Hendrik Jan Korterink – Joost Zwagerman & de bomaanslag op Rob Scholte
De media zullen de komende dagen en weken veel aandacht besteden aan het overlijden van Joost Zwagerman. Er is één aspect, waarvan ik denk, dat anderen er geen aandacht aan zullen besteden. Terecht, zo belangrijk is het niet, maar dit is iets, waar ik zelf mee te maken heb gehad, wellicht dat het een enkeling interesseert.
Het heeft te maken met mijn boek Bom in de Laurierstraat, over de aanslag op Rob Scholte en Micky Hoogendijk. Voor mij begon dat onderzoek toen ik in november 2003 op bezoek was bij Eef Hoos in Portugal. Ik kende hem toen al zo’n twintig jaar. Als baas van het explosieve Haagse incassobureau Toetanchamon, als gedetineerde. als voorzitter van de Stichting Themis en uiteindelijk als ‘crimineel in ruste’. Hij had die zomer, van 4 mei tot 7 juni 2003, Rob en Lijsje Scholte en hun zoontje Lotus onderdak geboden.
Scholte was zwaar paranoïde, had door zijn gedrag en uitlatingen bijna iedereen van zich vervreemd. In die hopeloze situatie confronteerde Eef Hoos hem met de logica van een crimineel.
Hoos zei: “Rob, er zijn twee mogelijkheden. Of je weet precies wie het gedaan heeft, of je hebt het zelf gedaan.”
Scholte zei: “Koos Dalstra. Die stond aan de andere kant van de gracht te lachen toen het net gebeurd was.”
Hoos zei: “Dat kan niet. Als er zoiets verschrikkelijks met je gebeurt, let je echt niet op wie er naar je staan te kijken. Kap nou met die onzin, je hebt het zelf gedaan en geef dat nou maar toe, dat is ook voor jezelf beter, dan kun je met een schone lei beginnen. Wat je de laatste jaren maakt, stelt niks meer voor.”
Toen gaf hij het toe, zo vertelt Hoos mij in november. Om de ‘bekentenis’ even later weer in te trekken: Lijsje was zo kwaad geworden, dat ze bij hem weg wilde, ze voelde zich bedrogen. Toen zei Rob, dat het maar een grapje was.
Terug in Nederland benaderde ik een aantal mensen van wie ik dacht, dat ze Rob Scholte goed genoeg kenden om het waarheidsgehalte van de ‘bekentenis’ te kunnen inschatten. Joost Zwagerman was de eerste.
Zijn spontane reactie: Rob Scholte is een jongen, die niet hield van pijn of zelfmoord achtige dingen, hij was juist erg kleinzerig, helemaal niet iemand, die met zelfbeschadiging of dat soort dingen bezig was.
Ook anderen reageerden min of meer zo: men achtte het niet erg waarschijnlijk. Ik heb die theorie verder gelaten voor wat het was en ben met het onderzoek begonnen. Mijn conclusie nu is, dat Hoos wellicht gelijk had: dat Scholte waarschijnlijk wel heeft geweten wie het op hem had voorzien.
Zwagerman en Scholte. In het verhaal speelt fotograaf Paul Blanca een belangrijke rol. Hij was enige tijd kind aan huis op de redactie van Nieuwe Revu, toen nog gevestigd aan de Stadhouderskade in Amsterdam.
“Nieuwe Revu straalt een imago van jong en brutaal uit en koketteert een beetje met de grachtengordel, het hoofdstedelijke uitgaansleven en het kunstenaarsmilieu, dat volgens menig betrokkene treffend is beschreven in de roman ‘Gimmick!’ van Joost Zwagerman, uit 1989. De titel is ontleend aan de Amsterdamse discotheek, die later vooral bekend zou worden als de RoXY. Gimmick! wordt door de mensen, die zich herkennen in de romanfiguren vaak als een soort sleutelroman gezien.”
