Ite Rümke – Verzet tegen eenmalige heruitgave van bloemlezing: Hulde aan Hollands Diep
Het is donderdagmiddag, 22 november 1990. Jaap Holtzapffel, uitgever, 29 jaar, vindt het maar raar, dat er zoveel ophef wordt gemaakt over het feit, dat hij woensdag aanstaande Hollands Diep Revisited wil laten verschijnen. Een eenmalige heruitgave – in twee delen – met wat hij persoonlijk de leukste artikelen vond uit 43 nummers Hollands Diep, een tweewekelijks cultureel en journalistiek blad, dat van 8 november 1975 tot en met 18 juni 1977 verscheen. En sindsdien in de herinnering is blijven doorleven als het beste, aardigste blad ooit verschenen.
‘Een huldeblijk’, zegt Holtzapffel. Een hommage aan de oude redactie, Max van Rooy, Hans Sleutelaar, K. Schippers. Maar ook een ‘lekker maker‘ voor de herintroductie in april 1991. Dan zal Hollands Diep opnieuw verschijnen, met dezelfde formule en frequentie, maar nu onder leiding van Holtzapffel zelf. Wie de oude formule nieuw leven in gaan blazen, weet hij nog niet. ‘Als de heruitgave helemaal is verschenen, het tweede deel komt op 23 januari, dan zullen de auteurs – degenen, die nog naam moeten maken – zich vanzelf bij mij melden!‘ Aangetrokken door de magie van de naam. ‘Ik ben wel eens bang, dat mensen zullen zeggen: die Jaap maakt er een puinhoop van. Als ik het tijdschrift Hollands Diep noem, zal ik het nog wel eens moeilijk krijgen, maar dan houd ik het vol, dat weet ik zeker‘.
Voor het zo ver is staan hem echter nog enkele gevaren te wachten, zoals een verbod op het gebruik van de naam en verspreiding van de heruitgave. Holtzapffel is zich daar van bewust, maar wil het risico toch nemen. Op woensdag de 28ste heeft hij vele gasten genood voor een bijeenkomst in Huize Van Loon (ongeveer de deftigste plek in Amsterdam, waar men een party kan geven) om de heruitgave te vieren. Hij kan zijn gasten toch niet zonder Hollands Diep naar huis laten gaan?
‘De titel is niet van mij. Die berust bij Fieggen, Huese International BV. Maar ik denk niet, dat ze iets zullen doen‘, zegt Holtzapffel bezwerend. Al anderhalf jaar geleden heeft hij oud hoofdredacteur Max van Rooy gevraagd in te stemmen met de uitgave van een Hollands Diep verzamelwerk. Van Rooy zei nee. Aan de uitverkoren auteurs is geen toestemming voor de herdruk gevraagd. Is het niet gewoon een vorm van jatten? ‘Ik zou zelf ook kwaad zijn als ik de oud hoofdredacteur was’, beaamt hij. Maar anderzijds, ‘puur jatwerk‘ is het zeker niet. Als men eens wist hoeveel moeite en werk hij in de heruitgave heeft gestopt, hoe mooi de door hemzelf ontworpen lay out is geworden. ‘Het zou leuk moeten zijn voor de oude redactie, dat ik het opnieuw maak. Ik hoop, dat Van Rooy van mening verandert. Wie weet vindt hij het leuk om me te helpen. Waarom niet? Wilt U hem dat eens vragen?‘
Vrijdagochtend. Van Rooy, adjunct hoofdredacteur van NRC Handelsblad, zegt desgevraagd het een noch het ander leuk te vinden. ‘Holtzapffel kan niet voldoen aan de kreet ‘de beste artikelen van‘. ‘Het is een enorm reservoir, 43 nummers. Als je daar een greep uit wilt doen, is het per definitie een graai. Je doet het blad van weleer ermee te kort. De stukken, die soms literair gehalte hadden, zijn uit hun – journalistieke – context gerukt. Ze waren onderdeel van een geheel, een zorgvuldig per nummer samengestelde compositie’. Daarbij vindt Van Rooy het ook beter de mythe de mythe te laten. ‘Er zat destijds ook veel in, dat ik beter had gewild, de satirische kant bijvoorbeeld. Al moet ik toegeven, als ik nog eens in oude nummers blader, dat het niveau me erg meevalt‘. In een nieuwe twee wekelijkse uitgave gelooft hij evenmin. ‘Door Hollands Diep zijn literatuur en journalistiek dichter bij elkaar gekomen. Iets wat is voortgezet in alle serieuze culturele bijlagen van kranten. Ik zie er geen plaats voor en heb er geen behoefte aan‘.
Vrijdagmiddag. H. Fieggen, destijds uitgever bij Zomer en Keuning (dochter onderneming van Kluwer, waarbij Hollands Diep in 1975 verscheen) en nu onder meer uitgever van het Engelstalige culturele blad Dutch Heights aan de lijn. ‘Ik heb mijn advocaat opdracht gegeven Holtzapffel te schrijven. Wij hebben sinds 1 januari 1989 het recht op de titel en ik voel er niet voor, dat een ander, die gaat gebruiken. Toen we hoorden, dat het ministerie van WVC geen geld meer in Dutch Heigths zou stoppen, hebben we overwogen, of we Hollands Diep weer zouden laten herleven. Voor de zekerheid heb ik de naam toen laten deponeren‘.
Maandagochtend 26 november. Holtzapffel moet inmiddels de brief hebben ontvangen, waarin hem wordt meegedeeld, dat hij zich van publicatie en of verspreiding van welke uitgave dan ook met de naam Hollands Diep dient te onthouden, daar er anders ‘onverwijld rechtsmaatregelen zullen worden getroffen‘. De advocaat van Fieggen verwacht voor het middaguur uur enig bericht.
Twaalf uur: van Holtzapffel is taal noch teken vernomen.
NRC, 26 november 1990
Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jaap+Holtzapffel
https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.32272600X.html/Hollands-diep-revisited–eenmalige-heruitgave–de-beste-artikelen/
https://books.google.nl/books/about/Hollands_Diep_revisited.html?id=pf9QQwAACAAJ&redir_esc=y
https://robscholtemuseum.nl/max-van-rooy-bevrijd-van-de-originaliteit-een-imaginaire-nederlandse-stadsgeschiedenis-in-japan/
Plaats een reactie