Cor Hendriks – Dichtlievende Uitspanningen (8): Agnes Blok

AAN DE
KUNSTBEMINNENDE
A G N E S B L O K,
MYNE
BEHOUDMOEDER.

Het luste u ’t oog te laaten speelen,
O Agnes, op myn Tafereelen,
Waar in geen bloedig oorlogsveld
Den grond verstrekt, geen krijgsbanieren
In ’t midden van de spietsen zwieren,
Maar Deugd werd op haar troon gesteld.

Polygnotus, die in Athenen
Verbeelde door uw kunst voorheenen,
In zyn vermaarde galery,
Hoe Cecrops kindren manlyk streeden,
Beschermende de Grieksche steden
Voor Persiaansche slaverny:

Graat, mag in Schilderkunst u wyken,
Schoon niemand durft dit vonnis stryken,
Dewyl uw werkstuk is vergaan;
Maar in een voorwerp te verkiezen,
Zou, naar myn oordeel, gy ’t verliezen,
En hy in achting boven staan:

Gy maalde alleen de kracht der leden;
Hy toont aan ons het werk der Reden,
De list der ondeugd, en ’t blanket,
Waar meê zy gruwlen weet te dekken,
En door een ydle glimp te trekken
d’Onnoosle in haar doodlyk net.

Ik, door dat voorwerp aangedrongen,
Heb dus zyn Schildren na gezongen,
In ’t eerste van myn vroege jeugd,
Toen Roomsche en Grieksche lekkernyen,
In ’t voorbeeld der aloude tyen,
My toonden ’t voetspoor van de deugd.

Aan u myn MOEDER, geeft myn veder
Met recht uw Tafereelen weder:
Uw Schildery gaf myn gedicht
Zyn voorwerp; ’t zy u op gedraagen;
Zoo deeze stoffe u kan behaagen,
Vind ik my aan uw gunst verplicht.

P. VLAMING.

PDF:
Agnes Blok

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image