Cor Hendriks – Als ‘t regent en de zon schijnt (1): Kermis in de hel (with an English summary)

Als het regent en de zon schijnt,
is het kermis in de hel.

Als het regent terwijl tegelijkertijd de zon schijnt, wordt in Nederland wel gezegd: Het is kermis in de hel. Deze weerspreuk wordt meestal fout uitgelegd. In het Idioomwoordenboek van Van Dale wordt gezegd bij ‘Kermis in de hel’, wat gezegd wordt als het regent en de zon schijnt: ‘De kermis gold als iets plezierigs, een verzetje, de hel als het absolute tegendeel.’ Wat hierbij over het hoofd wordt gezien, is dat ‘kermis’ meer betekenissen heeft dan het bekende volksfeest. Zo wordt van een vrouw in de menstruatie gezegd, dat het bij haar kermis is (de rode vlag hangt uit). De Bilderdamse kermis is billenkoek. Het is Breugel-kermis wil zeggen van een vrouw, dat ze ‘vlagt’ (haar onderrok onder haar rok uitkomt), terwijl in het Rijnland van een uit de broek hangend hemd (ook ‘vlaggen’ genoemd) wordt gezegd: ‘Morgen ös et Kirmes, de Fahn hängkt ut!, bei dem is et Kirmes!, du has Kirmes an de Boəm (Hosenboden)!, en hat Kirmes geflagg; de Fahn herut, morge hässe Kirmes! Wenn et Kirmes es, dann hange wer der Hembschlepp erut!’[1]
Ook kan kermis de betekenis hebben van ‘een huiselijke ruzie’, of zoals het WNT zegt bij: Het is er kermis: er wordt getwist en lawaai gemaakt. Ook wordt wel gezegd: ’t Is kermis in de lochting [tuin], wat ook wordt gezegd als het regent en de zon schijnt. Het gezegde van de kermis in de hel was al bekend sinds het midden van de 16e eeuw, waar we het aantreffen in een van de oudste nederlandstalige spreekwoordenboeken, dat van Symon Andriessoon, genaamd Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden uit 1550, waar het spreekwoord met zijn uitleg luidt: ‘Tis kermis inde hel: Dat seytmen alst reghent ende als de sonne schijnt, oft oock seytment als man ende wijf malcanderen slaen.’[2] Deze betekenis van de echtelijke twist ging echter verloren en Carolus Tuinman, schrijver van De oorsprong en uitlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden uit 1720, moest bij de uitleg van Als ’t regent en de zon schynt, is ’t kermis in de hel bekennen: ‘De grondreden en eigentlyke meening van dit spreekwoord kan ik niet gissen.’ Hij komt dan met de mening van de Heer J. De Bruine, die vermoedt, ‘dat hel verbastert is uit hal, dewyl ’t dan groeizaam weder is, waar in de slachtbeesten voor de hal konnen vet-geweid worden. Dus is dan daar neering en welvaart. Ik weet niets beters.’ Derk Budding, in zijn Verhandeling over de Noordsche godenleer (1836, 91f) vermeldt de weerregel: wanneer de zon schijnt en het regent, verblijden zich de boeren als een verklaring voor ‘kermis in de hel’. In Delft zou men zeggen: als de zon schijnt en het regent, begeven zich de kermiskramers in de hal. Hal en hel zouden dezelfde betekenis hebben. Ook een andere schrijver denkt in die trant: ‘Als de zon schijnt en het regent is het groeizaam. Het vee heeft veel voedsel. Ze worden vet. De slagers in de hel (hal) verheugen zich hierin.’ Volgens Marten Douwes Teenstra (1846, 89) zeggen ‘onze’ matrozen als het dondert, terwijl de zon schijnt: Het is kermis in de hel, de duivel slaat zijn wijf! En hij voegt eraan toe: “Door dit kermis verstaan zij ‘straf, executie van straf’; zo zeggen ze ook: Kom maat! Laat ons naar boord gaan of het zal kermis worden (wij zullen straf krijgen).” Echter kermis is niet straf, maar hetzelfde als ‘de poppen zijn aan het dansen; gedonder in de glazen, stront aan de knikker, de rapen zijn gaar; de boot is aan, the shit hits the fan’, etc., uitdrukkingen die van alles kunnen inhouden, te beginnen met ruzie. In Rijnland wordt dit van feest gezegd: Fest häbben möt (tegen) enen wegen wat, zu kämpfen haben mit einer …; woordenwisseling; die hodde wer Fest ongeren(onderling). De Fransen zeggen: Voilà le bal qui commence; ook in Nederland: het is er weer bal (er is ruzie).[3]
In Vlaams België is de kermis in de hel ook zeer bekend, zoals in Denderleeuw, waar men zegt:
