Dominic Schijven – Rob Zeeman uitgekotst en overbodig in Bergen | ’Schijt bij schijtwethouder’, zegt baasje tegen hond + ’Ik zie schuur, het is kippenschuur’, zei wethouder Zeeman tegen Fred Vos
Rob Zeeman kreeg overal de deksel op de neus (Jan Jong | jjfoto.nl)
Rob Zeeman uitgekotst en overbodig in Bergen | ’Schijt maar bij de schijtwethouder’, zegt het baasje tegen zijn hond
Alkmaar – In de winkel wordt hij met de nek aangekeken, buiten kan hij evenmin zijn gezicht laten zien. ’Schijt maar bij de schijtwethouder’, zegt een baasje tegen zijn hond. Kort daarvoor, in 2016, is Rob Zeeman opgestapt als wethouder van Bergen. Hij is besmeurd. “Ik voelde me uitgekotst, overbodig.” Vier en een half jaar later is de 54 jarige nog ’vies’. Geen werkgever wil hem.
Rob Zeeman, zoon van een wethouder, opgegroeid in Den Briel, komt samen met partij Kies Lokaal uit het niets aan de macht in de gemeente Bergen in 2014.
Else Trap, Janina Luttik Swart en Rob Zeeman stappen vlak voor die verkiezingen uit Gemeentebelangen BES om het roer om te gooien. Zeeman weet het nog precies. “Gemeentebelangen bestond toen uit mopperende boze witte mannen.”
Kies Lokaal verovert in één klap 25 procent van de stemmen, zes zetels. ’Wat nu?’, denkt het trio. Zeeman wil op dat moment helemaal niet in de gemeenteraad, weet hij nog. “Dat kun je niet naast een baan doen, dan doe je het allebei half.”
Wethouder worden daarentegen is een fulltime baan. Dat kan wel. “De timing was perfect. Ik voelde me supersterk. Ik had de leeftijd, ervaring, een studie bestuurskunde gedaan, ik had er wel zicht op.”
Zomers
Op dag één van zijn wethouderschap ontmoet Zeeman Frans Zomers. Het is de eerste, die hem feliciteert. Onheilspellend hoort Zeeman hem zeggen ’de sfeer is aan jou. Bergen gaat failliet als je niet handelt’. “Wat is dit voor man?“, vraagt Zeeman zich af. “Ik laat het gaan.”
“Maar al snel kreeg ik dagelijks email en ik ging informeren bij mijn collega’s. Die kenden hem wel.”
Frans Zomers, zelf ooit wethouder Bergen, is op oorlogspad. “Nietsontziend, zou ik zeggen. Weet je wat het is? Ik heb bij de Rijksoverheid gewerkt, bij de brandweer, ik was gewend om altijd met aardige mensen te werken. Zomers is dat niet. Die walst gewoon over je heen. Het is een ook hele slimme man met hele goede dossierkennis, maar hij gaat dwars door je heen. Normaal loop je om zo iemand heen, maar als gemeente kan dat niet.”
Het nieuwe College van Bergen treedt in 2014 aan, van links naar rechts Rob Zeeman, Odile Rasch, burgemeester Hetty Hafkamp, Jan Mesu, Peter van Huissteden (foto Hans Brouwers)
Zomers geeft aan dat de gemeente de borst nat kan maken, want hij komt met een reeks planschade rechtszaken. Het draait om een bestemmingsplan uit 2009. Daarvoor konden grondeigenaren doen wat ze wilden met hun grond. Vanaf 2009 niet meer, waardoor de waarde van die percelen gedaald was. Dat moet gecompenseerd worden.
Zeeman “Hij zei: ’Het gaat jullie twintig miljoen euro kosten. Als jullie meewerken, krijg ik tien miljoen euro en verdwijn ik naar een eiland.’ Ik wilde er niets van weten. Volstrekt absurd. ’Wat is dit voor figuur?’, dacht ik. Het was alsof ik een James Bond film zat. Dat ik op driekwart van de film gevangen zat en de slechterik zijn slechte plan vertelt. ’Je weet niet met wie je te maken hebt’, zei hij. (…) Ik heb het geweten.”