Volgens Scholte en dichter Koos Dalstra gaat het om deze namen:
Zwagerman = Raam of Walter van Raamsdonk
Dalstra = Groen
Scholte = Eckhardt
Vlaswinkel (Paul Blanca) = Martin Moreno
Joost Zwagerman heeft er een andere kijk op. “Ik heb altijd ontkend, dat ‘Gimmick!’ een sleutelroman is. Want het is geen sleutelroman. Scholte, Dalstra en Blanca komen er niet in voor. Dat is een hardnekkig misverstand. De personages Groen, Eckhardt en Moreno zijn losjes gebaseerd op een aantal mensen uit het kunstenaarscircuit, maar een één op één sleutel is absoluut niet van toepassing.”
Feit is, dat Rob Scholte zichzelf toch wel erg meent te herkennen. In een interview in HP/De Tijd (6 september 1996) zegt hij, naar aanleiding van een vraag over zijn cocaïnegebruik:
“Ik heb in 1986 voor het eerst met dat spul kennisgemaakt. In 1988 ben ik steeds meer gaan gebruiken en nu durf ik te zeggen, dat ik toen verslaafd was. Ik nam wekelijks wel wat en vond het zo lekker, dat ik steeds meer wilde. Eerst nog heimelijk, maar toen kwam ‘Gimmick!’ uit. Ik heb niks tegen Joost Zwagerman, maar wat ik klote vond was, dat ik aan de schandpaal genageld werd als een op seks en geld beluste en aan cocaïne verslaafde schilder. Ik denk, dat dat maar een klein deel van de waarheid was.”
In het proces verbaal komt ‘Gimmick’ ook aan de orde, als het gaat over Paul Blanca. Scholte zegt dan:
“Toen heb ik hem daar één keer gezien. Hij is toen in Spanje gebleven, dat is een hele periode, die ook beschreven wordt in Joost Zwagermans boek “Gimmick”. Waarin onder andere beschreven staat hoe hij, Moreno, een galeriehouder helemaal total loss slaat. “Gimmick” is een boek, dat eigenlijk gaat over drie vrienden: Joost Zwagerman, Koos Dalstra en ik. Paul Blanca en Klashorst kwamen er maar een heel klein beetje in voor, niet zo veel. Het ging eigenlijk over die drie hoofdfiguren. Dalstra en Zwagerman zijn schrijvers, ik ben een beeldend kunstenaar. Joost heeft om zichzelf te beschermen én om vrij te kunnen schrijven over cocaïne en al die zaken, geschreven dat alles zich afspeelde in de kunstwereld, waardoor ik de schuld van alles kreeg en het gevolg van de inhoud van het boek volkomen over me heen kreeg. Ik werd als het ware de zondebok voor alle misstanden, voor alle…, voor alle…, voor alle, eh…, amoraliteit. Amoraliteit, weet je, met iedereen naar bed, dope gebruiken. waar het maar kon, verdovende middelen en bedrog, bedrog, bedrog van mekaars vriendschap weet je wel, totale amoraliteit. Maar ik kreeg het allemaal op mijn brood en in de media zie je dan ook, dat ik tot boeman word verklaard. Er bestaan allemaal verhalen, dat kan ik jullie laten lezen, waar alleen mijn naam in voorkomt en in relatie wordt gebracht met verdovende middelen. Als aan Joost Zwagerman, de schrijver van het boek, wordt gevraagd: ‘Heb je wel eens coke gebruikt?’ zegt hij: ‘Ach, alleen een keer om het te proberen.’ Dus hij kan zijn handen helemaal schoonhouden, terwijl ik alle shit naar me toe kreeg, daar ben ik ontzettend door gekwetst geweest.”
Kort na het verschijnen van ‘Gimmick’ had Scholte hierover zijn ongenoegen ook al geuit, reden voor Zwagerman hem op 10 november 1990 een brief te schrijven:
“Het is heel onverstandig van je om je aangesproken te voelen. Jij komt in het boek niet voor. Dat heb je inmiddels toch wel in de gaten, mag ik hopen? Het is een roman, Rob. Een ro-man. Of ben je, zoals iemand mij suggereerde, nu juist beledigd, omdat je niet in het boek voorkomt? Of is het allemaal heel simpel en voel je je, zoals Martin Bril het me zei, “doodgewoon betrapt”?”.
