Arend Evenhuis – Een tuimelend luciferdoosje bepaalt het lot + Bart Nijpels – Poncke Princen: Held of landverrader
Een tuimelend luciferdoosje bepaalt het lot
‘Omtrent PP – Over Poncke Princen en dat we toen niet beter wisten‘ heet het nieuwe theaterstuk, dat toneelschrijver Rob de Graaf in opdracht van het Arnhemse gezelschap Keesen & Co schreef. De titel zegt het al: Poncke Princen staat centraal maar het stuk is geen gedramatiseerde biografie over Indië ganger en verrader of volksheld Poncke Princen.
Samen met regisseur Willibrord Keesen bekeek toneelschrijver Rob de Graaf de televisiebeelden, waarin boze oud Indiëstrijders zich tegen de terugkomst van hun voormalig medestrijder Poncke Princen naar Nederland keerden. Princen zelf bevond zich vlak over de Nederlandse grens, en was via een satellietverbinding ook in de uitzending aanwezig.
Er ontstond zowaar een poging tot dialoog; precies datgene, waar de oud Indiëgangers van gruwden. Fascinerend vond De Graaf, die ‘teleurgestelde oude mannen, die niet op hun achterhoofd waren gevallen, maar nog steeds bijna stikten in wrok en woede‘. Uit ‘Omtrent PP‘: ,,Het had onze mooiste tijd moeten worden. Onze jaren in de tropen. Hollandse jongens in de tropen. Hollandse jongens met een taak. Maar jij, jij Princen. Jij hebt ons succes gestolen. Jij hebt het vergiftigd.” Maar De Graaf zet zijn personages ook aan tot zelfbespiegeling, zij het een subtiele: ,,We zijn mannen geworden. Mannen van de daad en van het gebaar. Wat we niet meer wisten zijn we vergeten.” En: ,,We hadden een verstand – maar we gebruikten het heel zuinig. We hadden misschien een geweten. Maar dat lieten we zoveel mogelijk onbelast.”
Na zijn eerder toneelwerk ‘Rinus‘ (omtrent Marinus van der Lubbe) en ‘Rob‘ (omtrent schilder Rob Scholte) aanvaardde De Graaf de opdracht voor een toneelstuk, waarin Poncke Princen zou figureren. Het stuk moest ‘een verbeelding‘ van Princen geven, geen biografie en al helemaal geen waarheidsvinding opleveren.
De toneelschrijver las een biografie over Princen, maar documenteerde zich niet uit ten treure: ,,Hoe meer je weet, hoe moeilijker het wordt naar eigen goeddunken te handelen.” Wat hij meteen wel wist, was wat hij niet wilde: een Stille Kracht achtige avonturenroman ,waarin het ‘krioelt in het groen‘, of een Biggles achtige eenzame held met staalblauwe ogen, die de zaak van rechtvaardigheid ging bevechten. Evenmin wilde De Graaf een expliciet oordeel over ‘heldendaad‘ of ‘hoogverraad‘. Al was het alleen al, omdat hij het hoogmoedig zou vinden ‘om met de kennis van nu, zo veel jaar nadien, op een intellectuele manier je gelijk te gaan halen‘. Bovendien: ,,Er is niet zoiets als ‘geschiedenis’. Er is het heden, en de daaraan toegevoegde teleurstelling.”
De Graaf zocht daarentegen naar ‘een soort emotionele waarheid’: ,,Waarom doet iemand zoals ie doet? Teleurstelling of niet waargemaakte verwachting is universeel: kies je voor zekerheid of voor betrokkenheid waar afzijdigheid misschien beter was geweest?” Van alle oorlogen vindt De Graaf drie oorlogen de ergste van de ergste: de oorlog, die geen duidelijk doel heeft, de verloren oorlog en de oorlog, waar nooit meer over gepraat wordt.
In de toneeltekst komt het personage Princen zelf amper aan bod. Drie acteurs geven commentaar als een opeenstapeling van stemmen. Zo begon De Graaf ook met zijn toneelstuk: past dit fragment wel, past het niet, moet het elders in het stuk? Letterlijk spreidde hij zijn geschreven stemmen uit op verschillende stapeltjes over de vloer, en schoof ermee, wikte en herschikte. Hij zocht naar een zekere chronologie, maar hanteert tegelijkertijd terug en vooruitblikken.