De wethouder ziet vanaf dat moment Zomers bij iedere commissie en raadsvergadering. Wijzend, lachend, smoezend, ziekend. “Dat doet heel veel met je. Hij kruipt onder je huid, vreet je van binnen op. Het maakt je stuk.”
Na een jaar blokkeert Zomers de email. “Zoiets wordt vanzelf persoonlijk. Het doet ook iets met de ambtenaren als hij iedere dag komt. Er was een afdeling van ambtenaren voltijds met hem bezig.”
Vos
Dan komt Fred Vos erbij. De stukadoor uit Schoorl hangt huisuitzetting boven het hoofd. Hij woont in wat op papier ooit een schuur was, een kippenschuur. Daar mag niet in gewoond worden, volgens de regels. Vos vraagt hulp. Zeeman is onverbiddelijk. “Ik kon hem niet helpen. Ik kon niets ander dan de wet uitvoeren. Ik moest me aan de wet houden, ik was wethouder. Als ik een uitzondering maakte, stonden er de volgende dag 450 Bergenaren voor de deur.”
“Het was heel pijnlijk. Vos vroeg me ook ’hoe kan ik dit weten?’ Had ik meer kunnen doen? Achteraf denk ik, dat we misschien een gedoogconstructie hadden kunnen creëren. Het is jammer, dat na een eerste gesprek praten al niet meer mogelijk was. De gemoederen liepen heel snel op en het werd een rechtszaak.”
Vos moet uiteindelijk uit huis en zint op wraak.
Samen met Zomers besluit Vos de ’misstanden’ van Bergen aan te pakken. Facebook groepen volgen, aanhangers worden gevonden, de twijfels over het Bergense bestuur nemen toe. “Ze maakten veel los met de gedachte ’waar rook is is vuur’.”
Vos en Zomers volgen Zeeman op de voet. Al snel hebben ze beet. Zeeman blijkt zelf een Vos achtige kippenschuur constructie erop na te houden. Een deel van zijn huis in Bergen verhuurt hij. Dat mag niet. Volgens een oud bestemmingsplan is, dat deel geen woning.
Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten pleit de wethouder nog vrij. ’Hij had dit niet kunnen weten.’
Maar het kwaad is al geschied, Hij heeft de schijn tegen. Eén optie blijft over. “De tas aan de wilgen hangen. Ik had de schijn tegen, een slechte uitstraling. Hoe kan ik nog tegen iemand ’nee’ zeggen als wethouder. Die zegt dan ’jij hebt je zaken ook niet op orde’.”
Doosje
“Dan loop je met een doosje met je spulletjes het gemeentehuis uit, lever je je telefoon in. Dan zit je thuis. Dat was het dan en de hele wereld gaat gewoon door. De eerste maand zat ik in shock. Wat is er gebeurd?”
De gevallen wethouder besluit nog wel naar vergaderingen te gaan. Een ambtenaar spreekt hem aan. ’Wat doe je? Je staat voor lul. Ga weg.’ “Hij had wel een beetje gelijk. Maar ik kreeg wachtgeld. Ik moest toch iets doen? Daarna was er niets. Ik ging van het gevoel belangrijk te zijn naar niets. Ik liep tegen de muren op.”
Hij kon niet meer normaal over straat, Bergenaren willen hem niet meer zien. “Ik werd uitgekotst, onheus bejegend. Ik werd een persona non grata. Echt, dat idee van met pek en veren verjaagd te worden. Er was veel onbegrip in Bergen. Ik snap de frustratie, maar het is ook gemakkelijk om een ander de schuld te geven. Een wethouder is een gemakkelijk doelwit. Zodra je dat wordt, is een derde al tegen je. Een derde twijfelt. Een derde is voor. Je moet er tegen kunnen, het is een ondankbare functie.”
Afgang
“Het voelde als een afgang. Ik had me voorgenomen het verschil te maken, om echt iets te doen, te veranderen. Ik had zo graag dat centrum willen opknappen, die planologische mislukking uit de jaren vijftig.”
