Chris Reinewald – Het laatste woord: wachten op een woedende romanfiguur
April 1989. Daar stonden wij, kunst en stadskrijgers, weer bijeen in de voormalige drukpers hal van het Handelsblad, inmiddels ‘alternatief kunstcentrum’ Aorta. Het rook er naar stof, smeerolie en olieverf, artistieke ego’s, testosteron.
Joost Zwagerman had juist Gimmick gepubliceerd. Gelezen had bijna niemand het nog, maar inmiddels wist iedereen, dat het een sleutelroman was over Aorta, RoXY, Mazzo en Richter. Peter Giele, aanjager van Aorta en RoXY, verkneukelde zich. Niets fijner dan de zoete lucht van wraak in de prille lenteavond.
Het gerucht ging, dat Rob Scholte kwaad was over hoe Zwagerman hem geportretteerd had. Nu was het wachten op de Grote Confrontatie. Mohammed Ali versus George Foreman, zoiets.
Scholte – nog tweebenig – zou zeker verhaal komen halen. Jhim Lamoree, journalist voor de Haagse Post, had zijn scherpe pen paraat.
Ondertussen vroegen wij – die elkaar met de achternaam aanspraken, vrouwen incluis – ons af wie Zwagerman eigenlijk was. Bij Aorta meldde zich altijd wel een ambitieuze vlammenwerpkunstenaar, een stadse dorpsgek, die aantoonde, dat alle talen uit het Nederlands afkomstig waren of een fascistoïde incarnatie van de Sovjet agitprop dichter Vladimir Majakovski.
Aorta creëerde overigens zijn eigen agitprop, wist Zwagerman. Hij dook al gauw op, waar iets te beleven viel: voor zijn boek.
Zenuwachtig grimlachend als een bang veulen wachtte ook hij af. Een vileine sleutelroman schrijven over de kringen, die je argeloos in hun midden opnemen, is riskant (de Parijse beau monde was onaangenaam verrast toen ze hun hypocrisie en verwatenheid uiteindelijk terugzagen in Prousts Recherche, maar ja, de schrijver, notre pauvre Marcel, was ondertussen gestorven en in de jaren zeventig pleegde Truman Capote ‘sociale zelfmoord’, nadat hij als Proustiaanse roddelnicht de New Yorkse society beschreef in La Côte Basque).
In Gimmick waren behalve Giele – uiteraard – ook Maarten Ploeg, Peter Klashorst, Aldert Mantje, Harald Vlugt en fotograaf Paul Blanca herkenbaar nageboetseerd. Reden voor wraak? Nee, het was juist een eer. De opvliegende Blanca had Gimmick wel al gelezen. Hij zag zichzelf terug als ene Moreno, die zijn Barcelonese galeriehouder doodslaat, omdat hij door hem is belazerd. In werkelijkheid had hij hem alleen flink hard tegen een muur gekwakt.
Zwagerman wist zich gesterkt door het feit, dat Scholte nauwelijks herkenbaar in zijn boek voorkwam. En juist dat maakte hem razend. Scholte had op een hoofdrol gehoopt. We wachtten verder op Godot. We zetten nog maar een pilsje aan de lippen. Scholte kwam niet.
Giele voerde voor de Amsterdamse tv piraat Rabotnik tv een scabreuze performance op met ‘Gimmick’. Blanca gaf het ‘leuke’ boekje Gimmick cadeau aan zijn moeder. Theo van Gogh verfilmde het.
Het Parool, 11 september 2015
Plaats een reactie