Edzard Dideric – Korte geschiedenis (148) van niet mijn dag
Om misverstanden te voorkomen eerst dit: aan de dag zelf kon het, op een dag als vandaag, onmogelijk liggen. Er mankeerde namelijk absoluut niets aan. Er scheen een allervriendelijkst zonnetje, omgeven door strakblauwe lucht, je hoorde lustig kwetterende vogels, zag overal uitbundig bloeiende bloemen, de mooiste vlinders, noem maar op. Geen bromfiets geknetter, ronkende helikopters of gierend luchtverkeer. De grasmaaiers sliepen in de schuur, radio’s en tv’s deden er het zwijgen toe, geen burenruzies of krijsende kinderen, niets van dit alles. Werkelijk, om met Lou Reed te spreken: “A Perfect Day”. Toch had ik ‘m op deze dag totaal niet, mijn dag. Mocht het ‘m wel geweest zijn, zou ik er dan over zijn begonnen? Natuurlijk niet. En de anderen, c.q. rest van de mensheid, had die ‘m wel? Nou reken maar van yes. Het viel aan hun gedrag af te lezen. Brede grijns, soepele tred, handen op de rug of nonchalant in de broekzak, fluitend tussen de tanden, of kauwend op een luciferhoutje. Godsamme, als die hun dag niet hadden, weet ik het ook niet meer. En dat terwijl het in de verste verte dus de mijne niet was, en vandaag waarschijnlijk niet meer ging worden ook. Maar ho even, kon het niet zijn dat ik ‘m toevallig al gehad had? Gisteren bijvoorbeeld, om een dag te noemen. Zou kunnen, hoewel, nee, vergeet het maar. Gisteren was typisch zo’n dag waarop alles tegenzit. Stortbuien, harde windstoten, barstende koppijn, lekke banden, gemiste afspraken en ga zo maar door. Ofwel het prototype van een klote dag. Wanneer, zo begon ik me af te vragen, zou ik ‘m voor het laatst gehad kunnen hebben, mijn dag? Lastige vraag. Ergens in mijn kindertijd, min of meer onbewust? Er niet bij stilgestaan vermoedelijk? Ja hoor, daar ging er weer eentje op haar fiets, de dag van haar leven zo te zien. Gebloemde Bermuda, blote armen, goudblonde haren, handen los van het stuur, uitgelaten zingend, het kon weer niet op. Hoe langer ik er over nadacht, des te sterker betwijfelde ik ‘m ooit gehad te hebben. Every dog has it’s day, beweren de Engelsen. Fraaie woorden die je echter net zo makkelijk kan vergeten, want deze hond zit op zo’n dag al een leven lang vergeefs te wachten. Nou ja, hoe dan ook, mocht ik hem onverhoopt nog tegoed hebben, geef hem dan nu maar gewoon. Nee, niet morgen, overmorgen, volgende week of zoiets, maar per onmiddellijk. Zonder verdere poespas. Nee, niet zeiken maar doen. Hoe moeilijk kan het verdomme zijn? Op zo’n kut dag als vandaag heb ik er toch gewoon recht op? Lijkt me duidelijk, dus wat mij betreft, híer met die dag!
Plaats een reactie