Zijn val was het begin van het einde van dat college, reflecteert hij. “Toen brak de pleuris uit. Alles viel uit elkaar. Het werd onrustig in de raad, het college viel uit elkaar, ambtenaren vertrokken. We zijn nu zes jaar verder en er is werkelijk niets gebeurd in Bergen. Het is verdrietig. Wij hadden een sterk college, een goed team en zoveel plannen. Daar is uiteindelijk niets van gekomen. Al die plannen maken kost ook een heleboel geld.”
Solliciteren
Hij klust hier en daar af en toe en hij gaat solliciteren. De zoektocht begint bij de Veiligheidsregio, gemeenten, PWN, Staatsbosbeheer, bij overheden, of wat er tegenaan schurkt. “Ik kreeg overal de deksel op de neus.”
Na 77 pogingen is het nog niet raak. Poging 78 is bij de gemeente Alkmaar, die zoeken iemand voor de afdeling voorlichting. “Of ik een ’kek filmpje’ erbij wil maken. Een kek filmpje? Dat doe ik niet. Ik stop ermee.”
Hij wordt doorgaans formeel afgewezen op basis van ’diversiteit’, of omdat de werkgever wil verjongen. Het is doorzichtig. “Je stuurt een brief. Een dag later word je op LinkedIn bekeken en dan word je bedankt. Als ik vroeg, of het met mijn wethouderschap te maken had, bleef het stil.”
Het is voor een oud wethouder normaal al lastig op de arbeidsmarkt. “Als je je eenmaal aan de politieke kant hebt gezeten, heb je kleur bekend. Een ambtenaar hoort neutraal te zijn.’’
Laat staan een bezoedelde wethouder. “Het stond in de krant: ’Zeeman verhuurt illegaal deel huis’. De suggestie is dat ik een oplichter ben. Die wil niemand in dienst hebben. Of het zo is, dat maakt dan niet meer uit.”
De optie bouwmarkt, supermarkt, vrachtwagenchauffeur slaat hij af. “Dat wil ik niet. Schappen vullen zou kunnen, maar ik wil iets doen dat ik leuk vind. De financiële noodzaak is er niet.”
Vrijheid
Bergen loslaten kost lange tijd veel moeite, maar midden in Corona Virus tijd gaat hij met zijn vrouw wandelen naar Rome. “Toen was er niets. Je hoort niets meer. En dan is het vanzelf niet meer interessant.”
Het is het begin van een nieuw gevonden vrijheid. Het beruchte huis in Bergen is nu ook verkocht. Bergen spuugde hem uit, nu kan hij zelf weg.
Hij stapt nu in een camper en rijdt richting Noord Oost Frankrijk. “Een boerderij van 450 jaar oud op een van de leegste plekken van Frankrijk. Naar een typische keuter boerderij voor de streek met koeien, varkens, konijnen en wat kippen. Muren van 80 centimeter dik. Een constructie van dikke eikenhouten balken. Oersterk. Als je onder de schoorsteen kruipt, kun je de hemel zien.”
“Of het vertrek een reactie is op wat ik heb meegemaakt? Ja. Ik wil alles loslaten, weg van overheden. Zelfvoorzienend zijn.”
“Ik zat in een gouden kooi van systemen, regels, de juridische wereld. Als ik nog wethouder was, was ik kapot gegaan van de stress. Na mijn eerste jaar als wethouder had ik reuma achtige verschijnselen. Ik kon een hele zomer niet normaal lopen. Ik werd opgeslokt door het werk. Ik zou me kapot gewerkt hebben. Eigenlijk heeft Vos mij gered.”
Alkmaarse Courant, 26 december 2020 om 17:00
https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/DMF20201223_25897224
’Ik zie een schuur, dus het is een kippenschuur’, zei wethouder Rob Zeeman tegen Fred Vos
Het was het begin van het graven naar vuiligheid in Bergen. ’Het is heel erg uit de hand gelopen’
Fred Vos voor zijn toenmalige ’kippenschuur’ in Schoorl (foto Erna Faust)
Bergen – “Ik vergeet het nooit meer”, zegt Fred Vos. “Hij zei ’Ik zie een schuur, dus het is een kippenschuur’.”
Het schiet in het verkeerde keelgat. Een gesprek komt nooit meer gang tussen Vos en oud wethouder Rob Zeeman.
