de Jordaan tussen taal en beeld – Kunstenaars, die in de Jordaan geboren zijn, die er gewerkt hebben, of die van invloed geweest zijn voor de ontwikkeling van de Jordaan
Andriessen, Jurriaen [1742-1819]
Behangschilder
Zijn werk is in het Rijksmuseum en het Paleis op de Dam te vinden. Hij woonde op de Bloemgracht. Jurriaan was vier jaar in de leer bij de historie en decoratieschilder Anthony Elliger.
Hij werkte in verschillende behangselfabrieken. Samen met Izaäk Schmidt richtte hij in 1766 een eigen fabriek op, die zich specialiseerde in mythologische en allegorische voorstellingen. Ook behang met mooie landschappen.
Aan het einde van de 18e eeuw liep de belangstelling voor beschilderd behang terug. Als gevolg hiervan ging Jurriaan Andriessen toneeldecoraties schilderen voor de Amsterdamse Stadsschouwburg. Bovendien had Jurriaan vanaf 1805 met zijn zoon Christiaan een academie in zijn woning. Een van zijn leerlingen was D. Dupré. Deze activiteiten konden niet voorkomen, dat Andriessen aan het einde van zijn leven grote financiële zorgen kende.
Bayens, Hans [1924-2003]
Schilder en beeldhouwer
Hij maakte drie belangrijke beelden voor de Jordaan. Multatuli (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LD.htm#5) op de Torensluis, Stuyvesant op de binnenplaats van het West-Indisch Huis, en Theo Thijssen (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60I2.htm#10) aan het begin van de gedempte Lindengracht.
Multatuli met zijn dynamische profeten kop op een schetsmatig aangegeven half figuur. Stuyvesant op een fontein vanwaar hij kwaad kijkt naar de ramen van de Compagniezaal. Daar vergaderden de Heren Negentien van de West Indische Compagnie. En dan de schoolmeester Theo Thijssen op een bankje naast een leerling op de Lindengracht. De vaderlijke zorg van de onderwijzer en de aandacht van de leerling zijn kenmerkend voor dit beeld. Het is jammer, dat de marktkooplui af en toe hun kramen aan het beeld vastmaken. Op 19 juli 2003 overleed hij op 79-jarige leeftijd.
Beets, Nicolaas [1814-1903]
Schrijver
Hij behoort tot de bekendste Nederlandse schrijvers van de negentiende eeuw. Hij schreef de Camera Obscura, gepubliceerd onder zijn pseudoniem Hildebrand. Hij was een van de belangrijkste figuren binnen de ethische richting in de Nederlands Hervormde Kerk en stond in nauw contact met de beweging van het Amsterdamse Reveil (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60J.htm#VV), met name met Isaac da Costa (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60J.htm#V3).
Blom, Piet [1934-1999]
Sociaal bewogen architect
Geboren in de Hazenstraat (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa3.htm#9). De Jordaan had een belangrijke invloed op zijn ontwerpen, zoals bijvoorbeeld ‘Het stedelijk dak’, dat een alternatief was voor de monotone , naoorlogse, stedenbouw. Hij was leerling van Aldo van Eyk. Bekende ontwerpen waren de Kasbah in Hengelo en de kubus woningen in Rotterdam.
Braakensiek, Johan [1858-1940]
Tekenaar
Braakensiek maakte prenten voor het Algemeen Handelsblad e.d. Hij illustreerde het verhaal van het Fort van Sjako (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fd.htm), met een bedstede, waaronder het begin van de ontsnappingsgangen op de Elandsgracht moest liggen.
Breitner, George Hendrik [1857-1923]
Schilder en fotograaf
Hij heeft op verschillende plekken in de stad gewoond en die buurten zijn ook terug te vinden in zijn werk. Van 1893 tot 1899 woonde Breitner aan de Lauriergracht (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#4). Zijn onderwerpen waren ontleend aan mensen, die zich door Amsterdam bewogen, zoals dienstbodes en winkelende dames. Hij documenteerde ook veel bouwwerken in de stad.
Bien, Waldo [1949]
Beeldend kunstenaar
Hij heeft zijn atelier in de voormalige werkplaats van de orgelbouwers Adema Scheurs op de Lauriergracht 123. Bien is vriend van Kloppenburg (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A31.htm) en zorgde ervoor, dat diens Artchive for the Future wereldwijd bekend werd. Hij stichtte daarvoor de FIU, Free International University Amsterdam (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A31.htm#a).
Bilderdijk, Willem [1756-1831]
Dichter
Zijn huis stond op de Westermarkt. Met hem begon het Reveil (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60J.htm#VV) in Nederland en hij had volgelingen van naam. Het Reveil was vooral een Amsterdamse affaire. Niet specifiek Jordaans, maar groot was haar invloed en haar werk in de Jordaan zeker. Men vindt er hervormden, doopsgezinden, lutheranen en remonstranten onder, hoog geplaatste en eenvoudige gemeenteleden, professoren en studenten, mannen en vrouwen.
Omdat hij door een ongeluk aan zijn linkervoet van zijn zesde tot zijn zestiende jaar thuis zat, las hij veel. Na enkele jaren op het belastingkantoor van zijn vader, voormalig arts, gewerkt te hebben, studeerde hij rechten in Leiden van1780 tot 1782. Hij vestigde zich daarna als advocaat in ‘s-Gravenhage en kreeg bekendheid als verdediger van onvermogende Oranjeklanten, die in de tijd van de ‘Patriotten’ voor de rechtbank werden gedaagd.
Bij de komst der Fransen in 1795 weigerde Bilderdijk de van advocaten geëiste eed op het nieuwe bewind af te leggen en werd als gevolg daarvan het land uitgewezen. Hij vertrok via Duitsland naar Engeland, met achterlating van zijn vrouw en twee kinderen. In Engeland werkte hij als vertaler, geneesheer, portrettist en docent Latijn en Italiaans. In deze laatste baan kwam hij in contact met de jonge en intelligente Katharina Wilhelmina Schweickhardt, voor wie hij liefde opvatte.