’t Zonneken schijnt en ’t regent,
’t Is in d’helle kerremis.
Krakeel in huis noemt men hier potjeskerremis.[4]
De oudste Duitse versie is te vinden in de Florilegium Politicum uit 1630 van Christ. Lehmann, waarin het heet:
Wenn die Sonn scheinet vnnd zugleich regnet,
so ist in der Hölle Kirchweih.
Een Kirchweih, letterlijk het feest van de kerkwijding, is hetzelfde als ‘kermis’, van ‘kerkmis’, het feest van de wijding van de kerk.
In Neder-Duitsland heeft het spreekwoord de volgende varianten:
As (Wenn) ’t regent en (und) de Sonne schinnt,
es et in de Hell Kermes
of:
Wenn es regnet und die Sonne scheint,
ist in der Hölle Kirmess
of:
Wenn et regent on de Sonn schingt,
hät d’r Deuwel Kirmes
of:
Wenn es bei Sonneschein regent,
so ist Kirmes in der Hölle,
of Die in die Hölle haben Kirmes, wat geworden is tot: Frau Holle hat Kirmes, wat ook de Achterhoekse volkskundige ‘Meester Heuvel’ opmerkt: bij regen met zonneschijn houdt vrouw Holle kermis.[5]
In Antwerpen hebben ze het over duiveltjeskermis, in de Kempen is ’t duveltjes-, duvelkenskermis of de duvels houwe keeremesse. De kermis van de duivel is ook bekend uit de heksenprocessen: in 1652 verklaarden drie kinderen te Bingenheim, dat het op de Duivels kirmes zeer lustig is. In het Rijnland heet het:
Wenn de Sonne schinnt on et reəngert,
hät der Düvel Kirmes
of dan hät der Düvel Schöttelplackskermes of Schottelplaggenkirmes, een ‘vaatdoekenkermis’, dan hät der Düwel Kirmse met Schottelplangen. Ook wordt gezegd: Der Düwel hät Schottelplacke fel (biedt vaatdoeken te koop aan), of ze verkofen, of hät der Schottelplack füər de Sonn gehange. In het Limburgse Ulestraten zeggen ze van motregenen:regenen uit een schottelsplak. Ook in Nedersaksen wordt gezegd:
Wennt regnet un de Sünne schint,
dann holt de Deuwel Kärmste.
En ook in Hessen-Nassau heeft de duivel kermis. In het Rijnland wordt een rijmvorm ingebouwd, waarin het de maan of de wolf is, die huilt:
de Sonne schinnt,
der Mond grinnt,
et es Kermes ä gen Hell
of:
De Sonn schinnt,
der Wolf grinnt,
et es Kirmes ejen Hell.[6]
Ook wordt wel gesproken over kermis voor de kippen of het is kippe(n)kermis en in Oost-Brabant de henne hebben kermis, wat ook in Duitsland bekend is. Ook in Marken zegt men: Het is kermis voor de kippen en in Monnikendam: ət Es kerməs vò,wr də kEpə.
De Vlaamse variant ‘kermis in de lochting’, die we eerder zagen, kent een aantal komische uitbreidingen:
’t Regent en de zonne sching’,
’t Is kermesse in de pastoor ze lochting
en uit Zegelsem:
’t Regent en ’t zonneke schengt!
’t Is kermis in de koolelocheng!
Met als variant uit Oost-Vlaanderen:
’t Regent en de zonne schingt!
’t Is kermis in de koornloching!
Ook hier komen we de verbinding met de maan tegen:
’t Regent,
het zegent,
het maantje schinkt,
’t is kerremesse in de pastor zijn lochtink.
In Sleeswijk-Holstein wordt gesproken over een heilige dag in de hel (se hebbt in de Höll ’n heiligen Dag), wat ook op een kermis kan slaan, want kermis betekent kerkmis, een kerkfeest, verbonden met een heilige, dus een heiligendag. In Oldenburg spreken ze van een feestdag (denn is in de Helle Festdag) en in Hessen-Nassau evenals in Rijnland heeft de duivel Namenstag, wat een contradictio in terminis is, want de duivel heeft zijn naam van zichzelf (niet van een heilige!) en ook geen verjaardag.[7]
Soms wordt de uitdrukking uitgebreid. In Vlaanderen wordt wel gezegd:
’t Is kermesse in d’helle
En de duivels eten braambusschen.
Ook wordt daar wel gezegd:
’t Is kermesse in d’helle
En den duvel slaat zijn wijf.
Ook Niermeyer (Verhandeling over het booze wezen, 95) kende de uitbreiding de duivel slaat zijn wijf en zegt erover: ‘Meestal hoort men het laatste lid dezer phrase niet; dat het er echter bij behoort, blijkt uit het Fransche le Diable bat sa femme, bij gelijktijdigen regen en zonneschijn.’[8]
Hier zijn we dus aangekomen bij de huiselijke ruzie, die er in de hel plaats heeft, waarover meer in de volgende aflevering.

