Cor Hendriks – Als het regent en de zon schijnt (21): Andere heksenzaken (with English summary)
In een Catalaanse spreuk brengen de heksen verdriet:
‘Plou i fa sol,
Les bruixes porten dol.’
De heksen (of oude wijven) waren rond in Spanje: ‘andan las brujas alrederor’, in Panama komt een oude vrouw met een lantaarn en in de Provence gaan ‘las brouchos’ op weg naar Oloron.
In Portugal zijn ze in Antanhol om de slak te wikkelen in een danskleed, of ze spinnen pikdraad.
De Finnen zeggen: ‘De oude vrouwen zijn vol ergernis’.
Bij de Neder-Wenden in de Poolse Lausitz fladdert als het bij zonneschijn regent de dag- en nachtgeest Murawa in de gedaante van een asgrauwe vlinder rond, die daarom in het Wendisch ook ‘Khodojta (heks)’ heet, en maakt van de gelegenheid gebruik om iemand schade toe te brengen.
Een afwijkende spreuk met heksen uit Noord Friesland, heeft Jacob Grimm:
‘Wenns regnet und die sonne scheint,
werden die hexen am ende der welt begraben.’
Bij de Serviërs wordt een heks geboren, zoals ook bij de Roemenen in die contreien, maar de Kroaten zeggen dat de heksen broeden. In Slavonië zingen de kinderen: ‘De regen valt, de zon schijnt, op de witte berg broeden de Vilen zich uit’ of ‘de Vilen worden geboren.’
De Letten zeggen, dat tijdens de zonneregen een heks sterft.
Bij de Finnen wordt een oude vrijster of worden alle oude vrijsters begraven: het is de begrafenisdag van de oude vrijsters; maar als de zon schijnt en het sneeuwt, dan worden alle oude vrijgezellen begraven, wat de Finnen in Rusland verbinden met de zonneregen.
In Finland is ook een merkwaardig verhaal verbonden aan de regen met zonneschijn, waarin sprake is van een ‘nest van oude vrijsters’. Dit bevindt zich in de huizen van Meronen en Meskimäki of in de dorpen Ylentelä en Vaittila of in het huis Ukkonen in Vanhakylä, d.w.z. ‘Ouddorp’, waarbij Kuusi opmerkt, dat het ‘spotlied’ ruim bekend is in het Oostfinse dialect, waarbij de namen van de dorpen steeds veranderen. Ook is sprake van het nest van een oude vrijster, dat zich bevindt onder de bank van Veld-Erik (Pelto-Erkin) of ‘in dit huis of dorp kan een nest van oude vrijsters zijn’, eveneens met diverse varianten.
Een standaardzin in deze spreuken is ‘Het zal wel zomer worden’, waarna de ‘nest’-regels volgen. Zo ook in varianten, waarin van andere nesten sprake is. ‘In het dorp Jatkola in Pyhäjärvi is een nest van grote hoeren’, ‘aan de kusten van Tyyririnta bevindt zich een nest kletskousen’, ‘het nest van Nuuti Paaso bevindt zich aan de oever van een koude zee’, ‘onder de arm van een oude vrijster is het nest van de knecht Johan (‘renki-Jussin’)’, ‘in de slaapschuur van de dienstmaagd van de buurman is het nest van onze jongen’, ‘op het erf van Pinna-Jakob (‘Pinna-Jaakkon’) bevindt zich een nest pijpsnavels’, ‘onder de voorraadschuur van Holttilainen is het nest van Sleeën-Miina (‘Reki-Miinan’)’, ‘de heren van het kerkdorp nesten bij de familie Palonen’, ‘in de aars van het moedertje van Heiskari bevindt zich het nest van een watervogel’, met varianten ‘onder de rok van Materon Maija’, of ‘onder de rok van ons dorpsmeisje … van een kleine vogel’, of ‘onder de rok van een oude [vrouw] heeft een rat zich genesteld’, ‘onder de arm van de dienstmaagd Manta … een schreiende vogel’, wat in 1783 door Christfrid Ganander verklaard werd als ‘de wieg en een huilend kind’. Ook wordt gezegd: ‘Onder de voorraadschuur of op het erf van Alatalo bevindt zich een nest kleine vogels’, met varianten als ‘aan de rand van Kenninkangas … van een kraanvogel’, of ‘aan de oever van een groot meer … van een spreeuw’, of ‘aan de oever van het Lammi-meer’, of ‘aan de oever van de Oravi-fabriek’. Een andere spreuk zegt: ‘In de zomer ging ik wandelen en vond een vogelnest’, met varianten. Gesproken wordt van een liefdeslied, dat na de bekende regel van zon en regen vervolgt met ‘Mijn hartenliefste heeft al een kant en klaar nest.’ Nog een Finse spreuk zegt: ‘Het regent, de zon schijnt, de vogels nesten, maar met de zomer van de meisjes van het dorp mag het anders worden.’ Tot slot: ‘Het regent, de zon schijnt, de dwazen van het dorp Parkkola bestellen hun zaad in het gerooide land.’