Buijs, Joep [1962]
Kunstschilder
De meeste kunstenaars werken op hun al dan niet riante atelier aan hun schilderijen tot het moment, dat het werkstuk op reis gaat naar een bestemming in een galerie of museum. Dan kan iedereen het werk bewonderen of afkeurend bekijken zonder, dat de kunstenaar meekijkt. Zo niet bij Joep Buijs. Hij maakt schilderijen van honden, zijn dochtertje en zo meer, in de etalage van zijn kleine atelier in de Hazenstraat. Iedere voorbijganger kan zien hoe het werk vordert en de kunstenaar naar het hoe en waarom ervan vragen.
Clercq, Willem de [1795-1844]
Prozaschrijver en dichter
Hij is een afstammeling van een Gentse emigrantenfamilie, die zich rond 1600 in Noord-Nederland vestigde. Vanaf zijn vijftiende werkzaam in de graanhandel. In 1824 werd hij secretaris van de Nederlandse Handelmaatschappij. Toen die in 1831 verplaatst werd naar Amsterdam, verhuisde hij mee. Hij werd secretaris directeur en in 1834 directeur. Hij was doopsgezind, maar werd in 1831 lid van de Waals Hervormde gemeente.
Van 1834-1839 was De Clercq medewerker van het tijdschrift Nederlandsche Stemmen onder redactie van Da Costa en H.J. Koenen. Zijn invloed is groot geweest, vooral door zijn bezielende persoonlijkheid. Hij is een van de belangrijkste figuren van de de start van het Reveil. Eerst was hij voor een 18de eeuws gekleurde zedelijke braafheid religie, maar werd hij na zijn kennismaking met Da Costa, een vurig belijder van de nieuwe ondogmatische gevoelsreligie, die kenmerkend is voor het Reveil. Later raakt hij onder de invloed van dr. H.F. Kohlbrügge [1803-1875] met zijn separatistische en aan het anti nomisme verwante opvattingen. Hij vervreemdde van de kerk, maar ook van de wereld. Alleen de worsteling om Gods nabijheid vervulde zijn ziel.
Costa, Isaäc Da [1798-1860]
Dichter schrijver
Hij was een bekeerde Jood uit een Portugees Joods geslacht. Een leerling en vriend van Willem Bilderdijk. Hij schreef o.a. Bezwaren tegen de geest der eeuw. In zijn huis aan de Rozengracht gaf hij op zondagavonden vanaf 1826 druk bezochte lezingen over theologische onderwerpen. Hij was een van de meest vooraanstaande figuren van het Reveil (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60J.htm#V3).
Davids, Louis [1883-1939]
Cabaretier en revueartiest
Hij was vooral bekend als vertolker van volkse liedjes. Hoewel Rotterdammer van geboorte, zong hij de Amsterdamse liedjes met het juiste Mokumse accent. Beroemd zijn de shows in het Edison-theater aan de Elandsgracht. Er spelen zich daar taferelen af, die uitgebreid de pers halen. Davids was een superster.
Descartes, René [1596-1650]
Filosoof en wiskundige
In het latijn heet hij Cartesius. Hij schreef in 1634, in zijn huis aan de Westermarkt 6, zijn boek: De passies van de Ziel. In Amsterdam woonde hij in de Kalverstraat en op de Westermarkt. Daar had hij zijn enige liefdesaffaire. Hij werd vader van een dochter Francine, die hij verwekte bij het dienstmeisje Helène Jansdochter. Hij riep uit: “Ik denk, dus ik besta!”
Doorn, Johnny van, [1944-1991], alias Johnny The Selfkicker
Dichter
Hij is voormalig Errenemmer in Mokum. In 1962 ontvlucht hij het benauwde, kleinburgerlijke milieu van zijn ouders en de middelbare school in Arnhem en vertrekt naar Amsterdam. Hij is bekend van het gedicht de ‘ Magistraal Stralende Zon’, dat hij op een dichtersavond in Carré luidkeels uitschreeuwde. Johnny the Selfkicker is prominent aanwezig in de Leidseplein scene rond Simon Vinkenoog, Aat Veldhoen en Robert Jasper Grootveld. Hij trad ook op in het Sociaal Religieus Gesprekscentrum (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60J.htm#AAAA).
Douwes Dekker, Eduard [1820-1887], alias Multatuli
Schrijver en Indisch ambtenaar
De behandeling van de inlanders door hun eigen bestuurders en de Nederlanders zaten hem behoorlijk dwars. Hij schreef daar over zijn roman Max Havelaar (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LD.htm). Ter herinnering aan Droogstoppel is op het overbekende Lauriergracht nummer 37 een steen ingemetseld: Last & Co Makelaars in koffie.
Op de Noordermarkt staat een beeldje van Woutertje Pieterse en Femke iedere zaterdag tussen de planten van een marktstal. De hoofdpersoon uit het jeugdboek van Multatuli, Woutertje Pieterse, groeit op in een kleinburgerlijk milieu in Amsterdam. Multatuli geeft een mild satirische beeld van het bekrompen 19de eeuwse burgerdom. Het is ook een boeiend psychologisch portret van een kind, iets dat in zijn tijd uniek was.
Erftemeijer, Peter [1956]
Beeldhouwer
Hij maakt in zijn atelier op de Lauriergracht (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#58) beelden van mensen, die je elke dag op een willekeurige plaats in de stad kunt tegen komen. Een drietal ervan zijn te zien in de Staatsliedenbuurt, op weg naar het Westerpark.
Etty, Elsbeth Jane [1951]
Journaliste en hoogleraar
Zij schreef in de Jordaan de biografie van Henriëtte Roland Holst.
‘Liefde is heel het leven niet’,
Aan de makkers onverloren
Waarmee ik streed;
Aan de toekomst ongeboren
Waarvoor ik leed.
De titel van deze biografie is een citaat van Henriëtte.
Deze dichtregels van Henriëtte Roland Holst maken haar, in zekere zin, ook een dichteres met een band met de sociale geschiedenis van de Jordaan.
