Fred van der Wal – TE DUUR AANGEKOCHTE KRANTENKNIPSELSILLUSTRATIES JAN SLUIJTERS DOOR MUSEUM DE FUNDATIE
Tussen 1915 en 1919 verschenen in De Nieuwe Amsterdammer spotprenten van de hand van Jan Sluijters. Sluijters, vooral bekend van zijn kleurrijke portretten van (naakte) vrouwen, liet zich in deze reeks van een heel andere kant zien, namelijk die van de maatschappijkritische kunstenaar. Museum de Fundatie toont 77 oorlogsprenten die tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog in De Nieuwe Amsterdammer werden gepubliceerd. Deze litho’s zijn afkomstig uit de collectie van kunstenaar Rob Scholte en aangekocht door Museum de Fundatie.
Fred van der Wal:
De prenten zijn antiquarisch gezien totaal oninteressant, gewoon in grote oplage gedrukte machinale drukwerkpaginas op goedkoop papier uit een alom verkrijgbare periodiek in die tijd en geen autonome grafiek. Deze ‘prenten’ zijn te koop voor een paar euro per stuk op rommelmarkten en in achteraf tweedehands boekhandeltjes, maar weten de kunst en cultuur ambtenaren van Museum de Fundatie veel. Ze menen als afgestudeerde kunsthistorici, arrogante academici, een bijzondere collectie in handen te hebben.
Ongetwijfeld zullen ze te veel betaald hebben en de ‘wereldberoemde kunstenaar’ Rob Scholte, die exposeert in ruimte van de SBK heeft weer een zakcentje.
Ik zie wel eens op veilingen werk van Rob Scholte voorbij komen. Het werk van deze ‘wereldberoemde kunstenaar’is daar te koop voor rond de 100 tot 200 euro. Prijzen voor wereldberoemde werken? Laat me niet lachen.
De staf van Museum De Fundatie wilde mij geen inlichtingen verschaffen over het aankoopbedrag van de krantenpaginas waarbij de Bank Giro Loterij niet gehinderd door enige kennis van antiquarische prenten ongetwijfeld een veel te hoog fancy bedrag heeft betaald.
De stijl van Sluijters in beeldend opzicht weinig aantrekkelijke illustraties doet denken aan de expressionistische stijl van Grosz en Dix. Duits expressionisme.
De oppervlakkige pathetiek van de inhoud van de illustraties dient om kunstenaar Sluijters in het seventies socio vakje van de ‘maatschappelijk relevante kunst’ te plaatsen. De kunstenaar als maatschappelijk bewogen sukkel, senuwelijer en maatschappelijke misfit. Ik noem dit soort kunstartiesten altijd Nood & Rampen kunstenaars.
Ergens een ramp of een nood? Hele hordes artistiekerige talentlozen storten zich Goya er op om er een plaatje over te maken en het linkse publiekje te pleasen.
Het mechanisme van het salon socialisme is volgzaamheid, imitatie en opportunisme. Een gefingeerde bewogenheid om bij de doorgaans linkse subsidie verleners beurzen, prijsjes, reistoelages en andere voordelen te verwerven. Geen wonder dat 99,9 % van de kunstartiesten ‘links’ stemmen volgens de extreem linkse website Crapuul, want ‘links’verplicht tot niets behalve uitverkoop van Nederland en over de balk gooien van belastinggeld ten eigen bate.
De cultus van de zieligheid, achterbaksheid en verraad. Niet voor niets zei de grote historicus Presser in de vroege jaren ’50: DE TERUGKEER VAN HET FASCISME ZAL EEN VOLGENDE KEER ZIJN IN DE VORM VAN HET ANTI-FASCISME.
Hetgeen wij nu al 40 jaar zien gebeuren…
Rob Scholte is geen groot kunstenaar omdat hij grote kunst maakt, nee hij is een groot kunstenaar omdat hij in invalide karrteje zit.
Om rond te komen verpatst Scholte nu zijn werk op veilingen voor een krats.
wat een jaloers kreng die van der wal. misschien wil ie zelf ook zo’n karretje om groot kunstenaar te worden.