Interview met Rob Scholte door Bert Voskuil in Straatjournaal, februari 2015

Rob Scholte is terug

Het was bijna veertien jaar lang stil rond de beroemde kunstenaar Rob Scholte (56), die in 1994 beide benen verloor bij een aanslag. Maar Scholte is weer helemaal klaar voor de wereld, zeker sinds hij vorige maand te horen kreeg dat zijn unieke privémuseum in Den Helder mag blijven en uitbreiden.

“U had gebeld dat u wat foto’s van details van de kunstwerken in het museum wilde nemen?” vraagt Rob Scholte terwijl hij zijn rolstoel de grootste zaal in duwt. De man knikt. “Ja, die details gebruik ik in mijn eigen tekeningen. Wil je soms zien? Scholte bekijkt het schetsblok van de man aandachtig. Die legt uit: ”Deze laatste tekening heb ik gemaakt in de Donkere Duinen. Het was toen heel somber weer.” “Mooie kleuren. Goed gedaan,” prijst Rob Scholte. “Kom nog eens langs, als ik wat meer tijd heb. Dankijk ik graag naar meer werk van je.” De man loopt tevreden weg. Rob Scholte lacht. Dit had hij voor ogen toen hij in 2013 zijn eigen museum, het Rob Scholte Museum, in een leegstaand gebouw in Den Helder begon. Een speciale ontmoetingsplaats, waar dingen mogelijk zijn die in gewone musea niet kunnen. “Daarom wil ik ook niet afhankelijk zijn van subsidies. Ook niet van de museumjaarkaart. Ik wil mijn vrijheid houden. Dit museum vloeit voort uit mijn eigen werk. En dat werk ga ik nog veel meer tentoonstellen,” zegt hij handenwrijvend: ” Ik heb ontzettend veel zin om allerlei nieuwe projecten aan te pakken.”

Tevreden rolt hij rond in de zalen van zijn ruime museum, waarvan het heel lang wurgend spannend was of het open kon blijven. De gemeente Den Helder had het plan om het bijzondere gebouw -een voormalig postkantoor van de architect Jo Kruger uit 1965- naast het NS-station te slopen. Het gemeentebestuur had de huur al opgezegd en Rob Scholte gesommeerd om het gebouw te verlaten. Voor elke week die hij langer in zijn museum zou blijven zitten zou hij een dwangsom van 5000 euro moeten betalen.
Scholte kwam in opstand, en kreeg daarbij steun van de Heldenaren én lokale politici. Bovendien gingen 120 bekende Nederlander als de schrijvers Joost Zwagerman, tv-presentator Paul Witteman en ex-museumdirecteur Rudi Fuchs- de barricaden voor hem op.
Rond de jaarwisseling kreeg Rob Scholte verbijsterend goed nieuws te horen. Hij mocht niet alleen zijn eigen museum en zijn atelier behouden, maar hij kreeg ook permissie om de overige ruimten in het voormalige permissie om de overige ruimten in het voormalige postkantoor als expositieruimte te gaan gebruiken. “Ik krijg er een voormalige atoomkelder van 1200 vierkante meter bij en een zijvleugel van 900 meter. Daardoor krijg ik twee keer zoveel ruimte. Een groot deel daarvan ga ik benutten voor nieuwe projecten, maar ik ga vooral meer werk van mezelf exposeren. Ik ben bijvoorbeeld bezig met een serie schilderijen die als centraal thema de kleur oranje hebben. Ik merkte bij mezelf dat ik een enorme hekel aan die kleur had, maar dat maakt het heel interessant om dus juist oranje werken te maken.” Na de uitbreiding is er ook ruimte zijn voor het tentoonstellen van de scherpe politieke prenten die de schilder Jan Sluijters in de Eerste Wereldoorlog maakte. Rob Scholte herontdekte dat vergeten maar zeer interessante werk en wil het graag delen met het grote publiek. Hij heeft ook nog een aantal prenten van Sluijters aangeboden gekregen van een oud-culinair stylist. Die wil ze wel aan het museum schenken in ruil voor twee schilderijen van de hand van Rob Scholte. “Die man is ernstig ziek en hij wil die twee schilderijen aan zijn beide zonen geven. Ik ben nu in mijn atelier bezig met twee gespiegelde schilderijen die met het beroep van de kok en culinair stylist te maken hebben. Heel leuk, ik geloof heel sterk in het belang van ruilen.”

