Interview met Rob Scholte door Christof Rutten in Het Belang van Limburg 29 en 30 november 2014 (1)
“Mijn kunst is het enige juiste antwoord op geweld”
HASSELT – De Nederlandse kunstenaar Rob Scholte overleefde een bomaanslag, kwam in een rolstoel terecht en zweeg 14 jaar lang tegen de pers. Maar nu niet meer. “Ik heb eindelijk het gevoel dat het weer over mijn werk kan gaan”, zegt hij. Hij spreekt met woorden en beelden in Eastmen Gallery in Hasselt.
Enkele dagen voor de opening in Eastmen schuifelt Scholte over de vloer van de galerij. Zijn rolstoel staat ergens achter hem geparkeerd. Hij geeft aanwijzingen aan zijn assistenten. Hij wil véél tonen: de muren worden volgehangen als in een oud kunstsalon. Een wunderkammer met schilderijen, collages en objecten. Het werk en de exposities zijn nooit gestopt bij Scholte, ook niet na 24 november 1994. Op die dag stappen hij en zijn toenmalige vrouw – model Micky Hoogendijk die zwanger is van hun eerste kind – in hun BMW. Scholte rijdt weg en even later ontploft een handgranaat onder de auto. Scholte verliest beide benen door de klap, Micky Hoogendijk krijgt een miskraam. De daders zijn nooit gevonden. Theorieën genoeg. Scholte beschuldigde zelf een kunstenaar en een dichter van de aanslag. En andere piste legt verbanden tussen het criminele milieu en de kunstenaarskolonie waar Scholte deel van uitmaakt en waar de coke gretig zou zijn rondgegaan. Nog een theorie wijst op een mogelijke vergissing: de bom was bedoeld voor een advocaat die met eenzelfde type BMW, in dezelfde kleur en bijna dezelfde nummerplaat in de buurt geparkeerd stond.
Het maakt van Scholte een BN’er: een bekende Nederlander. In de kunstwereld was hij al een naam. Nationaal én internationaal na deelnames aan onder andere Chambres d’Amis, Documenta en de Biënnale van Venetië. Scholte vlucht weg na de aanslag. Hij verhuist naar Tenerife en praat niet meer met de pers. Tot nu. In Eastmen Gallery steekt hij een sigaret op. Achter hem hangen de grote sigarettenpakjes met daarop geen gezondheidswaarschuwingen, maar boodschappen als: Roken is een filosofie en Samen roken is liefde delen.
Nooit gestopt? “Ooit, negen maanden toen mijn tweede vrouw zwanger was. Maar meteen nadat de kleine was geboren, heb ik een sigaret opgestoken. Voor mij geeft roken een soort indeling van de dag. Als een schilderij klaar is, steek ik er eentje op en dan voel ik een soort tevredenheid. Toen ik niet meer rookte, wist ik niet meer wanneer een schilderij af was en bleef ik maar doorwerken.”
Waarom toont u deze pakjes? “Het zijn positieve rookreclames. Je kan veel zeggen over een sigaret: dat het een kankerstok is, maar ook dat het een soort toverstaf is. Of een vredespijp. Er zijn positieve kenmerken verbonden aan het roken die genegeerd worden door de huidige heersende idee. Ik vind het belangrijk om ook de andere kant te laten zien.”
Redelijk provocerend, niet? “In het huidige tijdsgewricht waarin de overheid zich moeit met allerlei onderdelen van ons privéleven wél. Maar vijftig jaar geleden totaal niet: toen rookte het hele parlement en de Marlboro Man was iemand om naar op te kijken. Hier in Hasselt mocht ik op een terras niet meer roken. En straks mag het niet meer thuis, of in je auto: dat gaat te ver. En dat geldt niet alleen voor roken, maar ook voor andere zaken.”
We zien pakjes, maar ook afbeeldingen van oude luciferdoosjes, en luciferbergjes. “Ja, we kennen geen lucifers meer tegenwoordig: de oude zwavelstokjes zijn vervangen door aanstekers. Het is iets van vroeger. Als je de plaatjes bekijkt en samenlegt, zie je eigenlijk een door de geschiedenis getekende vormentaal. In de collage zitten doosjes uit de nazitijd, uit de communistische periode, doosjes van oliemaatschappijen, Duitse wegrestaurants en de plaatselijke voetbalclub…, noem maar op. Allemaal door elkaar. Zo wordt de hele wereld weerspiegeld, haast als een diamant. Die plaatjes zijn een verdwenen kunstvorm. Het is de taak van de kunstenaar dat niets verdwijnt dat belangrijk is. De lucifers zelf gooide ik eerst in plastic bakken, tot ik het idee kreeg om er vulkaantjes mee te maken.”
Verzamelt u veel? “Ja, ook kunst natuurlijk. Ik heb nu mijn eigen museum in Den Helder. Daar toon ik een mengeling van kunst van tijdgenoten, van mezelf en van volkskunst. Vergeten ambachtsvormen.”
Waarom een eigen museum? “Wat te zien is in de meeste musea begint saai te worden. Het gaat altijd om hetzelfde, de officieel goedgekeurde zaken. Ik wilde ook tonen wat verborgen bleef en belangrijk was. Daarnaast zijn musea tegenwoordig veel te duur.”
U vraagt 2,50 euro entree voor uw eigen museum. “Ja, en mogelijk worden we gratis: dat zijn we aan het bekijken. Als je met je familie naar het Rijksmuseum gaat, betaal je 20 euro per persoon. Dus je bent al snel 80 euro kwijt voor kunst van de nationale collectie: kunst van ons allemaal. En dan heb ik het nog niet over de reiskosten, parking, iets eten… In een tijd van crisis en verarming moet het tegenovergestelde gebeuren: het moet gratis zijn. Ik geloof ook dat musea de oude kerken kunnen vervangen. Een zondagmiddag in het museum, een plek waar je je vrienden treft. Zo was het ooit en zo kan het weer zijn.”
http://www.eastmengallery.be/uploads/images/pers/rob%20scholte/scholte.pdf
Plaats een reactie