Faassen, Henk van [1931]
Graficus en Taaldrukker
Oprichter van de Taal drukwerkplaats in de Staatsliedenbuurt (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60NF.htm#9). Die buurt werd de Koperen Knopen Buurt genoemd, omdat er veel geüniformeerde gemeenteambtenaren woonden. De Taaldruk werkplaats was een plek ,waar buurtbewoners en schoolkinderen konden schrijven, maar vooral ook zelf konden drukken, wat ze op hun hart hadden.
Flinck, Govert [1515-1660]
Kunstschilder
Hij was een leerling van Rembrandt, woonde en werkte op de Lauriergracht (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#6).
Hij werkte aanvankelijk in de stijl van Rembrandt. Flincks vroege schilderijen werden wel als Rembrandts verkocht, zó zeer leken zij op die van zijn leermeester. Later schilderde hij meer als diens rivaal Van der Helst: gladder en eleganter. Dit legde Flinck geen windeieren – hij kreeg onder meer opdrachten voor het Amsterdamse stadhuis.
Nog voor het werk af was overleed Flinck.
Vondel schreef over hem:
Hier ziet men Flinck, gelijk hij leeft,
Die ’t leven aan zijn doeken geeft.
Hobbema, Meindert [1638-1709]
Kunstschilder
Hij woonde in de Konijnenstraat, maar volgens andere bronnen op de Rozengracht tegenover Rembrandt. Hobbema was een leerling van de landschap schilder Jacob van Ruisdael. Samen met zijn leermeester maakte Hobbema studiereisjes naar het oosten van het land.
Zijn beste werk maakte Hobbema in de jaren zestig: brede boslandschappen met huizen, watermolens of zandwegen. Na 1668 verminderde zijn productie. In dat jaar trad hij in het huwelijk en kreeg hij werk als wijnroeier. Een wijnroeier is een beambte, die komt peilen hoeveel wijn er in de vaten bij slijters en verbruikers is. Op basis hiervan wordt de accijns berekend, die zij verschuldigd zijn.
Hondecoeter, Melchior de [1636-1695]
Kunstschilder
Melchior schilderde vooral pluimvee en exotische vogels. Hij had de gewoonte om voor het slapen gaan hardop te bidden. Zijn moeder en oom twijfelden, of hij nu tot schilder of tot predikant moest worden opgeleid.
Hij woonde achtereenvolgens op de Lauriergracht, niet ver van Gerrit van Uylenburgh (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#70) en Joan Huydecoper van Maarsseveen en op de Prinsengracht bij de Westermarkt. Hij had een bedil zuchtige vrouw en vanwege haar inwonende zusters zat hij veel in de herberg en in zijn tuin aan de Lijnbaansgracht. De Hondecoeter stierf in het huis van zijn enige dochter Isabel in de Warmoesstraat en werd begraven in de Westerkerk. Zijn schoonzoon weigerde de erfenis, vanwege de mogelijke schulden. De inventaris bevatte bijna vijftig schilderijen, waaronder twee portretten door Michiel Angelo.
Hooch, Pieter de [1629-1689]
Kunstschilder
De Hoogh woonde in de Konijnenstraat. Zijn carrière als schilder begon in Delft. Hij had nog een tweede beroep: hij was in dienst bij een linnenhandelaar.
De Hoogh specialiseerde zich in interieurs met mensen. Nadat Pieter de Hoogh in 1661 naar Amsterdam verhuisde, worden de door hem geschilderde huishoudens eleganter en rijker. Uiteindelijk stierf De Hoogh in het Amsterdamse ‘Dolhuis’
Wanneer dat precies was is niet bekend.
Hoekstra, Han [1906 -1988]
Schrijver, journalist
Na het volgen van de opleiding tot onderwijzer, ging Hendricus Gerard Hoekstra al snel in de journalistiek werken. Van 1945 tot 1971 was hij verbonden aan Het Parool.
In die tijd trad hij samen met Annie M. G. Schmidt en Simon Carmiggelt op in het journalistencabaret De Inktvis. Hij werd bekend als dichter, tekstschrijver en als auteur van kinderversjes.
Hij schreef o.a. ‘De kinderen uit de Rozenstraat’. Vanwege de frisse toon en het plezier in taal kan Han G. Hoekstra beschouwd worden als de grote vernieuwer van de naoorlogse kinderpoëzie.
Huf, Paul [1924-2002]
Glamour portretfotograaf
In 1963 wordt fotostudio Huf in de Hazenstraat geopend. Hij fotografeert bekende en gewone Nederlanders. De geportretteerden kijken “zoals een scheepskapitein naar de horizon tuurt”. Dertig jaar lang maakte hij foto’s voor Grolsch en de KLM, maar fotografeerde ook voetballers. Misschien geïnspireerd door Huf is de Hazenstraat een fotostraatje (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa3.htm#6) geworden. Er zijn twee fotogaleries: Wouter van Leeuwen en Blow Up Gallery. De laatste is, samen met het fotolaboratorium alweer verdwenen.
Huismans, Sipke [1930]
Graficus
Stiefbroer van Jacobus Kloppenburg, woonde op de Lauriergracht 111 (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#30) . Later werd hij directeur van AKI in Enschede.
Huydecoper van Maarsseveen,Joan [1625-1704]
Burgemeester
Hij stamde uit het geslacht Huydecoper van Maarsseveen, en was tussen 1673-1693 dertien keer burgemeester van Amsterdam. Hij woonde in tegenstelling tot de meeste andere burgemeesters niet op een van de hoofdgrachten, maar op de Lauriergracht in de Jordaan. In 1666 werd hij bewindhebber van de VOC; in 1681 Raad in de Admiraliteit van Amsterdam.
Jansen, Rika [1924-2016] alias Zwarte Riek
Zangeres
Haar meest bekende lied: ‘Mijn wiegie was een stijfselkissie’ (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm#4).
