Floortje van Gameren – Een verhaal als een matroesjka
Een bizar verhaal over een Indische vrijmetselaar sluimerde al ruim twintig jaar in Anne-Gine Goemans gedachten. Voor haar nieuwe boek, Honolulu King, ging ze op onderzoek uit naar het verhaal achter deze vreemde man.
Anne-Gine Goemans (1971) is bekend van haar eerder bekroonde werken waarin ze humor, actualiteit en geschiedenis met elkaar verweeft. Zo belicht ze in haar debuut Zielzoekers op hilarische wijze een familiedrama tegen een oer-Hollandse achtergrond. Het boek werd erg goed ontvangen, Goemans ontving er de Anton Wachterprijs voor.
Honolulu King is Goemans’ derde boek en vertelt het verhaal van Hardy Hardy (‘Dat is niet zijn echte naam. Dat ik hem zo heb genoemd is eigenlijk een grapje.’). Hardy is van Indische afkomst en kampt met oorlogstrauma’s: Indonesische vrijheidsstrijders zouden eind jaren veertig zijn moeder, broertjes en zusje hebben vermoord. Hardy zag het als kleine jongen gebeuren, maar wist te ontkomen. Door de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog moet hij niets van Japanners hebben en hij is dan ook woest als een sushi-zaak zijn deuren opent tegenover zijn toko. Naast het onverwerkte oorlogstrauma heeft hij ook nog de zorgen over zijn demente vrouw. De ijdele Hardy voelt zich in zijn trots gekrenkt en is al zijn eigenwaarde kwijt. Hij besluit zich te keren tot de vrijmetselarij. Daar biecht hij een misdaad op. Zijn broeders plaatst hij vervolgens voor het grote dilemma: erover zwijgen of naar de politie stappen? Wat zij allen echter niet weten is dat Hardy nóg een geheim verbergt.
Toen Goemans het verhaal van de merkwaardige Hardy ontdekte, was dat alsof ze aan een los draadje van een trui trok, dat steeds maar langer werd. ‘Via een vriend van de familie kwam ik op het verhaal van deze Indische man en gaandeweg kwam ik steeds meer over hem te weten. Ik liep er al ruim twintig jaar mee rond, maar pas na het voltooien van mijn laatste boek besloot ik dat dit bizarre verhaal mijn nieuwe roman moest worden.’ ‘Om dit boek te kunnen schrijven, heb ik onder meer onderzoek gedaan naar de Indonesische gemeenschap in Nederland. Ik keek mee in de keuken van een Indisch restaurant, sprak met bewoners van een Indisch verzorgingshuis en luisterde urenlang naar de interviews met de eerste generatie Indische mensen die naar Nederland kwam.’ Ook deed Goemans onderzoek naar de Bersiap-periode. In deze periode, vlak na de Tweede Wereldoorlog, kreeg de Indonesische revolutie gestalte en was er nog geen Nederlands leger ter plaatse dat de oude verhoudingen kon herstellen. Chaos en geweld waren het gevolg.
‘Maar’, vertelt Goemans, ‘hoewel ik diep in de Indonesische geschiedenis ben gedoken, was het thema Indonesië niet zozeer wat mij naar dit verhaal toetrok. wat mij intrigeerde was dat iemand een misdaad heeft opgebiecht binnen de vrijmetselarij en dat deze organisatie deze misdaad tot op de dag van vandaag onder de pet heeft gehouden.’ voor Goemans was Hardy als een matroesjka.’Mijn fantasie sloeg nog net niet op hol, maar ik vroeg me wel meteen af: waarom gedraagt deze man zich zoals hij zich gedraagt?’ Goemans zocht naar logische antwoorden op die vraag. ‘De misdaad die hij pleegde vormt dus niet de essentie van mijn boek. Uiteindelijk is het mij te doen om de mens: zijn beperkingen, verlangens, angsten, drijfveren.’
‘Honolulu King gaat dus in de eerste plaats niet over indonesië en de oorlog, maar over de zoektocht naar jezelf. Wat blijft er van je over als je alles kwijtraakt waar je trots op bent en dus je identiteit aan ontleent?’ Hardy verliest voor zijn gevoel alles: zijn vrouw aan de dementie, zijn Hawai-muziek aan de moderne tijd, zijn gezondheid aan de ouderdom. En dan is er ook nog de sushizaak die hij ziet als de Japanse bezetter waar hij nog steeds nachtmerries over heeft. Hij voelt zich gekrenkt in zijn eer en hij probeert er alles aan te doen om dat weer op te bouwen. Zijn lidmaatschap van de vrijmetselarij en de openbaring van zijn geheim moeten hem nieuwe status geven.
In het verlengde van Hardy’s geheim, dat nog dieper gaat dan hij zijn broeders van de vrijmetselarij vertelt, vond ik het ook heel interessant om na te denken over waarheid in het licht van deze organisatie.’ Goemans vertelt dat de vrijmetselarij een organisatie is die juist stimuleert om naar binnen te kijken en de spreuk ‘ken uzelf’ hanteert. ‘Die spreuk geldt dus ook voor de organisatie zelf. Het is dan erg tegenstrijdig dat Hardy’s misdaad in de doofpot werd gestopt. Het bleef al die jaren binnen de muren van de vrijmetselarij, tot nu. De laag die daarbovenop komt is natuurlijk dat Hardy nog een geheim had voor de vrijmetselarij zelf, dus feitelijk kent de organisatie zichzelf en haar leden ook niet goed.’ Het is Goemans overigens niet te doen om kritiek te leveren op de vrijmetselarij. ‘Maar ik vind dat je als organisatie wel kritisch naar jezelf moet blijven kijken, zeker als je een lijfspreuk hebt als die van de vrijmetselarij.’
Boekenblad, 26 oktober 2015
Plaats een reactie