Jan Klopstra – WOORDVOERING BIJ AGENDAVERZOEK COMMISSIE S&B STATIONSLOCATIE EN ROB SCHOLTE MUSEUM
Voorzitter,
Laat ik duidelijk zijn. Na de verkiezingsuitslag en al aan het begin van het daarop volgende informatieproces was het voor de VVD een gegeven realiteit dat de missie die zou leiden tot de invulling van de Stationslocatie middels o.a. een nieuw gemeentekantoor een gelopen race was. Een en ander werd op 6 mei nog eens bevestigd toen de motie werd aangenomen waarin het college de opdracht gegeven werd alle activiteiten rond de geplande nieuwbouw van een stadhuis aan de Stationslocatie te staken en zo spoedig mogelijk met een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied te komen. Dit even als verduidelijking vooraf ter voorkoming dat iemand zou kunnen veronderstellen dat bij ons de plaat zou blijven hangen.
Nee, vanavond gaat het over iets wezenlijk anders wat echter wel met verdere besluitvorming of beter gezegd – het uitblijven ervan – over deze locatie te maken heeft. We zijn driekwart jaar verder en moeten constateren dat er qua visie, voorstellen en besluitvorming ten aanzien van deze locatie nog helemaal niets ligt. Het opknappen van het Boerhaaveplein en de tijdelijke invulling van het oude Postkantoor door het Rob Scholte Museum is immers niet gebaseerd op een visie en formele besluitvorming. De raad had daar graag kennis van willen nemen, zeker vanuit het oogpunt van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, transparantie, continuïteit en last but not least: legitimiteit.
Voorzitter,
“We nemen u mee” luidt het credo waarmee de coalitie ons tegemoet treedt. Dat uitgangspunt stellen wij zeer op prijs en wij hebben aan het begin van deze bestuursperiode aangegeven constructief mee te willen denken en te werken aan voorstellen die ons vanuit de nieuwe coalitie worden voorgelegd. Dat heeft de afgelopen periode geleid tot wisselende raadsmeerderheden hetgeen inderdaad in sommige gevallen als zeer verfrissend beschouwd kan worden. Nieuw elan, wij doen er graag aan mee.
Terug naar de aanleiding van het agenderingsverzoek zoals wij dat hebben ingediend.
In de raadsinformatiebrief nr. RI14.0100 d.d. 9 september jl. heeft het college de raad geïnformeerd over de gang van zaken met betrekking tot het voormalig postkantoor. Op dat moment was het voormalig postkantoor in het kader van het gemeentelijke broedplaatsenbeleid middels bruikleenovereenkomsten tijdelijk in gebruik gegeven aan enkele kunstenaars en een decorbouwvereniging. Om het voormalig postkantoor in de toekomst te kunnen benutten als volwaardige expositieruimte voor het thans tijdelijke museum heeft het college destijds de heer Scholte gelegenheid gegeven voor 1 oktober 2014 een bedrijfsplan in te dienen. Hierbij werd de voorwaarde gesteld dat – indien de heer Scholte het niet zou lukken een bedrijfsplan op te stellen of wanneer dat plan niet kansrijk genoeg werd geacht – het pand vrij gemaakt zou worden van gebruikers om volledige vrijheid te hebben bij het zorgen voor een goede invulling van het gebouw en de stationslocatie. Vervolgens werden de gebruiksovereenkomsten verlengd tot 1 januari 2015. Tot op dat moment duidelijk. De raad werd keurig geïnformeerd over de gang van zaken en over waar het college mee bezig was. Wethouder Van Dongen bekrachtigde dit consistente verhaal door in de commissie Bestuur en Middelen van 29 oktober 2014 aan te geven dat dit gebied inderdaad nog steeds een ontwikkelingsgebied is en dat het college voor 1 januari 2015 met een visie zou komen waaruit blijkt dat dit gebied nader bestemd wordt als zgn. “visitekaartje van Den Helder”.
Maar dan komt volgens ons de chute, de bestuurlijke cesuur in dit verhaal. Via een bericht aan de raadsleden en fractievoorzitters van 9 december 2014 van wethouder Kos worden we in kennis gesteld van het feit dat het dossier Rob Scholte Museum – wij blijven het liever het dossier “invulling Stationslocatie” noemen – overgeheveld wordt van wethouder Van Dongen naar wethouder Kos. Argumentatie daarbij was dat een dergelijk project een belangrijke kans is, een schone lei en een nieuwe benadering.