Zeeman zegt,dat hij in zijn rol als wethouder weinig keus had. Hij betreurt wel, dat het gesprek zo snel uit de hand liep en overpeinst, of een gedoogconstructie niet een oplossing was.
Vos “Daar raakt hij iets moois aan. Een gedoogconstructie was niet ideaal geweest, maar ik had daar graag een kruisje onder gezet. Alles wat ik wilde was in gesprek gaan, om gehoord te worden. Het had van twee kanten niet zo hoeven lopen.”
“Daar begon het allemaal. Wat met mij gebeurde, met Zeeman, met Bergen, daar begon het. Al dat leed.”
Vos ging moddergooien via Facebook en graven naar vuiligheid. Het bleek effectief, het hele gemeentebestuur begon te wankelen. “Het is heel erg uit de hand gelopen.”
“Als wethouder was Zeeman helemaal het mannetje. Studentikoos, charisma, vlot, vlot gekleed. Dit is wat hij wilde. Iets kwijtraken is pijnlijker dan ergens van dromen en het niet bereiken. Dan val je diep.”
Vos kan terugkijkend wel sympathie opbrengen voor Zeeman. Was er maar gepraat, zegt hij. “Uiteindelijk waren er alleen maar verliezers. We hebben allemaal verloren. Maar ik heb wel het meeste verloren. Ik verloor mijn huis, mijn vrouw werd ziek. Ze wilden mijn kinderen nog uit huis plaatsen.”
“Zeeman kan gewoon met vervroegd pensioen. Al gun ik hem z’n rust nu.”
Frans Zomers ’Robbie is verleden tijd’
Frans Zomers weet nog steeds van geen wijken als het gaat om oud wethouder Rob Zeeman. „Hij was niet geschikt voor zijn functie. Totaal geen bestuurder. Het is terecht, dat hij is afgetreden. Zeeman moet nu niet domme dingen gaan zeggen. Robbie is verleden tijd.” Hij ontkent, dat hij het persoonlijk op de wethouder voorzien had. „Onzin.” Zomers was ook niet verantwoordelijk voor de val van Zeeman. „Daar was ik niet alleen verantwoordelijk voor. Hij heeft er zelf een zooitje van gemaakt. Hij moet niet aan mij spiegelen wat hij zelf gedaan heeft. Hij is niet op mij gesneuveld, hij is gesneuveld op zijn eigen stommiteit.”
Zomer ontkent ook het ’dreigement’, dat hij Bergen met rust zou laten als hij tien miljoen euro zag. „Ik wilde het om de tafel oplossen, maar enig gesprek was niet te voeren. Hij weigerde ieder gesprek.”
Zeeman had zich flexibeler moeten opstellen bij de zaak Vos, vindt Zomers. Waar een wil is is een weg, stelt hij. „Dat was arrogantie ten top. Het is dorpspolitiek, daar is echt wel ruimte. Als je op die manier het wethouderschap invult, is dat het mooiste baantje dat er is.”
Zomers vindt Zeeman verder wel een ’prima gozer’.
Alkmaarse Courant, 26 december 2020, 18:08
https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/DMF20201223_73392696
Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Hetty+Hafkamp
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rob+Zeeman
https://robscholtemuseum.nl/?s=Odile+Rasch
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jan+Mesu
https://robscholtemuseum.nl/?s=Peter+van+Huissteden
https://robscholtemuseum.nl/?s=Frans+Zomers
https://robscholtemuseum.nl/?s=Fred+Vos
https://robscholtemuseum.nl/?s=Samen+Bergen+Verzetten
https://robscholtemuseum.nl/?s=Planschade
https://robscholtemuseum.nl/?s=Gedoog+Constructie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Bureau+Integriteit+Nederlandse+Gemeenten
https://robscholtemuseum.nl/?s=Persona+Non+Grata
https://robscholtemuseum.nl/?s=Veiligheidsregio
https://robscholtemuseum.nl/?s=PWN
https://robscholtemuseum.nl/?s=Staatsbosbeheer
https://robscholtemuseum.nl/?s=Dorpspolitiek
https://robscholtemuseum.nl/?s=Arrogantie+Macht
https://robscholtemuseum.nl/?s=Bergen
Plaats een reactie