English summary
In a Catalan proverb the witches bring dole (grief). The witches (or old women) are roaming about, in Panama an old woman with a lantern comes and in the Provence the witches start out for Oloron. In Portugal they are in Antanhol to wrap the snail in a dancing-cloth, or they are spinning pitch-tread. The Fins say, ‘The old women are full of vexation.’ At the Lower-Wends in Polish Lausitz, when it rains at sunshine, the day and night-spirit Murava hovers around in the appearance of an ash-grey butterfly, which therefore is called in Wendic ‘Khodojta (witch)’, and uses the opportunity to inflict harm on someone.
A deviating proverb is communicated by Jacob Grimm: ‘When it rains and the sun shines, the witches are being buried at the end of the world.’
In Serbia a witch is born, as well as with Rumanians living there, but the Croats say that the witches are brooding. In Slavonia the children sing: ‘The rain falls, the sun shines, on the white mountain the Vilas are hatching themselves,’ or ‘the Vilas are being born.’
The Latvians say that during the sun-rain a witch dies. With the Fins an old spinster or all old spinsters are buried: it is the funeral day of the old spinsters; but when the sun shines and it snows, then all old bachelors are being buried, which the Fins in Russia connect with the sun-rain. In Finland there is also a quaint story connected with the rain with sunshine, in which there is talk of as ‘nest of old spinsters’. This is situated in the houses of Meronen and Meskimäki or in the villages Ylentelä and Vaittila or in the house Ukkonen in Vanhakylä, meaning ‘Old-village’, at which Kuusi remarks that the satirical song is well-known in the east-Finnish dialect, while the names of the villages change constantly. Also there is talk of a nest of an old spinster, that can be found under the bench of Field-Eric; or ‘in this house or village can be a nest of old spinsters’, also with several variants. A standard sentence in these maxims is, ‘It will become summer,’ after which the lines about the nest follow. The same in variants, in which other nests appear. ‘In the village Jatkola in Pyhäjärvi is a nest of great whores’, ‘at the shores of Tyyririnta is situated a nest of chatterboxes’, ‘the nest of Nuuti Paaso is situated at the shore of a cold sea’, ‘under the arm of an old spinster is the nest of the farmhand Johan’, ‘in the sleeping barn of the servant girl of the neighbour is the nest of our boy’, ‘on the yard of Pinna-Jacob is situated a nest of pipe-bills’, ‘under the storehouse of Holttilainen is the nest Sledges-Miina’, ‘the gentlemen of the church-village nest at the family of Palonen’, ‘in the ass of the little mother of Heiskari is situated the nest of a waterfowl,’ with variants ‘under the skirt of Materon Maija’, or ‘under the skirt of our village-girl … of the little bird’, or ‘under the skirt of an old [woman] has a rat nested,’ ‘under the arm of the servant-girl Manta … a crying bird’, which was explained in 1783 by Christfrid Ganander as ‘the cradle and a crying child’. Also they say, ‘Underneath the storehouse or on the yard of Alatalo is situated a nest of little birds,’ with variants as ‘at the edge of Kenninkangas … of a crane’, or ‘at the border of a great lake … of a starling’, or ‘at the border of the Lammi lake’, or ‘at the border of the Oravi factory’. Another maxim says, ‘In the summer I went for a walk and found a bird’s nest’, with variants. There is talk of a love song, that continues after the familiar line about sun and rain with ‘My sweetheart has already a ready at hand nest.’ Another Fin maxim says, ‘It rains, the sun shines, the birds nest, but with the summer of the girls of the village it may become different.’ And finally: ‘It rains, the sun shines, the fools of the village of Parkkola order their seed in the grubbed land.’
Plaats een reactie