Opzeggingen en dwangsommen waren in één keer van de baan. Over deze gang van zaken heeft de VVD vervolgens schriftelijke vragen gesteld en in eerste instantie de beantwoording daarvan even afgewacht. Je moet ook niet te ongeduldig zijn, is het nietJ
De beantwoording op onze vragen door het college heeft ons teleurgesteld. En dan druk ik me eufemistisch uit.
Eigenlijk kwam de beantwoording op het volgende neer: bemoei je er niet mee, wacht rustig af en ga rustig slapen.
Wat wij hebben gevraagd is inzicht in overleggen, overeenkomsten en besluitvorming in het college die uiteindelijk hebben geleid tot het op 9 december 2014 informeren van raadsleden en fractievoorzitters zoals dat bij monde van wethouder Kos is gedaan. Niet meer, niet minder. Een debat over de invulling van het Stationsgebied kan je pas met elkaar aangaan op het moment dat er initiërende besluitvorming ligt om te komen tot een nieuwe bestemming in dit gebied.
Te elfder ure – afgelopen vrijdagmiddag – hebben wij een startnotitie ontvangen met bijlagen waarin diverse correspondentie is opgenomen die laat zien hoe hier de afgelopen tijd over is gecommuniceerd tussen college, afzonderlijke portefeuillehouders en het Rob Scholte Museum. Hiervoor alsnog onze hartelijke dank. Beter laat dan nooit en jammer dat we dit niet meer op een goede manier in onze fractie hebben kunnen bespreken. Uit de toegestuurde informatie wordt in ieder geval duidelijk:
dat de invulling van het Oude Postkantoor kennelijk leidend is voor een verdere discussie en visie over een nieuw bestemmingsplan;
dat ten aanzien van het college advies Rob Scholte Museum en het college advies over het bezwaarschrift Middenweg er geen sprake is van collegiale besluitvorming;
dat hier kennelijk procedures worden omgedraaid om te komen tot de beoogde invulling;
dat geen antwoord wordt gegeven op de vraag hoe de Stationslocatie in te vullen maar dat dit alleen gaat over het Rob Scholte Museum.
Hierover heen komt dan nog eens de mail van het Rob Scholte Museum van afgelopen zondagavond 21.00 uur. Zeer verwarrend. Welke afspraken zijn nu gemaakt en onder welk mandaat zijn hier handtekeningen gezet? Wat is de rol van de fractievoorzitter van Behoorlijk Bestuur die als getuige in een van de bijlagen wordt genoemd? Wat is de positie van de gemeente in juridisch en financieel opzicht, gezien de elkaar tegensprekende verhalen van wethouder Kos en het Rob Scholte Museum? M.a.w: hoe staan wij als gemeente er nu voor, wat is onze positie annex vertrekpunt? Hoe verhoudt zich de formele besluitvorming door het college met de afspraken die door wethouder Kos met het Rob Scholte Museum zijn gemaakt? Met deze verwarring komt immers ook de positie van de gemeente in het geding. De vraag dient zich aan in hoeverre hier de raad juist en volledig wordt geïnformeerd.
Voorzitter,
Laat ik nogmaals duidelijk zijn. De VVD is op voorhand nergens tegen, ook niet tegen een maatschappelijke invulling op deze locatie. Daarvoor dien je dan wel de juiste weg te bewandelen. Het gevaar bestaat dat men nu driftig een culturele hotspot gaat vormen, ten koste van andere initiatieven die de samenleving op gebied van cultuur ten goede komen, soms al decennia en nog even los van het feit dat we enkele jaren geleden over zijn gegaan tot het rekenen van marktconforme huur, ook in de maatschappelijke sector.
De gemeenteraad dient zich daarom uit te spreken over de volgende zaken:
Wat willen we voor invulling geven op deze locatie?
Wat hebben we daarvoor over?
Hoe ga je dat proces inrichten?
Dit zijn zaken die in een door de raad vast te stellen startnotitie dienen te worden opgenomen. En dan een startnotitie over de hele Stationslocatie. Beginnen bij het begin en niet bij het eindbeeld. Maar zo dus even niet, pas op de plaats.
Voorzitter, dank u wel.
9 feb 2015
Plaats een reactie