Het is een oude discussie, over dichterlijke vrijheid, waar schrijvers doorgaans heel andere ideeën over hebben dan de personen, die zich in de romanfiguren menen te herkennen. En niet alleen de figuren zelf, vooral hun lezende omgeving: in de praktijk is het toch nogal lastig de romanfiguur los te zien van de werkelijkheid.
Volgens Paul Blanca klopt ‘Gimmick!’ behoorlijk met de realiteit. “Mijn naam in het boek is Moreno. Ik sla mijn eigen tentoonstelling aan stukken en mishandel de galeriehouder. Iets, dat inderdaad wel is gebeurd, in Zaragoza, met een galeriehouder, die mij had belazerd.”
Het is achteraf moeilijk voor te stellen. dat Blanca voor sommige mensen een serieuze verdachte is geweest, maar zeker in de eerste maanden na de aanslag hadden de beschuldigingen van Scholte aan het adres van Blanca een behoorlijke impact.
Ook op, bijvoorbeeld, Joost Zwagerman, die in februari 1995 in een brief aan Scholte en Dalstra schrijft:
“Rob is volgens mij opgeblazen door iemand, die zijn kunst letterlijk ‘onverdraaglijk’ vond. Eerste verdachte is volgens mij inderdaad Blanca. Dat hij het motief van ex vriendinnetjes naar voren brengt, is bedoeld om verwarring te scheppen. Blanca zag en ziet in de kunst en de successen van Rob alles wat hij niet is en heeft. Dat moet het motief zijn. Maar: zoals Blanca lopen er wel meer rond. Stel nou, zoals Rob ook die avond in L’Europe zei, stel, dat Blanca het níet heeft gedaan. Dan moet het een ander zijn geweest, die niets kon en wil begrijpen van de kunst die Rob maakt. Zo zie ik het.”
Een optreden in het televisieprogramma RUR van Jan Lenferink, in februari 1995, maakt het er voor Blanca niet veel beter op.
Lenferink: Je hebt nogal de schijn nu tegen je hè?
Blanca: O ja?
Lenferink: Nou ja, ik bedoel, je bent niet de liefste jongen van Amsterdam, je bent niet vies van een dope-je, je bent een granaatkenner, want je hebt er zelf over geschreven in Nieuwe Revu?
Blanca: Ik ben helemaal geen granaatkenner.
In diezelfde uitzending zit ook Joost Zwagerman. Jan Lenferink vraagt: Gimmick! is toch de weerslag van de kunstscene in de tachtiger jaren, mag ik het zo zeggen?
Zwagerman: Ja, dat is het ook. En je wil nu weten hoe ik terugkijk op mijn eigen boek na die aanslag. Dat komt in een totaal bizar daglicht te staan natuurlijk, dat boek. En als je er nu nog in bladert en het leest, ik heb het er met Scholte zelf over gehad, dan zie je eigenlijk, dat het hele Gimmick!, zoals ik het toen schreef, in feite een oase van onschuld is. Voor de buitenwacht mag het een keihard boek zijn met mensen, die elkaar het licht in de ogen niet gunnen en die zich nauwelijks bezighouden met kunst, maar veeleer met seks en drugs en rock & roll. Als je daar nu op terugkijkt, dan is dat heel romantisch. Over een paar jonge jongens, die de wereld willen veroveren en die eigenlijk heel erg op elkaar gesteld zijn, maar te nurks zijn om dat aan elkaar te bekennen en af en toe in het weekend eens eh…
Lenferink: Heb jij Scholte nog gesproken na de aanslag?
Zwagerman: Ja, ik heb hem een aantal malen gesproken na de aanslag.
Lenferink: Ja, dat is een pertinente verklaring hè? Jullie hebben allemaal het Amsterdam in de jaren 80 meegemaakt. Joost, jij bent overal bij geweest eigenlijk?
Zwagerman: Ik ken Paul wel goed, ja.
Lenferink: Wat denk je nu als je deze beelden ziet?
