Claudia Kammer – Paradiso herdenkt feest van ‘kunstterroristen’
Dertig jaar geleden toverde de Stads Kunst Guerrilla (SKG) Paradiso om tot een slagveld. ‘Een van de beste kunstevenementen in Paradiso ooit’, achteraf.
Een vier meter hoge toren van olifantenpoep uit Artis. In het midden van de zaal een gevangenistoren. En overal bergen afval: kapotte tv’s, fietsen en sloopauto’s.
Zo zag Paradiso er uit toen de anarchistische kunstenaars van de Stads Kunst Guerrilla (SKG) er dertig jaar geleden een feest mochten organiseren. Door de zaal klonken oorverdovende dierengeluiden, kettingzagen, schreeuwende mensen en elektronische noise. Bezoekers gooiden met poep, kaf en eieren. Tegen de achtergrond van dit decor traden performancekunstenaars van allerlei pluimage op. Op de bar voerde een kunstenaars stel bij wijze van act de daad uit. Maar er trad ook een klassiek strijkorkestje op en de Rotterdamse dichter Jules Deelder droeg voor uit eigen werk.
Toenmalig Paradiso ‘coördinator’ Huib Schreurs had de SKG uitgenodigd om een feest te organiseren, omdat hij af wilde van het gedateerde imago van hippie concertzaal, buurthuis annex jongerencentrum. Maar wat hij zich precies op de hals had gehaald, besefte hij pas later. “Feest vieren in een strafkamp op een puinhoop van afval en destructie”, was het concept dat Erik Hobijn, de spil van de SKG, had bedacht.
Maandag is het precies dertig jaar geleden, dat de legendarische ‘terroristennacht’ in Paradiso plaatsvond. Journalist Martijn Haas schreef er een boek over, Stads Kunst Guerilla ’78-’81, waarvoor hij vier jaar lang met tientallen mensen sprak, die ooit betrokken waren bij de groep. Ook organiseerde hij ter gelegenheid van de boekpresentatie, komende maandag in Paradiso, een feestje. Daar wordt onder meer een film getoond van het SKG feest en er treden bands op met een passend geluid.
De geschiedenis van de Stads Kunst Guerrilla, die bestond tussen 1978 en 1981, speelt zich af in de tijd, dat Amsterdam het decor was van krakersrellen en demonstraties tegen atoomwapens. De SKG had zich genesteld in het gekraakte complex van het voormalige Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Van daaruit bedacht vuur en machinekunstenaar Erik Hobijn samen met onder meer Peter Giele (de latere oprichter van discotheek Roxy) en graffiti legende Dr. Rat allerlei acties, waarmee ze het stedelijke leven ontregelden.
Geïnspireerd door de Provo beweging uit het midden van de jaren zestig pleegden zij op straat anonieme ‘aanslagen’, als een soort kunstterroristen. Zo verstoorden zij een tentoonstelling van jonge kunstenaars in een dependance van het Stedelijk Museum met een rookbom, groeven ze vaten met ‘nucleair afval’ in op straat en parodieerden ze het RAF logo in graffitikunst. “Dat was hun manier om kritiek uit te oefenen op de tijdgeest”, vertelt Martijn Haas. “Het was een concept dat goed aansloot bij wat er in die tijd speelde. Het waren de jaren van de Rote Armee Fraktion en de treinkaping. Muren stonden vol met leuzen. Natuurlijk was het een parodie, de aanslagen waren volstrekt ludiek.”
Erik Hobijn en andere SKG’ers waren begonnen aan de Rietveld Academie, maar konden daar niet aarden. “Dat was toen nog een heel ambachtelijke school, waar je leerde hoe je netjes letters moest tekenen en werd klaargestoomd voor het vak van kunstenaar”, zegt Haas. “Maar in het NRC gebouw liep alles door elkaar. Kunstenaars van de Rietveld, zoals Peter Klashorst en Rob Scholte, en de leden van de SKG.”
De legendarische ‘terroristennacht’ vormde het hoogtepunt van de SKG acties. “De heftigheid van het concept, dat ze hadden bedacht, was bedoeld als parodie. Er was in die tijd veel agressie en geweld in Amsterdam. Denk aan de krakersrellen, de punkbeweging en voetbalwedstrijden. De SKG wilde het feest eerst laten escaleren. Halverwege de avond zou alles omdraaien. Eigenlijk hadden de kunstenaars een heel vriendelijke boodschap. Als symbool van de deëscalatie wilde de SKG de hele zaal wit schilderen en omtoveren tot rustgevend en spiritueel centrum.”
Dat laatste gebeurde ook daadwerkelijk. Maar wel pas nadat het feest zo uit de hand was gelopen, dat de 350 bezoekers naar huis waren gestuurd. Haas: “Mensen waren met autobanden aan het smijten, bezoekers raakten gewond. De directie van Paradiso kon de veiligheid niet langer garanderen en beëindigde het feest voortijdig. De medewerkers van Paradiso waren aanvankelijk geschokt, maar achteraf beschouwden ze het als één van hun meest geslaagde kunstevenementen ooit.”
Boek verschenen bij Lebowski Publishers.
Feest: Paradiso, ma 20 dec. 20 uur.
NRC, 18 december 2010
https://www.nrc.nl/nieuws/2010/12/18/paradiso-herdenkt-feest-van-kunstterroristen-11981003-a123289
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=SKG
https://robscholtemuseum.nl/?s=Stads+Kunst+Guerrilla
https://robscholtemuseum.nl/?s=Paradiso
https://robscholtemuseum.nl/?s=Huib+Schreurs
https://robscholtemuseum.nl/?s=Erik+Hobijn
https://robscholtemuseum.nl/?s=Dr.+Rat
https://robscholtemuseum.nl/?s=Peter+Giele
https://robscholtemuseum.nl/?s=Peter+Klashorst
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jules+Deelder
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rote+Armee+Fraktion
https://robscholtemuseum.nl/?s=Provo
https://robscholtemuseum.nl/?s=Martijn+Haas
Plaats een reactie