Hans Altman – Rob Scholte Museum naar Hoorn ?
Beeldend kunstenaar Rob Scholte heeft tijdelijk een eigen museum in het oude postkantoor van Den Helder, maar mogelijk moet hij daar weg. Een unieke mogelijkheid om Rob Scholte naar Hoorn te halen. Hoorn is altijd een centrum van en voor burgerlijke kunst geweest. Rob Scholte is bekend geworden door het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië en de wand- en plafondschildering op het ´Huis ten Bosch´ in Nagasaki. Hoorn heeft goede en snelle verbindingen met Amsterdam en Noord Holland. Een ‘Museum Rob Scholte’ in Hoorn is een garantie voor succes. Zo op het eerste gezicht.
Nu zit het Rob Scholte Museum nog in het oude postkantoor van Den Helder. Het postkantoor is in 1965 gebouwd door de architect Jo Kruger. Het behoort, net als het er tegenover gelegen station tot de wederopbouw van de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog. Tien jaar later zou hij nog het echte Huis ten Bosch en Paleis Noordeinde restaureren, maar veel nieuwbouw heeft hij niet meer ontworpen. De wederopbouw architectuur werd gekenmerkt door strakke en functionele vormen en materialen en heeft zeker ook elementen uit de Bauhaus periode overgenomen.
Het oude station van Den Helder uit 1865 was mooier en groter dan ons huidige station in Hoorn, dat pas in 1883 klaar kwam en in Zaandam aansluiting gaf op de bekende staatslijn K van Den Helder naar Amsterdam. In 1958 is het oude station van Den Helder gesloopt en vervangen door een nieuw station van architect G.J. van der Grinten; de eerste hoogleraar Industriële vormgeving. Tevens bouwer van functionele kerken. Menigeen wil deze voorbeelden van wederopbouw architectuur behouden.
Het kunstklimaat in Noord Holland Noord is niet op moderne kunst gericht in de vorm van het toegankelijk maken door middel van musea. Den Helder, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Zaandam hebben geen musea die gericht zijn op ontwikkelingen in de kunst na de Tweede Wereldoorlog. De musea in deze steden hebben allen een historische bestemming; vaak gericht op de eigen streek. Pogingen een museum voor realistische kunst in Noord Holland te vestigen, hebben in 1997 geleid tot het ‘Scheringa’ Museum maar dit moest in 2009 door een faillissement weer sluiten. Het in mijn vorige column gememoreerde plan in Hoorn een Kunstencentrum op te richten zal niet snel van de grond komen in het politieke klimaat dat in Westfriesland domineert. De moderne kunst wordt in Noord Holland Noord overigens gerepresenteerd door galeries. En dat zal het lastig maken een stevig fundament te vinden voor de collectie van Rob Scholte, laat staan dat men ‘een museum’ voor deze collectie zal stichten. De gemeente Den Helder heeft aan Rob Scholte gevraagd voor 1 oktober 2014 een bedrijfsplan op te stellen, waarmee hij het bestaansrecht van zijn museum kan onderbouwen. In het bedrijfsleven is dat vaak het middel de strop om je eigen nek aan te halen.
De collectie van Rob Scholte is op zich de moeite van het conserveren en toegankelijk maken waard.
In de grote entree zaal wordt de blik in eerste instantie getrokken door een aantal geometrische vloerkleden en de zilveren sculptuur van John Breed “Goodbye Paradise”. In deze grote zaal zijn de spotprenten van Jan Sluijters uit de Eerste Wereldoorlog inmiddels vervangen door de collectie Intarsia; prachtige met fineer ingelegde voorstellingen die de volkskunst uit Oost en West vertegenwoordigen. Dit deel van de collectie zou zeker in één van de VOC of WIC steden passen. In de laatste zaal imponeren het ´Laatste Avondmaal´ van zowel Peter Klashorst als Rob Scholte; zelfs als je het origineel van Leonardo da Vinci en natuurgetrouwe kopieën van zijn opvolgers kent. Maar ook in de kleinere ruimten valt er volop te genieten. Een tussenhalletje wordt gebruikt voor een projectie van Carlijn Mens; een dansend meisje als icoon dat iedereen kent. Dat geldt ook voor de Mijnwerker; een houtskooltekening die menigeen uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw zal herkennen. In een kleine kamer delen de sculpturen van Evert Koopman de ruimte met de auto ’s van Maarten Ploeg. Een zeer grote wand is gevuld met meer dan honderd werken van Rob Scholte zelf en werken die hij van tijdgenoten heeft verworven. Met name zijn zeefdrukken zijn nog betaalbaar en verkopen goed. Zijn grote prenten van ‘onze huiskamer’ evenaren de illustraties van Norman Rockwell in ’Look magazine’ of hadden zo op de cover van The Saturday Evening Post gekund; ‘stills’ van het dagelijks leven. Het is moeilijk een illustratie voor deze column te kiezen. Ik heb ze allemaal kunnen fotograferen, maar uiteindelijk gekozen voor een foto van het straatbeeld van Den Helder voor het station en het museum. U zult toch echt zelf eens moeten gaan kijken in het museum van Rob Scholte; zolang het nog kan.