Vrij snel al wist De Graaf, dat het verhaal erin moest over de Nederlandse soldaat, die door de hij-figuur (Princen) wordt doodgeschoten. Het verhaal is een mythe; Princen heeft het bij zijn leven althans ontkend noch toegegeven. Maar dramatisch is het onmiskenbaar.
En of het nou een muntstuk was of niet, dat Princen opgooide om zo te zien hoe ‘kruis‘ of ‘munt‘ zijn levensloop zou bepalen, dat doet er niet toe. Wel het verhaal van die manier van kiezen, van je lot (laten) bepalen. De toneelschrijver laat zijn personage geen muntje, maar een Zweeds luciferdoosje, opgooien. Landt het doosje met het lege rode vlak naar boven, dan blijft hij, waar hij is, gaat hij mee met ‘de anderen‘, de Nederlanders. Valt het doosje met de gestileerde zwaluw naar boven, dan zou hij doen ‘wat ik nog steeds niet met woorden een naam durfde te geven‘.
Uit ‘Omtrent PP‘: ,,Ik gooi het Zweedse doosje in de lucht, zo hoog en zo recht naar boven als ik kan. Zonder veel geluid te maken komt het neer, in het stof naast mijn voeten. Ik buig me voorover en ik zie de zwarte zwaluw. De vogel vliegt. Ik weet ,dat ik me aan dit woord zal houden. Vanavond al zal ik de stappen zetten. De stappen naar de overkant. (…) Hij wist het ook niet. Hij was niet beter dan de anderen. Hij heeft zich door een luciferdoosje laten leiden. Hij wordt door sommigen een held gevonden, nu. Maar die held is hij geworden door het toeval.”
Hoe het is om voor het eerst je eigen tekst door toneelspelers te horen uitspreken? De Graaf: ,,Dat went nooit. Bezweet en ongemakkelijk zit ik de eerste lezingen aan te horen, het liefst zou je er van alles doorheen willen roepen. Maar acteurs zijn handwerkmensen, die zie je meteen al praktisch denken hoe ze moeten praten, pauzeren, associëren of beklemtonen. ‘Geluk’ is een groot woord, maar als het opeens lukt, dan verandert het van corvee in klinkende woorden die deuren openen.”
Tijdens het schrijven en na voltooiing kreeg De Graaf antipathie noch sympathie voor het personage Princen. ,,Je moet een zekere onbetrokkenheid houden, je niet vereenzelvigen. En waken voor simplisme en eenduidigheid.” Voor lichtheid of humor was in deze voorstelling geen plek. ,,Dat kun je er niet in toveren. Wel hoop ik dat er een zekere zachtheid, nuance, dat er tussentinten weerklinken.”
Voor een eerder toneelstuk in opdracht (‘Shakespeare is dead – get over it‘) reisde regisseur Keesen met zijn toneelschrijver Paul Pourveur naar het Londen en Stratford-upon-Avon van Shakespeare. Voor ‘Omtrent PP‘ is geen aanstalte gemaakt om naar Indië te reizen. Uit vrees voor ‘pisang ambon romantiek‘ was Rob de Graaf dan trouwens ook niet meegegaan. ,,Alsof je zelf die sfeer geroken zou moeten hebben.”
Trouw, 1 december 2003, 0:00
https://www.trouw.nl/cultuur-media/een-tuimelend-luciferdoosje-bepaalt-het-lot~b2146cb2/
Poncke Princen: Held of landverrader
In 1948 Nederland stuurt troepen naar Indonesië om de onafhankelijkheidsstrijd de kop in te drukken. Eén soldaat loopt over en neemt de wapens op tegen zijn vaderland. In de ogen van veel Nederlanders een landverrader. Voor menig Indonesiër een held. Een autobiografische documentaire aan de hand van persoonlijke brieven, historisch archiefmateriaal en gesprekken met betrokkenen, familie en ooggetuigen. Bart Nijpels en cameraman Arjan Kroon reizen naar Indonesië in de voetsporen ‘de witte guerilla,’ zoals Princen daar genoemd wordt.
#held #landverrader #Indonesië #politionele acties #Poncke Princen
Poncke Princen. Held of landverrader from Bart Nijpels on Vimeo.
Vimeo, Saturday, May 14, 2016 at 12:10 PM EST
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/dick-berts-poncke-princen-en-de-keerzijde-van-het-brave-koloniale-borduursel/
Plaats een reactie