Het nummer was oorspronkelijk bedoeld voor Johnny Jordaan, maar die kwam niet opdagen bij de plaatopname. Het lied was autobiografisch, want ze hadden het thuis zo arm, dat er inderdaad stijfselkistjes werden gebruikt als wiegje. Haar vader verkocht vis op de Lindengracht, maar zijn dochters zien een leven als garnalen pelster niet zitten. Rika werkte aanvankelijk als acrobate in de revue van Kees Manders. Ze trouwde met Kees, de acht jaar oudere broer van Tom Manders. Zwarte Riek is op 21 januari 2016 in haar woonplaats Zandvoort overleden. De zangeres had de bijnaam Jordaanprinses.. Ze werd in de jaren ’50 bekend in het kielzog van Johnny Jordaan en Tante Leen met nummers als M’n Wieggie Was Een Stijfselkissie, De Kersepit, Amsterdam Huilt en Alle Aapies. Ze begon net na de oorlogsjaren met haar zangcarrière.
Jansen, Marie [1923-1996], alias Maria Zamora
Zangeres
Zuster van Rika. Ze werd een internationale ster met een Spaanstalige wereldhit: ‘Mamá, el Bajón’.
Jansen, Suzanna [1964]
Journaliste/schrijfster
Ze beschreef de bewogen geschiedenis van haar voorouders. Haar betovergrootmoeder Cato, weduwe met zes kinderen, verhuisde in 1861 van het armengesticht Veenhuizen naar de Amsterdamse Jordaan
‘Het is artistiek gezellig in de Amsterdamse Jordaan, zo tegen de kerst. De Negen Straatjes, vermeld in elke funshopping gids, gaan gehuld in sfeerverlichting, rood en groen. (…)
De Oude Looiersstraat is maar een paar minuten bij mijn huis vandaan. Terwijl ik door de buurt loop, zie ik achter de ramen thuiswerkers in krappe kamertjes over hun toetsenborden gebogen. Copywriters, publicisten, consulenten. (…)
Deze buurt, gepland in 1612 voor het dienstvolk van de tegelijk gebouwde grachtengordel, kende de afgelopen eeuwen een heel andere levensstijl. Nu ik de geschiedenis van mijn familie onderzoek, raak ik daar steeds meer van doordrongen. De halve Jordaan blijkt sporen te dragen van mijn eigen achtergrond.
Cato was aanvankelijk met haar kinderen in een van de gangen van de Willemsstraat gaan wonen – kort voor haar komst nog een jeukende, ziekte verspreidende gracht, die uit hygiënische noodzaak was gedempt. Via kruip door sluip door steegjes kwam je bij de halve woningen en sloppen achter de gewone huizen, waar altijd nog meer mensen in pasten dan je dacht.
Na een tijdje verhuisden ze naar de Passeerdersgracht, toen naar de Laurierdwarsstraat, vervolgens naar de Rozenstraat, en zo verder. Dat was het leven in de Jordaan: soms bleef je drie jaar op hetzelfde adres, soms drie weken. Het was een kwestie van geld en geluk. Als de huisbaas kwam beuren op een moment, dat je niks had, pakte je je schamele boeltje en trok je verder. (…)
Johnny Jordaan
Zanger zie: Musscher, Johannes Hendricus van [1924-1989], alias Johnny Jordaan (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm#2).
Kal, Jan [1946]
Schrijver en dichter
Jan Kal woonde ruim 20 jaar op diverse zolderkamers in de Jordaan, en dichtte onder meer over de Laurierstraat.
Jan Kal is één van de bekendste sonnettendichters in Nederland. Hij heeft het genre de laatste jaren populair gemaakt. Hij heeft er intussen meer dan 1000 geschreven over allerlei onderwerpen, ook actuele en triviale, zoals over voetbal, popsterren, het koningshuis, de moord op Theo van Gogh.
Hij schreef ook over ‘de Laurierstraat 48 IV’ en ‘Een dissident in de Jordaan’ (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa5.htm).
Kooiman, Dirk Ayelt [1946]
Schrijver
Het literaire leven, oplagecijfers, publieke belangstelling interesseren hem niet erg. Hij leeft redelijk terug getrokken. Hij is geboren en getogen Amsterdammer in zijn huis in de Jordaan. Die tijdschriften, waar hij bij in publiceerde, eerst Soma en later De Revisor, leverden een zekere context op. Van buiten af moet dat interessanter geleken hebben dan het in werkelijkheid was. Aan literaire discussies had hij niet zo’n behoefte. Redactievergaderingen vond hij verschrikkelijk.
Kloppenburg, Jacobus [1930]
Beeldend kunstenaar
Zijn atelier was in het voormalig pakhuis De Pelikaan, Lauriergracht 109.
Hij woonde vanaf zijn derde jaar met zijn ouders en stiefbroer Sipke Huisman, die later ook kunstenaar werd, op de Lauriergracht 111. Kloppenburg verzamelde dingen, die hij op straat vond in zijn atelier en benoemde dat als Archief voor de toekomst (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A31.htm). Zijn buurman garagehouder Ruska besloot van de panden dure appartementen te maken en stuurde de brandweer op Kloppenburg af. Die vond alles brandgevaarlijk en de gemeente ontruimde het atelier. Alle spullen werden in 13 zeecontainers opgeslagen. Er ontstond internationaal protest tegen de ruwe wijze waarop met kunst, die men ‘vuilnis’ vond, omging.
Kok-Polder, Helena, [1912-1992] alias Tante Leen
Zangeres van het Jordaanse lied
Ze trad op 43-jarige leeftijd voor het eerst op. Daarvoor was ze schoonmaakster en garnalen pelster.
Bij een talentenjacht haalde ze de tweede plaats achter Johnny Jordaan.
Ze werd de nachtegaal van de Willemsstraat (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm) genoemd.
Kossmann, Alfred [1906-1988]
Schrijver
Hij woonde in de Laurierstraat en schreef in 1971 het ‘Schetsplan voor de Jordaan’ (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60f6.htm#B).
Hij schreef het, nadat de gemeente een plan had gepresenteerd, dat de buurt grotendeels veroordeelde tot de slopershamer. Johnny Jordaan mag dan gevoelig zingen over de Westerstraat, er is helemaal niets moois aan de Westerstraat. Nee, er moet iets gebeuren.
