Cafe Weltschmerz – Het demoniseren van Fortuyn en Baudet: Hans Moll met Oscar Hammerstein
Gepubliceerd op 18 mei 2017
De aanleiding voor dit gesprek is dat Oscar Hammerstein samen met Gerard Spong een artikel 12 procedure begonnen om alle personen die zich schuldig maakte aan het demoniseren van Fortuyn te veroordelen. Het hof wees dat af omdat er geen belanghebbende waren. Ook de familie van Fortuyn werden door het hof niet als belanghebbende gezien. Zijn er parallellen met het demoniseren van Thierry Baudet?
Wie is Oscar Hammerstein?
Op 16 maart 1994 werd Hammerstein opgepakt omdat Fred Teeven, destijds officier van justitie in Amsterdam, hem ervan verdacht dat zijn werk voor criminelen verder ging dan alleen als verdediger. Zo zou hij betrokken zijn geweest bij het witwassen van geld voor de crimineel en drugshandelaar Johan V. (beter bekend als de Hakkelaar). Hammerstein zat zes weken vast maar werd uiteindelijk op alle punten vrijgesproken. Wel oordeelde het hof in een obiter dictum dat hij bij het aannemen van de zaak van de Surinaamse rijsthandelaar Shyam Guptar lichtvaardig te werk zou zijn gegaan. Het naar aanleiding daarvan ingestelde onderzoek van de raad van toezicht pleitte Hammerstein ook daarvan vrij; de Raad van Toezicht oordeelde op 16 april 1996 dat “niet was gebleken dat Hammerstein had moeten twijfelen aan de juistheid van hetgeen hem was verteld over de herkomst van het geld en dat aanvaarding en behandeling niet lichtvaardig genoemd kunnen worden”. Tijdens zijn detentie werd hij uit de maatschap Boekel de Néree gezet. Hammerstein diende een klacht tegen de maatschap in bij de Nederlandse Orde van Advocaten omdat hij onbehoorlijk behandeld zou zijn. Ook eiste Hammerstein 1,2 miljoen gulden van de Staat der Nederlanden vanwege de zes weken dat hij opgesloten had gezeten, welke eis door de rechter werd afgewezen.
Op 24 november 1994 werd een aanslag gepleegd op de kunstenaar Rob Scholte. Toen deze wegreed uit de Laurierstraat, ontplofte een handgranaat onder zijn donkerblauwe BMW 525i. Scholte raakte zwaargewond en zijn beide benen moesten boven de knie worden geamputeerd. Een van de theorieën was dat de aanslag was bedoeld voor Hammerstein, maar dat de dader zich in de auto had vergist. Hammerstein reed in eenzelfde type BMW, van dezelfde kleur, en met bijna hetzelfde nummerbord, die in de buurt stond.[1]. De vermeende verwisseling van auto’s is nooit vast komen te staan en het onderzoek naar de aanslag op Rob Scholte is vastgelopen.
Ook na 1994 kwam Hammersteins naam regelmatig in de pers als advocaat in allerlei zaken. In 2000 begon hij samen met Gerard Spong een advocatenkantoor. Dat jaar begon ook de zaak rond Nina Brink van internetprovider World Online (WOL). Bijna meteen bij de beursintroductie zakte de koers fors in. In de prospectus werd verbloemd dat ze niet veel eerder aandelen had verkocht waarbij bovendien de prijs per aandeel ver onder de introductiekoers lag. Zowel de rechtbank als (in hoger beroep) het hof verklaarde de eisers niet-ontvankelijk. In die periode was Hammerstein tevens voorzitter van de Coornhert-Liga; een vereniging voor strafrechthervorming.
Na de moord op Pim Fortuyn in mei 2002, klaagde hij zowel enkele journalisten als politici aan omdat ze meegewerkt zouden hebben aan het demoniseren van Fortuyn. Het beklag werd door het Hof in alle gevallen afgewezen. Hierover heeft Hammerstein samen met Spong het boek Vervolg ze tot in de hel geschreven. Verder is hij actief geweest binnen de politieke partij Lijst Pim Fortuyn (LPF) maar eind 2003 trad hij samen met vastgoedhandelaar Ed Maas af als LPF-bestuurder.
In februari 2011 kregen Spong en Hammerstein onenigheid. Het is altijd onduidelijk gebleven waarom het ging. Dat betekende wel dat Hammerstein met zijn medewerkers op de Herengracht een eigen kantoor begon onder de naam Hammerstein Advocaten N.V.
Een week later werd bekend dat Riny Schreijenberg beslag had laten leggen op bezittingen van Hammerstein. Schreijenberg stelde 7 miljoen euro tegoed hebben, wegens schade die was ontstaan doordat Hammerstein, die in 2005 zijn advocaat was in een geschil met Sony Music Entertainment, niet was komen opdagen en had verzuimd hoger beroep in te stellen.. De Rechtbank van Amsterdam wees bij vonnis van 18 juli 2012 alle vorderingen van Schreijenberg af. .
In februari 2014 bracht Hammerstein bij Meulenhoff een boek uit, Ik heb de tijd, waarin hij vertelt over zijn Leidse studententijd, zijn besmetting met het HIV-virus en zijn carrière als advocaat. Hammerstein beweert in zijn boek onder meer dat de toenmalige officieren van Justitie Fred Teeven en Martin Witteveen bewijs hadden vervalst om hem in 1994 te kunnen arresteren.
Ter gelegenheid van Koningsdag 2015 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Plaats een reactie