Literatuur:

Kuusi, Matti, Regen bei Sonnenschein (zur Weltgeschichte einer Redensart), Helsinki 1957.
Summary:

The Dutch saying ‘Het is kermis in de hel’ when it is raining and the sun is shining at the same time, is usually explained wrongly: the kermis (a fun-fair) is something pleasant, while the hell is the opposite. This overlooks the fact that kermishas other meanings. For instance, a woman who has her period is having kermis. When the underskirt of a woman is longer than her skirt or when a man’s shirt is hanging out of his pants, they are having kermis. Also a spanking is sometimes called holding kermis. Another meaning of kermis is a domestic quarrel. The oldest appearance of our sayingkermis in de hel is in the collection of proverbs of Symon Andriessoon, called Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden of 1550, where the proverb with its explanation is: ‘Tis kermis inde hel: Dat seytmen alst reghent ende als de sonne schijnt, oft oock seytment als man ende wijf malcanderen slaen (This is said when it rains and the sun shines, or also it is said when man and wife beat each other).’ This meaning of the domestic quarrel was lost and strange other explanations were advanced, where hel was thought equal with hal (hall).
In Flanders the kermis in de hel is also known, while the oldest German version can be found in the Florilegium Politicum of 1630 by Christ. Lehmann. Several Low-German examples are given resulting in Frau Holle hat Kirmes, which was also known in the east of the Netherlands.
In Antwerp the phenomenon is also called duiveltjeskermis, and the fun-fair of the devil was already known in the time of the witch-trials: in 1652 three children at Bingenheim declared that on the Devil’s kirmes it was very lustig (amusing, lusty). In Rheinland, where the Devil also has his Kirmes, they also speak of the Devil holding Schottelplaggenkirmes(dish-cloth fair), or it is said that he has dish-cloths for sale, or has hung the dish-cloth before the sun, obviously to let it dry, and the dripping is the rain. The Devil’s fair is also known in Lower Saxony and in Hessen-Nassau.
In parts of Holland and West Germany they also speak of a kippe(n)kermis (chicken fair). In Flanders they know ofkermis in the lochting (in the garden), sometimes called a koolelocheng (cabbage garden) or a koornloching (corn garden), or the pastor zijn lochtink (the priest’s garden).
In Schleswig-Holstein they speak of a ‘holy day’ in Hell, which can also mean a kermis, because kermis means church-mass, a feast connected with a saint (a holy person). In Oldenburg they speak of a feast-day in Hell, while in Hessen-Nassau and the Rhineland the devil has Namenstag which means the same (name day = saint’s day), but is strange for the devil, because he has no name and no birth- or dying day.
Sometimes the expression ‘kermis in de hel’ is extended. In Flanders they say that the devils are eating braambusschen, which is not translated correctly by Kuusi. He thinks the devils are eating berries (Dutch: bessen), while in fact they are eating bramble bushes, not a pleasant meal with all those thorns! Also it is said there that the devil is beating his wife, in French: le diable bat sa femme, which will be the subject of the next instalment.
[1] Hans de Groot (red.), Idioomwoordenboek, Van Dale Utrecht e.e. 1999, 407. 1944, 28). Cornelissen 1930, III, 28; ook in Rijnland: die hat Kirmes!, an de Kirmes kommen (RheinWb IV, 540), in Thüringen: sü hat die Kermes (ThürWb III, 432). Cornelissen 1930, III, 28f; in Thüringen: iech lech dich über’sch Knie, dann helt dei Hintera Kerwa! [Kirchweih = kermis] en heit [heute] hält der Hintern Kirmes! (ThürWb III, 432f.); in Rijnland: ‘Sommeten häs du Kirmes; Glik häuls de Kirmes!, din Ärs (Fott, Köntje) hölt Kirmes, ow Kont sall ik wöll Kirmes halde, dem sin Bocks hält Kirmes.’ (RheinWb IV, 537f). In Well aan de Maas (Ned. Limburg): Zien keuntje haj kermes! Hij kreeg flink voor de broek! Har: Mijne hand zal met jou gat kermis houden. Eene bedreiging aan het kind, dat men hem wat voor de billen zal geven. (II, xlvia). RheinWb IV, 536.