Malasch, Rob
Galeriehouder
Directeur van galerie Serieuze Zaken op de Lauriergracht. Volgens hem kan elke boerenlul een galerie beginnen. Galeriehouders zijn de profiteurs van andermans talent en daarmee een soort bordeelhouders. De vele winkeltjes van melkboeren en kruideniers in de Jordaan worden tot kunsthandels. Ze bieden expositieplek aan kunstenaars, voornamelijk van buiten de Jordaan en ook aan kunstenaars uit het buitenland. Het is jammer, dat die ruimtes zelden bijdragen aan enige culturele activiteit ter plaatse. Kenmerkend zijn de maandelijkse openingshandelingen met bezoekers, die zich, gezien de vaak beperkte ruimte binnen de galerie, met een glas in de hand op straat bevinden. Aandacht voor het geëxposeerde werk lijkt niet zo belangrijk, netwerken wel.
Als de opening voorbij is tref je zelden een kunstliefhebber in de witte kale ruimte aan.
De galeriehouder zit eenzaam de adressen voor de volgende opening te typen.
Maurik, Justus van, [1846-1904]
Schrijver van kluchten en blijspelen
In zijn in 1901 gepubliceerde boek “Toen ik nog jong was” heeft Justus van Maurik over Jacob Frederik Muller en de mythe van een ontoegankelijk en onoverzichtelijk rovershol in de Jordaan geschreven. Hij noemde het een dievenrepubliek en vrijplaats, waar justitie niet op kon treden.
Het Fort van Sjako (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fd.htm) wordt in de verhalen gesitueerd aan de Amsterdamse Elandsgracht.
Van Maurik beriep zich op wat hem werd verteld “door een man op straat, die het van zijn grootvader had gehoord, die het op zijn beurt weer van zijn vader wist”.
Veel van zijn boeken werden geïllustreerd door de graficus Johan Braakensiek.
Mens, Jan [1897-1967]
Schrijver
Hij leerde eerst voor meubelmaker op de ambachtsschool op de Westerstraat 187. Hij werkte bij de biljartfabriek Wilhelmina.
Zijn schrijverschap werd bij de ‘echte’ schrijvers, zoals Jan Greshof en Kees Fens, niet gewaardeerd.
Toch had hij een enorme productie. Hij schreef op een oude schrijfmachine, die hij van de meubelmakersbond kreeg. Zijn oude schoolmeester Theo Thijssen zag wel wat in hem en corrigeerde zijn manuscripten. Dominee Buskes ondersteunde hem. Jan Mens schreef ook voor ‘de Vlam’ het blad van de Onafhankelijke Socialistische Partij. De SDAP vond Jan veel te sloom.
Een van de hoofdpersonen uit zijn boeken, Griet Manshanden (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fc.htm#5), leeft voort in een restaurant van die naam op het Bickerseiland.
Mercier, Hélène [1839-1910]
Schrijfster
Zij begon rond 1870 te publiceren over sociale verbetering (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60f6.htm#12), het feminisme en het maatschappelijk werk.
In 1887 nam zij het initiatief tot oprichting van de eerste volkskeuken in de Jordaan.
Mercier heeft een belangrijke rol gespeeld bij de tot stand koming van de Woningwet van 1901.
Mercier was ook betrokken bij het eerste volkshuis Ons Huis in 1892 in de Rozenstraat
Ze stond aan de wieg van de eerste beroepsopleiding voor het sociaal werk: de Opleidingsinrichting voor Sociale Arbeid, de latere School voor Maatschappelijk Werk.
Meijer, Ischa [1943-1995]
Journalist, toneelschrijver, filmacteur en televisiepresentator
In de jaren tachtig had hij een verhouding met Jenny Arean, die hij aanmoedigde een solotheaterprogramma op te zetten.
In de jaren voor zijn dood woonde hij samen met de schrijfster Connie Palmen in de Reestraat.
Dat is formeel geen Jordaan, maar Ischa heeft er wel een sterke band mee.
Meijer, Jan Cornelis, [1912-1992] alias Johnny Meijer
Accordeonist
Hij kreeg de titel Koning van de Accordeon. Behalve de Jordanese meezingers speelde hij ook snelle swing nummers, Roemeense muziek en klassiek.
Hij was wereldbekend virtuoos jazz accordeonist. Hij trad altijd op met een shaggie in de mondhoek.
Het was een driftig man met een drankprobleem, waardoor hij grote optredens misliep.
Musscher, Johannes Hendricus van [1924-1989], alias Johnny Jordaan
Zanger van het Jordaanse lied
Geboren op 7 februari 1924. Hij woonde op de hoek van de Lijnbaansgracht en de Rozenstraat. Na de ambachtsschool werkte Jan eerst bij de suikerwerkfabriek van J.C. Klene & Co. aan de Looiersgracht. Hij heeft een zwakke gezondheid.
Op negenjarige leeftijd verliest hij bij een stoeipartij met zijn neef Careltje Verbrugge zijn linkeroog, waardoor hij het de rest van zijn leven met een glazen oog moet doen.
Vanaf zijn veertiende zong hij ieder weekeinde in een buurtcafé, en had hij succes met humoristische voordrachten en hij doet er zijn travestie nummer.
Na de bevrijding werkt hij bij een boekbinderij op de Elandsgracht, tot hij een betrekking als zingende kelner krijgt in café De Kuil in de Oudebrugsteeg 27. Hier zou hij negen jaar werken.
Tot zijn doorbraak op zijn 31ste heeft Van Musscher het niet breed. Die armoede is een belangrijk thema in zijn latere werk.
Johnny Jordaan sterft op zondag 8 januari 1989. Lees over het Jordaanse lied: http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm.
Mutsaers, Charlotte [1942]
Schrijfster en schilderes
Mutsaers laat haar eenzame hoofdpersoon van haar roman Koetsier Herfst, Maurice Maillot met kat en hond, wonen in de Jordaan – tot een gevonden mobieltje hem in contact brengt met een mysterieuze vrouw in Oostende. Ze schrijft:
“Na alles wat ik in Europa heb aanschouwd aan overrompelende landschappen, vurige zonsondergangen, voorname lanen, woon avenues, faubourgs, boulevards, alleeën, residentiële wijken of hoe het ook allemaal heten mag, schreeuw ik nog altijd uit volle borst: hoed af voor de Nieuwe Leliestraat!’