Zwagerman: Ja, ten eerste word ik een beetje somber van, dat de een de ander beschuldigt via de media en de ander weer, zoals Blanca, moet nu ook weer antwoorden via een televisieprogramma, misschien gaat hij ook weer iets in de krant zeggen, maar de twee komen niet even bijeen om misschien allerlei misverstanden uit de wereld te helpen. Nou zal Scholte, dat ook niet willen, geloof ik.
(…)
Lenferink: Nou, we hebben het gezien. Verdachte numero uno nader aan de tand gevoeld. Zijn jullie wat wijzer geworden?
Zwagerman: Ik niet. Ik wist het allemaal wel een beetje, die gedachtegang van Paul. Ik moet wel zeggen, op de dag dat het dus gebeurde, waren natuurlijk een heleboel mensen, die Rob kennen totaal van de kaart.
Het is zo grotesk en bizar, dat je het nu nog niet eens kan bevatten, laat staan op de dag zelf. Ik bezocht toen een oude vriendin van Rob (Sandra Derks, HJK) om alleen maar sprakeloos tegenover elkaar te zitten en af en toe ging daar de telefoon ook, zoals bij iedereen rondom Rob, toen de telefoon ging en een van die mensen, die opbelde was Blanca en Blanca vroeg, of hij even langs kon komen daar, dus daar zaten we op een gegeven moment met z’n drieën en het enige wat hij kon zeggen was shit en godverdomme, zoals hij dat nu ook doet.
Snap jij dat nou?
Dus hij was totaal…
Op mij maakte hij een aangeslagen indruk die avond en we hebben zelfs nog rondom de tafel gezeten om een soort, ja, zo’n soort statement te maken: Wij zijn geschokt door de aanslag op Rob Scholte. Een aantal namen eronder.
Belachelijk natuurlijk, dat is pathetisch, maar dat ontdek je pas een paar dagen later, maar dat mag je die avond denken en vinden.
Toen hebben we nog een aantal namen zo op een rijtje gezet, maar kennelijk heeft Rob enorm veel redenen om Paul hiervan te beschuldigen.
Ja, kijk, ze zijn natuurlijk ook elkaars tegenbeeld, behalve nu dit incident. De een is een soort apollinische, echt een literaire schilder en de ander is een soort dionysische oer kunstenaar, Blanca dus, die maakt ook totaal ander werk en ze zijn altijd heel erg gefascineerd door elkaar geweest. Juist vanwege die tegengestelde manier van werken en de tegengestelde resultaten.
Die conceptuele kunst van Scholte staat echt diametraal tegenover het gewelddadige, harde fotowerk van Blanca. Maar die tegenstelling was ook altijd wel wat hen bijeen bracht en nu is het kennelijk omgeslagen in een totaal andere manier van omgaan.”
Misdaadjournalist, 9 september 2015
Reacties
joop
9 september 2015 @ 09:28
Wat een geleuter is dit weer. Iedereen in het wereldje weet hoe ’t zit en dan niet het ‘blabla, ik ben zo interessant’ wereldje, maar de gajes wereld . Hele geintje gaat over twee idioten, die zich in de auto vergist hadden
lees dit http://www.mokums.nl/bomaanslag_robscholte.html
Beste Joop,
Dat is een theorie, waar ik zelf ook een tijd van uitgegaan ben. Maar dit bericht op Mokums is een rare samenvatting, die grotendeels nergens op slaat. Het feit, dat je dit zo serieus neemt zegt vooral iets over jou, vrees ik.
Hendrik Jan
Koos Koets
9 september 2015 @ 09:54
De theorie, dat het om de verkeerde auto zou gaan, lijkt me stug, als je een bom onder een auto legt, al dan niet in opdracht, dan doe je dat echt wel op basis van kenteken, en niet van, oh, die kleur, en dat merk.
Aira
9 september 2015 @ 18:18
Eef Hoos sloeg de plank flink mis toen hij zei tegen Rob Scholte: “Dat kan niet. Als er zoiets verschrikkelijks met je gebeurt, let je echt niet op wie er naar je staan te kijken.”
