Brief aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Den Helder 28 november 2014
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Den Helder
T.a.v. mevrouw J. van Dongen en de heer V. Pirovano Postbus 36
1780 AA DEN HELDER
Datum 28 november 2014
Van N.S. Commijs, advocaat
Inzake Scholte/Gemeente Den Helder
Dossier 18034/mt/sc/jh
Uw kenmerk AU14. 11530
E-mail commijs@steinadvocatenzwolle.nl
Geacht College, geachte heer Pirovano,
Op 26 november jl. vond het langverwachte en veelverzochte gesprek tussen Wethouder Van Dongen en de heer Scholte plaats.
Van het formele gesprek in het bijzijn van mijn kantoorgenoot mr. Teunis had Scholte in zekere zin hoge verwachtingen.
Hij had immers de afgelopen maanden slechts schriftelijk contact met de ambtenaren van uw gemeente.
Het laatste informele gesprek vond voor de zomer plaats met mevrouw Van Dongen. Ondertussen had Scholte hard gewerkt om tijdig het binnen door de gemeente gestelde krappe tijdspad een businessplan in te dienen.
Dat het businessplan een financiële paragraaf ontbeerde, kwam door de weinig coöperatieve opstelling van de gemeente.
Ik heb daarover in mijn brief van 11 november 2014 verslag gedaan.
Het gesprek en de daarop volgende ontwikkelingen zijn minst genomen merkwaardig. Het gesprek begon plompverloren zonder enige inleiding en voorstelling van de gesprekspartners met de mededeling van de Wethouder dat “de gemeente de wens heeft tot vestiging van het Rob Scholte Museum” en dat er slechts een verschil van mening is over de route die naar de realisatie zou moeten leiden.
Aan de hand van een te voeren schriftelijk uitgewerkte tekst las de Wethouder het standpunt – van het College van Burgemeester en Wethouders? – voor.
Op vragen kon geen antwoord worden gegeven.
Rob Scholte was dan ook van begin af aan zeer teleurgesteld in de wijze waarop de gemeente hem en zijn advocaten tegemoet trad.
Dat heeft hij ook laten blijken.
Aan het eind van het gesprek is de afspraak gemaakt dat Scholte een en ander zou laten bezinken en daarop terug zou komen.
Aan het eind van de bespreking was het mij als advocaat van Scholte overigens met duidelijk wat het voorstel van de gemeente nu precies inhield.
Daarvoor was het gesprek ook te rommelig en de voorstellen te weinig concreet.
Net was dan ook mijn bedoeling om vandaag of morgen om een schriftelijke toelichting van de heer Pirovano te vragen.
Ik had de vraag willen stellen om het aantekenblad van de Wethouder, waarvan zij immers letterlijk voorlas, ter beschikking te krijgen.
Verrassend was echter dat de gemeente zonder enige vooraankondiging, laat staan overleg, op 26 november 2014 om 14.28 uur een persbericht heeft toegestuurd.
Ik vind dat zeer onzorgvuldig en niet getuigen van het nemen van verantwoordelijkheid door het gemeentebestuur in deze precaire kwestie.
Er was immers sprake van een gesprek dat mogelijk leidt tot onderhandelingen die moeten leiden tot de vestiging van een museum en tot het sluiten van contracten.
In die sfeer van voorbereidende gesprekken past niet dat het gemeentebestuur buiten de contractpartner om persberichten gaat uitgeven.
Ik verzoek u zich voor te stellen dat de gemeente overleg voert met een gerenommeerde multinational om een nieuw hoofdkantoor in Den Helder te vestigen; dan gaat u toch ook niet via de pers de voorwaarden en bepalingen en de voorgenomen strategie prijsgeven?
Kortom: ik concludeer dat het hoogst ongelukkig is dat de overheid op deze wijze in de publiciteit treedt.
Daarmee wordt de inhoud van de zaak niet goed gedaan, doch worden uitsluitend nevendoelen of nevendoelstellingen van het gemeentebestuur of betrokken Wethouder(s) gediend.
Ik kan mij in ieder geval niet voorstellen dat het algemeen belang er mee wordt gediend, laat staan het belang van Scholte.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Scholte desgevraagd door een journalist van het Noord Hollands Dagblad zijn visie op het geheel heeft gegeven.
Daarmee zijn partijen mijns inziens vele stappen terug en is het vertrouwen volledig zoek.
Nogmaals van een overheidsbestuur, zeker in een toch zo belangrijke kwestie vind ik dit zeer onzorgvuldig. In het persbericht van de gemeente wordt min of meer gesuggereerd dat Rob Scholte financieel niet in staat is om zijn plannen uit te voeren. Die opmerking is niet alleen misplaatst, maar is bovendien niet gebaseerd op feiten en berokkend Rob Scholte onnodig financiële en imagoschade. Het idee bestaat dan ook dat de gemeente er bewust op uit is om Rob Scholte schade te berokken, te meer daar dit persbericht gepubliceerd is op de officiële website van de gemeente, dus voor iedereen beschikbaar is. Rob Scholte heeft inmiddels moeten ervaren dat diverse mensen waarmee hij in gesprek is in het kader van zijn werkzaamheden, het persbericht inmiddels hebben gelezen en zich zorgen maken. Rob Scholte vindt dan ook dat er sprake is van verwijtbaar gedrag en het lijkt op een begin van “laster”.
Ik denk dat het goed is dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en een rectificatie van het persbericht in overleg met Rob Scholte opstelt.
Daarbij kan dan met name over het financiële punt een aanvulling worden gemaakt. Zoals ik eerder schriftelijk aangaf en tijdens het gesprek ook aan de orde kwam is het vervolmaken van het businessplan op het punt van de financiën een kip en ei-verhaal geworden.
Rob Scholte heeft financiële gegevens omtrent de exploitatie van het pand nodig om zijn businessplan te kunnen afronden.
Omdat de gemeente dat financiële inzicht niet geeft – terwijl dat natuurlijk zeer eenvoudig zou kunnen – wordt Scholte in de onmogelijkheid geplaatst om verder plannen te maken.
De in het persbericht gesuggereerde “helpende hand van de gemeente” is dan ook misplaatst.
Rob Scholte heeft die helpende hand niet nodig althans niet op dit moment, omdat hij eenvoudig niet weet wat de exploitatie van een museum en atelier kost.
Scholte zal zich nu beraden op de ontstane situatie en u schriftelijk daarover berichten.
Ik ga er daarbij vanuit dat het aanbod dat u Scholte doet, staat verwoord in het persbericht van 26 november 2014 zoals verzonden om 14.28 uur.
Met vriendelijke groet,
N.S. Commijs
Plaats een reactie