Hans Visser – Rob Scholte, de meesterschilder van ’Na ons de zondvloed’
Japanners komen naar Amsterdam om Rembrandts ’Nachtwacht’ te zien. Hoeveel Nederlanders zagen in Japan het werk van Rob Scholte?
Samen met drie collega’s beschilderde Caesar van Everdingen rond 1650 muren en plafond van de Oranje Zaal in het Haagse paleis Huis ten Bosch. Het zijn hallucinerende beelden van een hemel vol engelen en helden. In 1995 voltooit de eveneens in Alkmaar opgeroeide Rob Scholte met zo’n zelfde ’vleiend penseel’, in de exacte kopie van Huis ten Bosch te Nagasaki het grootste schilderij van de 20ste eeuw: ’Après Nous le Déluge’.
Kijkend naar afbeeldingen van zijn werk spreekt de schilder van ’een soort LSD-trip’. Het beeld in een blik vangen? Onmogelijk. ’Après Nous le Déluge’, ofwel ’Na ons de Zondvloed’, beslaat de hele achthoekige ruimte en bedekt een oppervlak van zeker 1500 vierkante meter.
Mozaïekvloer
Daarom wijzen kompassen, ingelegd in de mozaïekvloer, naar het Noorden: daar kan de kijker zijn reis door de zaal beginnen. Vol hoop en verwachting laat daar een kind zijn bootje te water.
Dan volgen er beelden die lijken te zijn gesuggereerd door 17e-eeuwse zeeschilders. Met zeilen bol van de wind razen oorlogsschepen over woedende zeeën, waar bloedig slag wordt geleverd. Door de lucht scheren Apache helikopters en raketten, gemaakt van beursberichten. Wastafels met daarin dobberende scheepsmodellen storten als kogels uit een mitrailleur in zee. Bovenin de ronde koepel, waardoor het zonlicht binnenvalt, reiken gebouwen omhoog naar een hemel vol dieren. De reis eindigt met de apocalypse, waar Jeroen Bosch de regie lijkt te hebben. Dat wil zeggen: zo kijkt de westerse mens. Scholte weet dat Japanners van rechts naar links lezen. „In Nagasaki, waar mensen nog weten, hoe daar in 1945 de tweede atoombom viel, bekijken ze het werk van de ondergang naar de hoop.”
Venetië
In 1990 vertegenwoordigt hij Nederland op de Biënnale van Venetië. Scholte oogst lof, maar de naderende Eerste Golfoorlog legt de kunsthandel plat. Er wordt niets verdiend. Juist dan introduceert Simon Levie, gepensioneerd directeur van het Rijksmuseum, hem in Japan. Op grond waar in 1945 slachtoffers van de atoombom op Nagasaki zijn begraven, verrijst dan Holland Village, een stad met louter kopieën van markante gebouwen uit steden als Hoorn, Leiden en Alkmaar. „Gedoemde grond”, zegt Scholte.
Ook van Huis ten Bosch, door Jacob van Campen ontworpen voor stadhouder Frederik Hendrik, wordt een replica gemaakt. Zij het, dat koningin Beatrix verbiedt dat schilderingen in de Oranje Zaal worden gekopieerd.
Scholte staat dan al bekend als kunstenaar, die met respect voor traditie nieuw verrassend werk maakt. Bovendien werkt hij met assistenten, net als de oude meesters, die in hun ateliers volop leerlingen hadden.
Die stijl ontstaat in zijn academietijd: „De kunst was toen minimalistisch, je zag geen persoonlijke elementen. De punk beweging was daarop een reactie: rouwe explosies van menselijkheid, zonder de pretentie iets nieuws te maken. Doe maar, waar je zin in hebt. Revolutionair, maar ook dat werd een dogma en daar heb ik een hekel aan. Misschien was het juist revolutionair om met fotografische precisie pornoplaatjes na te schilderen.”
Levie herkent in Scholte de ideale kunstenaar voor het Japanse Huis ten Bosch. Hij mag zelf iets verzinnen, als het maar over de historie van de scheepvaart gaat.
Huwelijken
„Ik zocht plaatjes en combineerde beelden, die niets met elkaar te maken hebben. Schepen, beursberichten, wastafels. Want alles mag, als je maar respect heb voor de traditie. Met een computer werd voor die ruimte het ontwerp gemaakt, dat ik uitvoerde met twaalf assistenten uit Europa en Japan, inclusief twee medewerkers van een Amerikaanse vervalser van oude meesters. We kregen er vier jaar voor. In die tijd maakten we van alles mee, van ruzies tot huwelijken. Terwijl we bezig waren, keek het publiek mee. Sommigen kwamen elke week terug.”
Een paar maanden voor de voltooiing verliest hij in Amsterdam bij een nog steeds niet opgehelderde aanslag hij beide benen. Zijn vrouw Micky Hoogendijk blijft ongeschonden, maar gaat niet lang daarna bij hem weg. Genezing en revalidatie vertragen het project, maar Scholte werkt door.
In 1995 is hij klaar. „In die wereld vol kopieën had ik iets nieuws gemaakt, iets wat ik nooit meer zou herhalen. Michelangelo haatte het werken aan de Sixtijnse Kapel, maar ik voelde me na afloop vrij. Ik hoefde niets meer te bewijzen, kon iets nieuws gaan doen, iets anders gaan ontdekken.”
Scholte keerde nooit terug in het Holland van Nagasaki. „Toch gaat dat ooit nog eens gebeuren, samen met mijn vrouw en kinderen.”
’Après Nous le Déluge’ is te zien in Holland Village, Nagasaki. Gefilmde impressies daarvan zijn te zien op YouTube.
Rob Scholte exposeert zijn werk in het Rob Scholte Museum, Den Helder.
https://robscholtemuseum.nl
Noordhollands Dagblad, 17 augustus 2017
PDF:
Hans Visser – Meesterwerk: Na ons de zondvloed, Gooi en Eemlander, 19 augustus 2017
Plaats een reactie