Oosterhuis, Huub [1933]
Pastor, dichter en schrijver
Samen met pater van Kilsdonk was hij voorganger voor de Studenten Eclesia in de Tichelkerk.
Later richtte hij de Rode Hoed (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60J.htm#f)op, een plek op de Keizersgracht 102, waar debatten, lezingen en culturele TV programma’s gehouden worden. De Grote Zaal is de grootste en oudste bewaard gebleven schuilkerk van Nederland.
Ovens, Jurriaen [1632-1678]
Kunstschilder
Evenals Govert Flinck een leerling van Rembrandt.
Hij had samen met Flinck een atelier (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#71) op een zolder aan de Lauriergracht, waar in de kelder een bordeel was.
Palmen, Connie [1955]
Schrijfster
Ex van Ischa Meijer, ze schrijft heel veel over Ischa. Ze is de weduwe van Hans van Mierlo.
Connie beweert, dat haar ideeën niet origineel zijn, maar dat ze hun belang ontlenen aan haar stijl.
Een stijl, die zonder meer vlot leest, maar die af en toe toch wat narcistische trekjes heeft.
Connie doet meestal boodschappen op de Elandsgracht en dat is de enige band, die ze met de Jordaan heeft, want ze woont aan de andere kant van de Prinsengracht.
Pieters, Cornelis, [1919-1993] alias Manke Nelis
Zanger van het Amsterdamse levenslied
Manke Nelis begon als bassist en werkte samen met zijn zwager, accordeonist Johnny Meijer.
Zijn artiestennaam was toen Carlo Pietro.
Toen hij na een motorongeluk zijn rechterbeen verloor, ging hij verder onder de naam Manke Nelis
Onder deze naam behaalde hij zijn grootste successen. In 1987 had hij een hit met “Kleine Jodeljongen”.
In 1988 overleefde hij tijdens een Amerikaanse tournee met Nederlandse artiesten een busongeluk in San Diego.
Polzer, Heinz Hermann [1919-2015] alias: Drs P
Zanger
Hij schreef en zong bijzondere liederen. Hij scheef regelmatig een column in de Wijkkrant Jordaan.
Drs. P werd geboren op 24 augustus 1919 in het Zwitserse Thun. Zijn moeder was een Nederlandse, zijn vader een Oostenrijker.
Na de scheiding van zijn ouders ging hij mee naar Nederland met zijn moeder. Ondanks zijn Oostenrijkse vader en zijn Zwitserse nationaliteit is Polzer zo Hollands als maar kan.
In Rotterdam studeerde hij economie en hij volgde pianolessen.
Over zijn privé leven vertelde drs. P weinig. Hij trouwde in 1964, dat is alles ,wat hij erover kwijt wilde.
Sikkels klinken; Sikkels blinken
Ruischend valt het graan.
Als je iemand weg ziet hinken
Heeft hij het verkeerd gedaan!
Post, Mance [1925-2013]
Illustratrice van kinderboeken
We gingen vaak naar de Jordaan. Dat was een arme buurt, maar de straten hadden bloemen en bomen namen. We kochten er garnalen. De garnalen pelsters zaten op de stoep voor hun huisje razendsnel garnalen te pellen.
Het waren sprietige, schele beestjes, die garnalen, maar het was gezellig om in de Jordaan te zijn.
Ik werd er vrolijk van. Lees verder http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LE.htm.
Querido, Israël [1872-1932]
Naturalistisch schrijver en journalist
Bekend zijn vooral zijn boeken, waarin het Amsterdamse volk wordt beschreven in zijn cyclus ‘De Jordaan’ (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60f3a.htm). Om dit werk te kunnen schrijven ging hij in 1906 voor een paar jaar in de 1e Goudsbloemdwarsstraat wonen. Iedere dag zat hij in café Manke Gerrit op de hoek van de Willemsstraat te luisteren naar de Jordaners om hun taal en manier van doen goed te kunnen begrijpen.
Reimsma,Tjit [1945] alias Nicolaas Matsier
Schrijver
Hij heeft oog voor het bijna onzichtbaar gewone en dit is zijn schrijversthema.
Bijvoorbeeld, dat men tegenwoordig het geluid van een fietsbel niet meer hoort.
Dat zou best eens de reden kunnen zijn, dat hij veel voor kinderen schreef, die immers ook op de kleine dingen om hen heen letten.
Er zijn voorvallen, zo klein, dat ze onmiddellijk weer vergeten dreigen te zijn.
Nicolaas Matsier woont sinds 1974 op de Palmgracht. In 1976 werd hij redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor, twee jaar eerder opgericht ten huize van Dirk Ayelt Kooiman op de Brouwersgracht. Vooral in zijn korte verhalen in NRC Handelsblad en Vrij Nederland verwerkte hij veel eigen Jordaan ervaringen.
Reve, Gerard Kornelis van het, [1923-2006] alias Gerard Reve
Schrijver
Reve heeft enige tijd met zijn vriend ‘Teigetje’ in de Eerste Rozendwarsstraat gewoond. De ramen aan de achterzijde keken uit op de kantoren van Erven Lucas Bols. De medewerkers klaagden bij de zedenpolitie, dat de heren poedelnaakt in huis rond liepen en schandelijke handelingen verrichtten om het personeel te shockeren. Reve schreef een brief aan de directeur met verontschuldigingen en moest beloven, dat het niet weer zou gebeuren. Het was in de tijd, dat Reve optrad in het TV programma ‘Zo is het toevallig ook nog nog ’s een keer’. Op het programmaonderdeel over beeldreligie kwamen van vele kanten klachten van geschokte christenen. Reve moest in 1966 verhuizen, nadat een stuk van de voorgevel ingestort was. Hij woonde in 1947 ook enige tijd in het Nieuwe Suykerhofje
Rijn, Rembrandt van [1606-1669]
Kunstschilder
De beroemdste bewoner van de Jordaan. Hij moest wegens financiële problemen zijn statige koopmanshuis aan de Jodenbreestraat verkopen en naar een huurhuis aan de toen nog ongedempte Rozengracht 184 (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60f3a.htm) verhuizen.