Scholte had namelijk net gezegd tegen Hoos: “Koos Dalstra. Die stond aan de andere kant van de gracht te lachen toen het net gebeurd was.”
Wat mijzelf is overkomen. Net, nadat mijn voor de deur geparkeerde auto was aangereden, kwam ik een directe buurvrouw tegen op de trap en die buurvrouw kon niet ophouden met schaterlachen. Ik begreep, dat ze zich kapot lachte om het feit, dat mijn auto was aangereden. Ze gunde het me kennelijk van harte.
Ik wil daarmee zeggen, dat het wel degelijk mogelijk is, om net nadat je iets afschuwelijks is overkomen, op te merken of bepaalde mensen je, en wie dat is, genadeloos uitlachen als je net iets afschuwelijks is overkomen. Op zulke momenten ben je juist heel scherp.
@Aira
9 september 2015 @ 21:51
@Aira, Als ik je goed begrijp vergelijk je jouw auto, die geparkeerd, zonder dat jij erin zat, werd aangereden, met het verliezen van je benen door een explosie, terwijl je in die auto zit? Je auto zal je erg dierbaar zijn, zo te horen, maar het ene afschuwelijke is het andere niet 😉
Der Alte
9 september 2015 @ 22:42
Die Eef Hopeloos hangt ineens de psychiater uit! Die zal wel ff vertellen hoe het menselijke brein werkt! Ja, ja!
Trouwens,hij was toch in die tijd van de bommetjes,granaten en explosies op “feesten en partijen” in de onderwereld!Hoe komt hij ineens in contact met die Scholte?Wroeging of een schuldgevoelletje dat ergens nog in hem ronddraait?
Aira
9 september 2015 @ 23:06
Natuurlijk stel ik de destijds te voorkomen, volstrekt onnodig opgelopen, grote schade aan mijn auto niet op één lijn met het verliezen van benen door een explosie. Dat was helemaal niet de bedoeling. Het ging alleen maar puur om het voorbeeld, dat als je net iets afschuwelijks is overkomen (je hebt net een hevige gemoedsbeweging bij jezelf ondergaan) je wel degelijk in staat bent, en zelfs dan nog beter, waar te nemen hoe het gedrag is van andere mensen naar jou toe op dat moment.
Het getuigt trouwens van beperkt respect en weinig kunde, dat het oordeel (de uitspraak) van Scholte, over wie hem aan de overkant van de gracht hatelijk stond uit te lachen, zomaar even van tafel werd geveegd. De uitspraak van Scholte werd dus maar eventjes niet serieus genomen, door een ondeskundige buitenstaander, een theoreticus, een stuurman aan de wal.
Nomen Nescio
10 september 2015 @ 00:22
Ja, ik stootte een keer (lichtjes) mijn hoofd en toen gingen mijn collega’s heel hard lachen. Ik registreerde dit, ondanks mijn doodsnood, feilloos.
Rob Scholte had bij die aanslag met heel wat minder levensbedreigende omstandigheden te maken dan ik, dus ik vind het ook wel plausibel dat hij op zijn rug liggend, op zijn gemak, met twee niet meer te repareren benen, de buurt visueel gedetailleerd in kaart bracht.
Aira
10 september 2015 @ 01:58
Na een aantal inzendingen van schijnbaar deskundige commentators (‘fantastische’ stuurlui aan de wal) is het wel duidelijk, dat Rob Scholte na de explosie niet alleen met ernstige lichamelijke gevolgen daarvan zit, maar ook dat er arrogante mensen zijn, die wel even voor hem zullen uitmaken, dat hij niet in staat was valide waarnemingen te doen na de explosie en dat hij door die stuurlui als een debiel klein kind is weggezet in een hoek.
dikke lien
10 september 2015 @ 09:56
We hebben weer een gekkie, Aira
ik kreeg net shampoo in mijn oog en in opperste doodsnood registreerde ik toch feilloos, dat het donderdag was.
r.
