Das Mag. Wat vindt u van Das Mag?
“Een heel leuke club die zich met veel elan heeft gepresenteerd in het literaire bedrijf. Hoe meer leven in de brouwerij, hoe beter. Het heeft alleen niets te maken met uitgeven zoals een grote literaire uitgeverij met een lange en rijke traditie dat doet, waar ook veel geld en energie wordt geïnvesteerd in het leverbaar houden van oeuvres van belangrijke auteurs, en de uitgeverij daarmee tevens beheerder is van cultureel erfgoed.
“En nee, dat betekent helemaal niet dat wij het laten liggen op het terrein van nieuwe ontwikkelingen. Integendeel. Van alle uitgeverijen hebben wij de meeste volgers op sociale media. Het gaat er bij goed uitgeven vooral om dat je de omstandigheden en de sfeer kunt scheppen waarin auteurs zich senang voelen, en waarin creativiteit kan floreren.”
Dan was er nog de kwestie Abou Jahjah, die u gaat uitgeven, terwijl hij van geen kant deugt, vinden onder meer uw auteurs Jessica Durlacher en Leon de Winter. Hoe heeft u die periode ervaren?
“Zonder twijfel als de meest complexe periode uit de zeventien jaar dat ik hier werk. De reacties die het vastleggen van Abou Jahjah teweegbrachten waren emotioneel, en soms ontluisterend. We vonden onszelf terug in het oog van een mediastorm die extreme vormen aannam, soms op het hysterische af. Het maakte duidelijk hoe gepolariseerd het maatschappelijk debat in Nederland is, maar ook hoezeer onze auteurs betrokken zijn bij de uitgeverij, en hoezeer dit huis een cultureel instituut is, waar journalisten met meer dan gewone belangstelling naar kijken.
“Wij vinden dat De Bezige Bij een uitgeverij moet kunnen zijn waar verschillende stemmen klinken, waar men het hartstochtelijk met elkaar oneens moet kunnen zijn. Wat overigens niet wegneemt dat ik het ontzettend pijnlijk vind als dierbare auteurs het moeilijk hebben met zo’n beslissing.”
Een uitgever doet het ook niet snel goed. De ene auteur wil dit, de andere dat. Je zal maar adjunct-directeur zijn.
“In een literair huis als de Bij zijn persoonlijke relaties essentieel. Het is het allermooiste maar soms ook het meest complexe aan de baan. Als je lang met schrijvers werkt, ontwikkel je vriendschappelijke banden, die heel bijzonder en waardevol zijn. Maar de basis van de relatie is altijd een zakelijke. Als uitgever heb je de dure plicht om het vertrouwen van auteurs waar te maken, maar als dat vertrouwen er niet meer is, dan is het soms beter om uit elkaar te gaan.
“De Bij is gezegend met de allerbeste mensen uit het vak, maar ook wij kunnen niet van elk boek een bestseller maken. De eisen zijn hoger geworden, de inkomsten niet. De Bezige Bij was wellicht ook te groot geworden, er is in voorbije jaren iets te veel gewicht aan die vleugeltjes gehangen. Dat is teruggedraaid naar de menselijke maat. We zijn weer wendbaar en de intimiteit van het literaire uitgeven is terug.”
Trouw, 26 september 2016
Plaats een reactie