Dan kunt u gelijk kennis maken met andere attractieve plekken in Den Helder. Den Helder heeft het eeuwen lang moeilijk gehad omdat het concurrentie en tegenwerking ondervond van Enkhuizen, Hoorn en Amsterdam. Deze steden hadden geen belang bij de ontwikkeling van een haven in Den Helder. Pas door de komst van Lodewijk Napoleon (de broer van Napoleon Bonaparte) in 1806 kreeg men meer oog voor de eenheid in de Nederlanden en de potentiële mogelijkheden van Den Helder. Admiraal Carel Hendrik VerHuell gebruikte de koningsjaren van Lodewijk Napoleon om een indrukwekkende vlootmacht op te bouwen en verdedigingswerken aan te leggen. Willem I heeft dit na zijn aantreden in 1813 overgenomen, waardoor Den Helder een moderne haven kon worden met een intensieve offshore bedrijfstak en Marinevloot. En de werkloosheid en armoede in Enkhuizen en Hoorn inderdaad snel toenamen. De meesten van ons kennen Den Helder alleen op doorreis naar Texel. U ziet dan niet de beste kant van Den Helder. Met de trein bent u in een uurtje in Den Helder en is een bezoek aan bijvoorbeeld Willemsoord ( http://www.willemsoordbv.nl ) meer dan de moeite waard. Op www.ontdekdenhelder.com en www.vvvtopvanholland.nl vindt u uitgebreide en actuele informatie over meer activiteiten in Den Helder. Den Helder heeft ambitieuze plannen om het centrum van de stad om te toveren tot een aantrekkelijke groenstrook die naar de kust leidt. Daar heeft men de landschapsarchitect Edzo Bindels voor aangetrokken. Edzo Bindels is docent, auteur van veel publicaties en naast veel projecten in Nederland een prijswinnende architect van projecten in Madrid, Mallorca, New York en Miami. Dat brengt mij op onze eigen plannen voor de Poort van Hoorn. Voor het geval het bij u is weggezakt; het woord groen komt er nauwelijks in voor en de bereikbaarheid en toegankelijkheid voor het verkeer staan voorop. Misschien kunnen we een stagiaire van Edzo Bindels krijgen om er nog iets van te maken.
Rest de vraag of het museum van Rob Scholte naar Hoorn of zelfs naar Den Helder moet. Het distributiecentrum van de post in Amsterdam heeft jarenlang kunnen functioneren als een tijdelijk onderkomen van het Stedelijk Museum. Daar waren de meningen over verdeeld, maar voor iedereen is duidelijk dat de collectie van het Stedelijk in de nieuwbouw pas weer tot haar recht komt. Rob Scholte in een leegstand gebouw van Den Helder zetten is opportunisme. Hem ondersteunen door een goede presentatie mogelijk te maken zou het tot een geloofwaardig experiment maken. Maar hem onder een niet reële tijdsdruk en zonder vakkundige ondersteuning een bedrijfsplan laten maken is de strop aanhalen. Boven de lijn Zaandam lijkt in Noord Holland geen plaats voor niet-commerciële moderne kunst. Hopelijk is er een museum in Nederland dat hem op een volwaardige manier wil adopteren.
20 augustus 2014
Plaats een reactie