10 september 2015 @ 10:22
Aira, je maakt compleet belachelijke vergelijkingen. Een man wordt opgeblazen, verliest beide benen, terwijl zijn zwangere vrouw naast hem zit, waar hij zich waarschijnlijk direct gigantische zorgen om maakt…. en jij vergelijkt dit met jouw stomme aanrijding??
Beide een ‘hevige gemoedsbeweging’. Wat een grap!
Roberto B
10 september 2015 @ 11:32
In een aantal reacties hierboven kan ik mij volledig vinden.
Een gelijkwaardige situatie heb ik zelf ook meegemaakt.
Toen ik op een mooie zomerdag een stukje ging fietsen ben ik hierbij gevallen.
Ik weet nog goed, dat een aantal jonge knullen mij hierop begonnen uit te lachen. Ik had een aantal schaafwonden.
Zelfs de kleur veters van de jongens wist ik nog nadat dit ongeval had plaatsgevonden.
Het is dus niet uit te sluiten hetgeen hierboven vermeld staat.
Aira
10 september 2015 @ 11:37
Mijn gemoedsbeweging was natuurlijk anders dan die welke Scholte doormaakte. Daar zit een behoorlijk verschil tussen. Dat zie ik heus wel. Daar heb ik geen betweters voor nodig. Maar mijn gemoedsbeweging was op een andere manier ook pittig. Buitenstaanders kunnen daar niet over oordelen, want die weten niet met wat voor soort (criminele) lui ik destijds te maken had. Dat waren bepaald geen schatjes.
Het blijkt voor een aantal mensen kennelijk te moeilijk om in de eerste plaats mijn eerste stuk goed te lezen en mijn doel van dat schrijven te begrijpen. Ik geef in dat stuk meteen namelijk al aan, dat Rob Scholte niet het respect en de eer wordt gegeven, dat hij goed in staat was om correct en deskundig waar te nemen wat er destijds, na dat fatale moment plaatsvond, met name wat betreft het gedrag van bepaalde mensen.
Als de uitspraak van Scholte over wie hem hartgrondig stond uit te lachen aan de overkant van de gracht niet serieus wordt genomen, wordt namelijk Scholtes oordeel en beoordelingsvermogen niet serieus genomen en wordt Scholte als persoon en als persoon, die respect verdient, nota bene juist na en over een afschuwelijk iets dat hem is aangedaan, weggezet als iemand, die een bepaalde moeilijke situatie niet goed kan beoordelen, vooral als zo een situatie een grote impact op hem tot gevolg heeft. Waar halen buitenstaanders (stuurlui aan de wal) de arrogantie vandaan het te doen voorkomen, alsof zij het beter weten hoe de geestelijke toestand en beoordelingsvermogen van Scholte in die situatie was ? Het lijkt voor bepaalde mensen haast een duivels genoegen om Scholte te kleineren en in de hoek te schoppen als het om zijn beoordelingsvermogen en geestelijke capaciteiten in een zeer moeilijke situatie gaat. Het blijkt kennelijk te veel gevraagd voor stuurlui aan de wal om Scholte te steunen in zijn oordeel over de situatie destijds en hem dus als deskundig beoordelaar serieus te nemen als het er op aan komt.
Chris Haagje
11 september 2015 @ 08:58
Uiteindelijk was het toch wel een uiterste van conceptuele kunst, rest de vraag, wie was de werkelijke kunstenaar?
http://www.misdaadjournalist.nl/2015/09/joost-zwagerman-de-bomaanslag-op-rob-scholte/
misdaadjournalist.nl, 9 september 2015
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Dani%C3%ABl+Groen
https://robscholtemuseum.nl/?s=Koos+Dalstra
https://robscholtemuseum.nl/?s=John+Studulski
https://robscholtemuseum.nl/?s=Paul+Blanca
https://robscholtemuseum.nl/?s=Peter+Klashorst
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jaap+Holtzapffel
https://robscholtemuseum.nl/?s=Oscar+Hammerstein
https://robscholtemuseum.nl/?s=Eef+Hoos
Als zoiets je overkomen is blijf je altijd naar de waarheid zoeken.