Hij woonde er van 1655 tot zijn dood samen met Hendrickje, Titus, en de kleine Cornelia.
De huur is fl. 225 per jaar. Hendrickje en Titus zetten een kunsthandel op, waarvoor Rembrandt schilderijen maakt.
Officieel zijn Hendrickje en Titius de eigenaars, zodoende ging het verdiende geld niet naar de schuldeisers.
Rembrandt ligt begraven in de Westerkerk.
Rosenboom, Thomas [1956]
Schrijver
Hij geeft de Jordaan een plaats in zijn boek ‘Publieke werken’
De Jordaan was tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw een buurt voor arme lieden. En pas na 1920 werd het Jordanese volksleven object van romantiserende boeken, revues, films en smartlappen. Tegenwoordig is het allang geen arbeidersbuurt meer: er wonen nog wel een aantal bejaarde bewoners met weinig inkomen, die hier zijn opgegroeid, maar daarnaast ook veel artistiekelingen, studenten en welstandige intellectuelen, zoals Thomas Rosenboom.
Santen, Sal[1915-1998]
Schrijver en trotskist.
Hij kwam uit een joods socialistisch arbeidersgezin in de Jordaan. Zijn vader Barend was schoenmaker.
In zijn boek ‘Jullie is Jodenvolk’ vertelt hij over deze jeugd en over hoe zijn gehele familie werd vermoord in de holocaust. Zelf overleefde Sal Santen de oorlog door zijn gemengde huwelijk met Bep Blaauw, stiefdochter van de revolutionaire socialist Henk Sneevliet. In 1960 kreeg hij 15 maanden gevangenisstraf, omdat hij de Algerijnse verzetsbeweging had proberen te helpen met valse Franse Francs. In 1967 brak hij teleurgesteld met zijn politieke “vrienden”. Hij schreef hierover Adios Companeros. Hierna wijdde Sal Santen zich aan het schrijverschap.
Scholte, Rob [1958]
Spraakmakende kunstschilder
Op 24 november 1994 ontploft een autobom (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60NO.htm) in de Laurierstraat. Van liquidatiepogingen in de onderwereld met autobommen kijkt in die jaren niemand meer op, maar déze bom houdt tot op de dag van vandaag de gemoederen bezig, niet in de laatste plaats om dat Scholte alle geruchten aanwakkert. Scholte verliest zijn benen, zijn vrouw Micky Hoogendijk haar ongeboren kind.
Schwart, Louis [1896-1968], alias Louis Noiret
Zanger
Ontdekker van vele talentvolle Jordaanse zangers.
Straaten, Peter van [1935]
Tekenaar
Hij veroorzaakt ophef door levensgrote erotische prenten in een galerie in de Hazenstraat ten toon te stellen. Ze zouden aanstootgevend zijn voor de kleuters van de Montessorischool in de Elandsstraat.
Swaanswijk, Lubertus Jacobus [1924-1994]. alias Lucebert
Dichter en beeldend kunstenaar
De keizer van de vijftigers. Hij is aan de Lauriergracht 50 (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#5) geboren en woonde tot zijn 14e op de Lijnbaansgracht 62a. Hij zat op de Westerstraat school, de latere Theo Thijssen school.
Als hij een jaar of tien is, maakt hij het Jordaanoproer mee. Het straatgeweld en het autoritaire machtsvertoon van de overheid maken een enorme indruk op hem.
In 1939 krijgt de hij een beurs voor het Instituut voor Kunstnijverheid Onderwijs, maar na enkele maanden al moet hij er van af, omdat zijn vader hem nodig heeft in zijn bedrijf. Met baantjes moet geld in het laatje komen. Hij is jongste bediende op een kantoor en tekenaar van bioscoopreclames.
Op 15 september 1999 zou Lucebert 75 jaar geworden zijn. Voor De Rode Hoed was dit de aanleiding voor een programma rond Lucebert Levend, in samenwerking met de Werkgroep Kunst en Cultuur Jordaan. De presentatie was in handen van Huub Oosterhuis.
Thijssen, Theo [1879-1943]
Onderwijzer en schrijver
Net als zijn beroemde romanheld Kees de jongen, groeide Thijssen op in de Jordaan.
Zijn vader had een schoenwinkel met werkplaats. Tot zijn tiende woonde hij in de Eerste Leliedwarsstraat (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60I2.htm#A), daarna twee jaar in de Runstraat. Hij ging op school in de Tuinstraat en naar de Tussenschool G aan de Prinsengracht 239.
Hij kreeg les van meester Blokker, de grootvader van Jan Blokker.
Toussaint, Dolf [1924]
Fotograaf
Toussaint fotografeerde de Jordaan (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa3.htm#13) op een intense manier. Hij richt zijn lens in de eerste plaats op de mensen en hun bezigheden. Van de kinderen en hun spel op straat tot de feest vierende volwassenen in die ‘mooie en fine Jordaan’ Daarnaast werd Dolf bekend om zijn foto’s van het politiek bedrijf in Den Haag.
Uylenburg, Hendrick [1587-1661]
Kunsthandelaar
De firma Uylenburgh (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa.htm#70) had een pand betrokken op de Lauriergracht, voorheen bewoond door Govert Flinck en Jurriaen Ovens.
Zijn zoon Gerrit van Uylenburgh volgde zijn vader op en breidde de zaak internationaal uit.
Die kwam in 1671 in opspraak, toen hij dertien valse schilderijen aan Frederik Willem, de keurvorst van Brandenburg, wilde verkopen. Gerrit van Uylenburg en de firma ging in 1675 failliet.
Verbrugge, Carel [1926-1985] alias Willy Alberti
Bel Canto zanger
Geboren op 14 oktober 1926 in de Konijnenstraat (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fa6.htm#3).