[2] WNT VII, 2375 (In Well aan de Maas betekent Het is daar kermis: daar wordt flink ruzie gemaakt). Symon Andriessoon, Duytsche Adagia ofte Spreecwoorden, Antwerp 1550, heruitgegeven Hilversum 2003 (ed. Mark A. Meadow & Anneke C.G. Fleurkens), 264, r. 100.7.

[3] Van Dale 1999, 670. ID., 33: danspartij; Van Dale 1984, 240: II. bal danspartij; het is (er) weer bal, ze zijn weer aan de gang; een bal schoppen, herrie, ruzie, keet maken). Ook ID, 1318: kermis 4. vrolijk rumoer; het is weer kermis, er wordt getwist en lawaai gemaakt; ’t zal kermis zijn, er zal wat zwaaien, je zult ervan lusten.

[4] Cock-Teirlinck VI, 218f nº3; Hiel 1931, 152 (Dendermonde).

[5] Wander III, 1592 nº1 uit Kleve; ID. 1597 nº113; ID. 1598 nº118 uit Düsseldorf naar Firmenich I, 438, 11; Kühn 1859 II, 90 nº282a uit Glaufdorf bij Iburg; Montanus, Die deutschen Volksfeste, Iserlohn 1854-59, 38; WNT XII, 1380; Beirens nº867, 868: aan de Rijn; Heuvel, 42 zonder vermelding.

[6] Corn.-Vervl. 1899, 390: Duveltjeskermis; in het Land van Waas: ’t Is duvelkens kermis. Als het in het Waasland stormt, zegt men: De duivels houden kermis(Roeck, in Vk 99, 382). Diefenbach 1985 (= 1886), 99. RheinWb VIII, 212. Kruijsen, Woordenboek van de Limburgse Dialecten, 2004, III,4.4, p. 67. RheinWb III, 770. N-SächsWb VII, 98 = III, 632; Hes-NasWb IV, 51. RheinWb VIII, 212; IX, 615.

[7] Röhrich 1973, I, 510; Hes-NasWb IV, 51; RheinWb VIII, 1152. VI, 75.

[8] Kuusi F-P Fl 9, die busschen opvat als ‘bessen’, dus een heerlijk maaltje; maar het zijn daarentegen ‘bossen’ en dat valt voor de duivels vies tegen met al die doornen. F-P&V Fl 1; F-V Fl 3: ’t Regent en de zonne schynt, de duivel slaat zyn wyf naar Gezelle ±1880. Ook Schrijnen, Volkskunde I, 97 heeft het over ‘onze’ zegswijze: de duivel slaat zijn wijf, als het regent en de zon schijnt, evenals Chamb p. 279: in Holland and in France, ‘The devil is beating his wife’. Teenstra 1846, 89: De Fransen zeggen: Le diable bat sa femme, wanneer het bij zonneschijn dondert en regent. // Internet: Kees Poek 1987: Als het ’s zomers regent en de zon schijnt zegt men wel eens: De duvel slaat zijn wijf. Een andere uitdrukking is: het is kermis in de hel, wat op hetzelfde neerkomt, want kermis is een spottende aanduiding van een echtelijke ruzie. Dezelfde uitdrukking bestaat in het Frans: le diable bat sa femme, en het Duits: Der Teufel schlägt seine Mutter (Grossmutter). (Misschien zag men er iets in van een ontmoeting der tegendelen: de zon en regen). // In Twente: Zonneschijn bij regen: de duivel slaat zijn vrouw(Dr.Bl. NS 2, 64) Eerenbeemt 1974, 95: Als tijdens de regen de Zon schijnt, spreekt de volksmond over kermis in de hel en zegt de boer: de duivel slaat zijn grootmoeder. Zij huilt en hij lacht.

Als PDF:
Als ’t regent 1

2 Comments

  1. In zn rond antwerpen is het ook kermis als de kinderen luid huilen en is dan pejoratief bedoeld

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image