Ewoud Sanders – Drol drie, kneiter en gekke Henkie
Even een aantal lopende zaken. Een paar weken geleden vroeg ik de lezers van deze rubriek naar de herkomst van de uitdrukking gekke Henkie. Die algemeen bekende uitdrukking ontbreekt in de woordenboeken. Volgens sommigen was `gekke Henkie’ de bijnaam van prins Hendrik (1876-1934). “Vanwege zijn veelvuldig bordeelbezoek werd hij `zwijnen Henkie’ genoemd en vanwege zijn makkelijke manier van geld uitgeven gekke Henkie”, aldus een lezer.
Anderen legden een verband met een radioprogramma uit de jaren zestig van Henk Terlingen. De openingstune bevatte onder andere de regels: “Hoe later, hoe gekker, een klok is geen wekker, ik baal als een stekker.” Het ging er nogal wild aan toe, wat Henk Terlingen de bijnaam `gekke Henkie’ opleverde. Later kreeg hij de bijnaam ‘Apollo Henkie’, omdat hij op televisie de maanlanding van de Apollo 11 versloeg.
Er is nog een andere kandidaat, en die maakt de meeste kans de bron van deze uitdrukking te zijn. Het gaat om een stripfiguur, die voor de Tweede Wereldoorlog debuteerde in het tijdschrift Doe Mee en die mogelijk ook nog een tijd in De Telegraaf heeft gestaan. Een lezer herinnerde zich hem als `een jongetje met een bijna kaal hoofd en een kort zwart broekje, die onveranderlijk domme dingen’ deed. We hebben het over Henry, een typetje van de Amerikaanse tekenaar Carl Anderson.
Met deze informatie is de uitdrukking gekke Henkie te dateren, want Doe Mee verscheen tussen 1936 en 1942, en na de oorlog nog een paar jaar. Maar er blijft enige twijfel: Henry werd volgens sommigen vertaald als `Henkie’ (niet als `gekke Henkie’), maar volgens anderen als `Rikske’. Heette hij eerst Henkie en toen Rikske of had hij in verschillende bladen een andere naam? Wellicht zijn er lezers, die meer weten.
Ik vroeg ook naar de betekenis van kneiter, een woord, dat veel mensen kennen, maar dat al decennia lang door woordenboekenmakers over het hoofd wordt gezien. Ik noemde als betekenissen onder meer `hoofd’ (“kale kneiter”), `joekel, iets groots’ (“een kneiter van een hit”), ‘blunder’ (“een kneiter van de bovenste plank”) en `klap’ (“je kan een kneiter voor je treiter krijgen”). Maar ik bleek de belangrijkste betekenis te hebben gemist: tientallen lezers uit alle delen van het land meldden, dat zij kneiter gebruiken in de betekenis `zuinig persoon, vrek, gierigaard’. Ook het werkwoord kneiteren komt voor (“wat zit je nou te kneiteren” voor `doe niet zo gierig’). En kneiterig blijkt een wijd verbreid synoniem voor `gierig’ – met name onder studenten.
Kneiter kent overigens nog een heel andere betekenis, die vooral in Rotterdam en Den Haag bekend lijkt te zijn, namelijk ‘dikke drol’. Volgens sommigen gaat het specifiek om menselijke uitwerpselen, maar dit wordt tegengesproken door een samenstelling als paarden kneiter. Hoe dan ook, kneiter hoort zeer zeker in het woordenboek thuis. Het is algemeen bekend en heeft opmerkelijk veel betekenissen.
En dan vroeg ik nog naar dooddoeners met bestaande of fictieve plaatsnamen. Dus naar uitdrukkingen van het type: “Waar ga je naartoe? Naar het land van Affekaffe, waar de hondjes met hun kontjes blaffen.”
Er bleken er nog heel wat te zijn die nooit zijn vastgelegd, zoals `naar Pampus, lollepotten bakken’, ‘naar Breesaap, lelijkerds vangen’, ‘naar Katwijk om turf’, ‘naar de berg van Eivanhoe, met een kletterparaploe’, ‘naar Ootmarsum pispotjes wassen’ en ‘naar het land van knebber-de-bebber, waar de mensen vleugeltjes hebben’.
Er is een onduidelijke bij en dat is ‘naar drolletje drie van Overschie’ (ook wel: ‘van Krommenie’). Mogelijk gaat dat fraaie drolletje drie terug op het Franse drôlerie, `grapje, grappigheid, geestigheid’, maar om dat te kunnen vaststellen moet eerst duidelijker worden, hoe die uitdrukking nu wordt of werd gebruikt. Van Dale zegt: drolletje drie is ‘iemand, die kort en dik is’ (en dol drie is ‘dreumes, onderkruipsel’). Maar anderen kennen drolletje drie uit een vraag en antwoordspel. Vraag: “Waar gaan we heen?” Antwoord: “Naar drolletje drie.” Vraag: “Naar wie?” Antwoord: “Naar drolletje drie van Overschie. Ken je die?”
Mijn vraag is nu: hoe kent u drolletje drie? En wanneer, waar en in welke omstandigheden heeft u het leren kennen? Reacties en aanvullingen per brief naar de redactie van de Achterpagina of naar sanders@nrc.nl
NRC, 2 juli 2001
https://www.nrc.nl/nieuws/2001/07/02/droldrie-kneiter-en-gekke-henkie-7548102-a48283
Plaats een reactie