Hendrik Jan Korterink – Fred Teeven en Wout van K.
In een interview in Nieuwe Revu, oktober 2006, zegt aspirant politicus Fred Teeven: “Wat ik wel wil zeggen is, dat ik me mateloos heb geïrriteerd aan de bedreigingen aan het adres van Koos Plooy. Dat we dat toen niet hebben opgelost, omdat er geen kroongetuige werd toegelaten. Dat was het ongelijk van toenmalig procureur generaal De Wijkerslooth. Je moet je eigen mensen nooit laten bungelen.”
Dat is een merkwaardige uitspraak. In mijn boek ‘Bom in de Laurierstraat’, over de aanslag op Rob Scholte, heb ik vrij uitvoerig aandacht besteed aan deze kwestie. Het volgende gedeelte komt uit het boek.
Het gaat over de bedreiging van de Amsterdamse officier van justitie Koos Plooy, het zogenaamde onderzoek Blauw. In augustus 2003 was Plooy door een advocaat gewaarschuwd, dat er een aanslag op zijn leven zou worden gepleegd. De advocaat ging daarmee zijn boekje te buiten: het viel onder zijn beroepsgeheim, maar hij vond het te ernstig om er geen melding van te maken, dit wilde hij toch niet op zijn geweten hebben. Plooy nam de bedreiging hoogst – in veler ogen zelfs overdreven – serieus en het leidde tot omstreden veiligheidsmaatregelen in alle justitiegebouwen. Alsof een aanslagpleger alleen zou kunnen toeslaan binnen een gerechtsgebouw. Echt vervelend voor de advocaat was, dat hij de waarschuwing in goed vertrouwen had gedaan, ervan uitgaande, dat Plooy hierover zijn mond zou houden, maar Plooy maakte er meteen werk van en legde allerlei verklaringen af, waardoor de naam van de advocaat inmiddels bekend is bij al zijn confrères en (misdaad)verslaggevers. De advocaat moet nu zelf vrezen voor zijn leven, bovendien is zijn naam in het milieu besmet.
Albanezen
De bedreiging kwam erop neer, dat er Albanese huurmoordenaars op weg waren naar Nederland om Plooy uit de weg te ruimen. De advocaat vertelde Plooy, dat het vermoedelijk te maken had met het onderzoek naar overvallen op geldtransportauto’s van Brinks. Dat leek Plooy vreemd: daar was hij helemaal niet mee bezig. Wél met een andere zaak: het onderzoek naar de vraag, of de bekende Joegoslavische topcrimineel Jotcha J., die al jarenlang in de EBI in Vught gevangen zit, iets te maken heeft met de liquidaties van de Amsterdamse topcriminelen Sam Klepper en Jan Femer. Maar daar wilde de advocaat verder niets over zeggen, vermoedelijk noemde hij Brinks als afleidingsmanoeuvre: het ging hem er alleen om, dat Plooy moest uitkijken, hij kon moeilijk echt zeggen hoe hij het te weten was gekomen. Hij vond, dat hij al genoeg had gedaan, beriep zich op zijn geheimhoudingsplicht en zei tegen Plooy, dat hij hem ‘niet gesproken’ had.
Vertrouwelijk
De advocaat ging ervan uit, dat zijn gesprek in alle vertrouwelijkheid had plaatsgevonden, maar Plooy stapte meteen naar de politie om een verklaring af te leggen. In een interview op televisie vertelde hij enige tijd later, dat hij ‘in het diepste geheim’ was gewaarschuwd door een advocaat, wat tot veel commotie onder de vakbroeders leidde. Bovendien kwam de naam van de advocaat ook terecht in een proces verbaal, dat gebruikt wordt in een openbare zitting, zonder enige poging tot anonimisering. Of er echt sprake van bedreiging is geweest, is niet duidelijk. Er zijn verschillende personen en criminele organisaties genoemd, die het op Plooy gemunt zouden hebben, maar niks concreets.
Kroongetuige
Wat heeft dit nu met Wout van K. te maken? In het artikel in Vrij Nederland van 8 mei 2004 wordt Wout van K. genoemd als de kroongetuige met wie officier van justitie Fred Teeven graag een deal wil sluiten. Van K. beweert, dat hij weet dat Jotcha J. de aanslag op Plooy wilde laten plegen en dat hij daarvoor de bewijzen kan leveren. In ruil voor zijn informatie wil hij, dat justitie de zaak, waar hij zelf van wordt verdacht, laat rusten en dat hij wordt opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma: met een ander uiterlijk en een andere identiteit een nieuw leven beginnen, op kosten van de staat. Dat is duur, maar een veroordeling van Jotcha J. is justitie heel veel waard.
