De Stad Amersfoort – Expositie Het Wilde Oog in De Lieve Vrouw: Acht burgemeesters, twee diva’s en een chauffeur
Datum: donderdag 18 januari 2018, 11:00 tot donderdag 1 maart 2018, 11:00
Locatie: De Lieve Vrouw, Amersfoort
Acht beeldende kunstenaars zijn ingegaan op het verzoek van Het Wilde Oog (Hans Lemmerman/Inge van Run) om elk twee objecten/sieraden te maken: leg een verbintenis tussen twee bronnen; Kraplappen van Spakenburgse vrouwen in klederdracht en de wereld van kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986).
Het Wilde Oog is al 17.5 jaar bezig met artistieke vernieuwing vanuit Spakenburg.
In hun uiterlijk tonen de Spakenburgse vrouwen deel van een collectief te zijn.
Joseph Beuys herinnert ons in zijn werk aan het gemis van collectieve idealen.
Het Wilde Oog bezocht de ateliers van de acht kunstenaars (van Den Bosch tot Den Helder) samen met Spakenburgse diva Hendrikje Kuis, geweldige gesprekken opleverend.
Elke kunstenaar koos twee kraplappen van overleden traditie draagsters. Deze werden uiteindelijk bezield door: Lucy Sarneel, Marianne van Heeswijk, Maria Roosen, Keiko Sato, Couzijn van Leeuwen, Ted Noten, Rob Scholte en Maison the Faux.
Het Wilde Oog zet acht burgemeesters uit de regio Amersfoort op de foto.
Locatie: De Botterwerf Spakenburg.
Beuys ontwikkelde een kritisch politieke en sociaal geëngageerde kunsthouding, ofschoon hij boven alles kunstenaar bleef.
Hij was zowel spiritueel als politiek richtinggevend voor de kunsten in de jaren 70/80 van de vorige eeuw.
Op de Wilde Oog foto’s komen meerdere energie velden bij elkaar.
Deze expositie vormt het sluitstuk van een anderhalf jaar durend project, getiteld Corrie & Joseph, waarin Het Wilde Oog de artistieke kracht van klederdracht in Duitsland onderzocht en de waarde van Joseph Beuys in de 21e eeuw in Nederland.
Tjitske Jansen en Koen van Hensbergen schrijven in opdracht van Het Wilde Oog elk een brief: Voor Corrie/ Voor Joseph.
Lucas Bolsius draagt een Beuys kraplap gemaakt door Lucy Sarneel, sieradenontwerpster:
Haar concept: De oudere Spakenburgse vrouwen dragen nog steeds voluit hun klederdracht.
Je kunt ze beschouwen als sjamanen, aangezien ze de gebruiken van hun voorouders uitdragen.
Een uitstervende, bijna verdwenen ‘stam’.
In die zin zie ik verwantschap met Beuys’ ‘sjamanistische klederdracht’, het vissersjasje, dat hij steevast droeg en waarover hij de uitspraak deed: ‘Ich kenne kein Wochenende’.
Het vissersjasje herinnert ons aan iets tastbaars wat Beuys typeerde.’
Na Amersfoort is de tentoonstelling nog te zien in Nijkerk (Stoomgemaal, april/mei) en in Bunschoten (gemeentehuis, eerste kwartaal 2019).
Gerelateerd:
http://destadamersfoort.nl/lokaal/amersfoorters-starten-kunstproject-corrie-en-joseph-131791
De Stad Amersfoort,06-01-2018, 23:40
Plaats een reactie