Moeder Fie van Musscher en vader Ko Verbrugge hadden acht kinderen. Careltje was het derde kind. Pa werkte in het café van Nelis de Moor aan de Prinsengracht als de eerste zingende kelner van Amsterdam. Daar had Careltje zijn gouden stem vandaan.
Careltje ging naar dezelfde school als zijn neef Jantje van Musscher (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm#2). Samen zongen ze bij de terrassen van het Rembrandtplein en het Leidseplein.
Ome Henk Schwarz, een vaste bezoeker van de cafés, raadde de ouders van Careltje aan hem zangles te laten nemen. De eerste zangleraar was Eimert Overdijk.
In 1939 won Careltje de eerste prijs in een zangwedstrijd in het Broadway Cabaret op het Rembrandtplein. Dat was het begin van zijn carrière. Henk Voogd, (Henvo), die al vele artiesten had ontdekt, introduceerde Careltje in het Asta theater. Na zijn vijftiende jaar ging het snel met zijn hoge open tenor geschikt voor bel canto. Zijn Italiaans was van eigen makelij.
Hij kreeg zang en spraaklessen van de concertzangeres Maria Hoving-Van Driel, die hem perfect Italiaans leerde zingen.
Hij trouwde met Ria Kuiper en in 1945 werd Willeke Verbrugge (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm#7, Willeke Alberti) geboren.
Het gezin woonde bij de grootouders aan de Lijnbaansgracht in.
Vanaf 1948 kwam de doorbraak voor de ‘Tenore Napolitano’ met radio optredens en platencontracten.
In 1958 kwam hij voor het eerst op de TV in het programma van Tom Manders (Dorus). Van zijn hit ‘Marina’ werden 700.000 platen verkocht. In 1959 trad hij zelfs in New York op en in 1980 voor koningin Juliana bij haar aftreden.
Op 18 februari 1985 is Willy Alberti overleden.
Verbrugge, Willeke [1945] alias Willeke Alberti
Zangeres
Maakte als dertienjarige haar podiumdebuut.
In 1958 maakt ze haar eerste singletje met haar vader: Zeg Pappie ik wilde U vragen Ze valt succesvol in voor haar zieke vader. Dat optreden is het begin van haar carrière. Maar eerst moet Willeke de MULO afmaken. Vader Alberti ziet zijn dochter liever in een ordentelijk beroep, bijvoorbeeld als pedicure.
Willy en Willeke hebben in 1965 een eigen televisieshow. Morgen ben ik de Bruid dat betekent letterlijk en figuurlijk het einde van haar jeugdjaren. Ze trouwt in datzelfde jaar met bassist Joop Oonk.
Als ze een Edison krijgt is dat de bekroning van haar carrière als tiener ster.
Skip Voogd schrijft: ‘als ze blijft, zoals ze nu is, wel, dan zal ze een graag geziene vocaliste met een eigen ‘personality’ blijven.’
Verhoeven, Nico [1925-1974]
Dichter
Verhoeven woonde geruime tijd in het voormalige huis van Breitner op de Lauriergracht nr. 8. Hij had bemiddeld in het vinden van een huisje voor Gerard Reve in Greonterp, waar hij zelf een landarbeidershuisje had. Reve droeg zijn boek ‘Het lieve leven’ aan hem op.
Vinkenoog, Simon [1928-2009]
Schrijver en dichter
Hij woonde korte tijd op kamers Bloemgracht 8 in de Jordaan. Daar schreef hij in 1962 zijn boek Hoogseizoen Alles kan en alles mag, als het maar in het Nederlands is, en gedicht kan worden genoemd. Doe mee, overschrijd de drempel, beluister hoe je eigen woorden klinken voor publiek. Laat naar je kijken! Laat van je horen!
Vinkenoog werd in 1928 geboren in Amsterdam en groeide op bij zijn alleen staande moeder in de Pijp.
Hij was voorstander van het gebruik van geestverruimende middelen en werd hierdoor wel de Wietambassadeur genoemd. Hij maakte deel uit van de beweging van de Vijftigers, die zich afzetten tegen de heersende kunstopvattingen en conventies.
In 2004 was Vinkenoog ad interim Dichter des Vaderlands.
Hij is op 12 juli 2009 aan een hersenbloeding overleden, nadat eerder bij hem een been geamputeerd was vanwege vaatontstekingen. Zie ook: http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60fc.htm#E.
Vondel, Joost van den [1589-1679]
Dichter
Toen het “Nieuwe Werck” bijna klaar was publiceerde hij Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste, omdat hij vond dat oud Amsterdamsch te mal, en plat Antwerpsch te walgelijk was. Lees meer over taal in de Jordaan: http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60a.htm.
Voogt, Henk [1896-1975], alias Henvo
Zanger en liedjesschrijver
De tekst van een liedje, ooit gezongen in een revuetje van Henvo, ging over een Javaans meisje en het refrein was steeds “O sabberiosia, sabberijeejeejee holadio!” Een contrast tussen de verfijnde Indische cultuur en de grove Hollandse liedkunst.
Henvo was de ontdekker van bekende zangers (http://www.tussentaalenbeeld.nl/A60LC.htm#8) in de Jordaan.
Vries,Theun de [1907-2005]
Schrijver
Hij woonde op de Egelantiersgracht 66. Hij werd verguisd, omdat hij communist was.
Zat ook voor de CPN in de Gemeenteraad en 2e Kamer. Theun de Vries schreef o.a. ‘Het meisje met het rode haar’
Gerard Reve had de pest aan Theun de Vries. Hij noemde hem een vent met een Karpaten kop.
Reve vroeg de Nederlandse Luchtmacht de bovenverdieping van de Vries, tegen vergoeding van de kosten, met precisie te bombarderen.
Wout, Rob [1928-2001], alias Opland
Politiek cartoonist
Hij woonde in de Egelantierstraat 52.
“Ik ben een arbeider in continue dienst. Een prentenbakker, een vent, die het doorgaans niet te lezen commentaar een beetje populair voor de mensen vertalen kan. Tekeningen, die zorgen, dat hoop ik tenminste, dat de mensen een beetje blijven nadenken.”
de Jordaan tussen taal en beeld
Plaats een reactie