Spreekverbod
Fred Teeven heeft er wel oren naar, maar zijn superieuren Joan de Wijkerslooth, de hoogste baas van het Openbaar Ministerie, en minister Donner, zien er niets in. Het leidt tot verhitte debatten in de media. Teeven is woedend en krijgt zelfs een spreekverbod, Donner en De Wijkerslooth zijn de gebeten honden. Ten onrechte, zo is de strekking van het artikel in Vrij Nederland; ze hebben gelijk, dat ze niet met Wout van K. in zee zijn gegaan, want Wout van K. is een notoire oplichter.
De Wijkerslooth had onderzoek laten doen naar de dreigementen tegen officier Plooy en de betrouwbaarheid van Wout van K. Er moest rekening gehouden worden met de mogelijkheid, dat hij zijn informatie alleen uit de pers had; daarin was de vermeende rol van Jotcha bij de bedreiging en bij de liquidaties veelvuldig aan de orde geweest.
Crimineel
In Vrij Nederland licht Marian Husken het doopceel van Wout van K., die omschreven wordt als een dan 40 jarige ‘goede bekende van de Nederlandse en Spaanse politie en justitie’. Hij is in Utrecht geboren en heeft een lange criminele carrière achter de rug. Vanaf 1994 werkte hij als informant voor de Criminele Inlichtingendiensten (CID) van de politie. Hij zat in de autohandel, was betrokken bij drank en sigaretten smokkel en bij een wiettransport in Rotterdam. Hij pendelde tussen Nederland en de Spaanse Costa Blanca. In april 1999 vertrok hij definitief met zijn hele gezin naar de Spaanse badplaats Altea, waar hij zich toelegde op de import en export van auto’s, daarnaast deed hij in onroerend goed. Hij zocht zogenaamd partners om samen bouwgrond te kopen en om te investeren in nog te bouwen appartementen. Heel wat Nederlanders zijn op die manier hun geld kwijtgeraakt: Van K. was gok verslaafd en verloor soms op een avond meer dan veertigduizend euro.
Bedreiging
Aangifte doen bij de Spaanse politie leverde niets op, gewone burgers kun je straffeloos oplichten. Bij criminelen wordt dat lastiger en Van K. kreeg te maken met bedreigingen. Om zichzelf te beschermen, papte hij aan met de Joegoslaven Mirko Vukmirovic en Alex Bulatov, bekende drugssmokkelaars, die heen weer pendelden tussen Spanje en Amsterdam. Beide beschermengelen ontvallen hem: op 17 mei 2003 wordt Alex Bulatov bij zijn huis in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat geliquideerd, in november wordt Vukmirovic in het Spaanse Altea doodgeschoten. Kort daarna zou Van K. met een pistool op zijn hoofd zijn huis uitgezet zijn door mensen, die hij had opgelicht en gevlucht zijn naar Nederland, waar hij met zijn gezin op een camping verbleef. Toen hij daar in elkaar werd geslagen door slachtoffers van zijn oplichtingspraktijken, kon hij nog maar één uitweg bedenken en in december 2003 meldde hij zich bij justitie. Aldus het artikel in Vrij Nederland.
Bonaire
Mr. Jan Boone is de advocaat van Jotcha J. Zijn cliënt heeft nog altijd iets te duchten van Wout van K., die door justitie op Bonaire is geparkeerd en daar onbereikbaar is, ook voor advocaten. Van K. kan ongestraft alles verklaren wat zijn justitievrienden Teeven en Plooy willen horen: hij heeft zijn zogenaamde informatie over Jotcha van Vukmirovic en die is dood. Er is nog altijd een reële kans, dat Teeven en Plooy toch nog toestemming krijgen een deal te sluiten met Van K. Volgens mr. Boone kent Jotcha J. Wout van K. overigens niet. De enige, die Van K. goed kent, is Koos Plooy: volgens Boone was Van K. al informant in de tijd, dat Plooy nog officier van justitie was in Utrecht en is dat contact altijd in stand gebleven.
misdaadjournalist.nl. datum onbekend
http://www.misdaadjournalist.nl/rapportages/fredteevenenwoutvank.html
Plaats een reactie