Rob Scholte zelf zet koers naar een zijkamer waar werk hangt van meestervervalser Han van Meegeren. Tekeningen die gebruikt zijn als voorstudies van Het Laatste Avondmaal, dat hij in 1940 schilderde en waarvan men lange tijd dacht dat het een echte Johannes Vermeer was. Prachtig werk. Rob Scholte vertelt er boeiend over, zoals deze anekdote: ‘Van Meegeren heeft ook tekeningen van hertjes gemaakt. Soms een jong hertje. Soms een hertje met een moeder. Die waren vlak na de Tweede Wereldoorlog zo beroemd dat ze in bijna alle huiskamers van Nederland hingen. Tijdens een bezoek aan Nederland heeft Walt Disney ze ook zien hangen. Die tekeningen van Han van Meegeren waren de inspiratiebron voor Bambi.’ Met flinke vaart troont Rob Scholte me langs zijn bijzondere collectie. Hij laat beeldhouwwerken zien uit de serie Gestolde Worsteling zien van de Helderse kunstenaar Evert Koopman. Hij wijst naar de tekeningen van zijn tien jaar geleden overleden vriend Maarten Ploeg (“hij maakte erg mooi werk”), en hij neemt me mee langs creaties van Jeff Koons (“zijn huwelijksaankondiging”), Andy Warhol (“de poster die hij maakte voor Die Grünen”), Jan Schoonhoven sr. (“een reliëfdruk, mijn eerste kunstwerk, een geschenk van mijn vader“), Jan Toorop en Peter Paul Rubens (“een ets voor een altaarstuk”).

Vlak bij de ingang van het museum, met de uitdagende neonreclame Kijken Kijken Niet Kopen, staan twee reuzendoeken tegenover elkaar opgesteld die beide -alweer- Het Laatste Avondmaal verbeelden. Het streng gestileerde laatste avondmaal van Rob Scholte tegenover de bontgeschakeerde voorstelling van zijn vroegere vriend Peter Klashorst. “Het was ooit de bedoeling dat die twee schilderijen tegenover elkaar zouden worden geëxposeerd. Maar dat is er nooit van gekomen. Nu wel dus. Ik vind die opstelling erg mooi en Peter Klashorst kennelijk ook, want dat heeft hij me laten weten.” De twee kunstvrienden, die elkaar in jaren tachtig leerden kennen, groeiden uit elkaar na de bomaanslag, waarbij Scholte zwaar gewond raakte en zijn beide benen verloor. Zijn toenmalige vrouw Micky Hoogendijk – die naast hem in de auto zat – kreeg een miskraam.

Dit is onze tweede ontmoeting. Een paar jaar na de aanslag bezocht ik – auteur van dit artikel, destijds verslaggever voor Nieuwe Revu – Rob Scholte in zijn atelierwoning op het Spaanse eiland Tenerife. Hij was toen een heel ander mens, werkte veelal ´s nachts. De opdracht om in de Japanse stad Nagasaki het interieur van een nagebouwd paleis Huis ten Bosch te verrijken met een monumentale muur- en plafondschildering van 1200 vierkante meter, had hij toen al voltooid. “Als ik daar aan het werk was, liepen er duizenden mensen per dag door die ruimte. Bezoekers die me aan het schilderen wilden zien. Maar ik voelde me met mijn rug naar al dat publiek toe onveilig. Daarom schilderde ik altijd met een kogelwerend vest aan. In dat toentertijd nog erg zware vest voelde ik me iets veiliger.” Ook in die zware periode, vlak na de aanslag, had hij (galgen)humor. Op een avond zaten we samen op de veranda van zijn atelier, dat op een rotspunt was gebouwd. De zee was wild en golven sloegen soms over het muurtje van ons terras. Scholte zei, terwijl hij in zijn rolstoel naast me zat: “Ik heb in elkgeval het voordeel dat ik geen natte voeten meer krijg.”“ Maar hij was in die tijd wel obsessief bezig om de daders van de bomaanslag te achterhalen. Hij besteedde er veel tijd en geld aan. Ook aan onderzoek, uitgevoerd door privédetectives. Dat leverde veel onbewijsbare verhalen op, inclusief de versie dat de aanslag eigenlijk bedoeld was voor de advocaat Oscar Hammerstein. Die reed destijds namelijk in eenzelfde type BMW, met dezelfde kleur en bijna hetzelfde nummerbord, én hij stond die bewuste dag in dezelfde straat ook geparkeerd als de auto van Scholte en zijn vrouw. Rob Scholte zegt dat hij de oorzaak van de aanslag kent, maar dat hij er niets meer over kwijt wil. “Ik ben een nieuw leven begonnen. Met mijn vrouw Lijsje, die ik niet lang na jouw bezoek op Tenerife heb ontmoet en met mijn twee kinderen. Een leven ook zonder drank en zonder drugs. Ik wil bewust meemaken hoe mijn kinderen opgroeien. Hoe mijn zoon om half zeven ’s ochtends op de trein stapt. Hij was ook de reden dat we naar Nederland zijn teruggekeerd in 2003. En ik kan je wel zeggen dat ik nu een supertrotse vader ben. Zowel van onze zoon Lotus, die nu veertien is en op het tweetalig Lyceum in Alkmaar zit, als van onze negenjarige Anaïs, die op eigen initiatief voor een werkstuk filosofie nu een briefwisseling is begonnen met René Gude, de Denker des Vaderlands. Ik ben bevriend met hem en natuurlijk praten we weleens over zijn en mijn amputaties (Gudes been werd geamputeerd vanwege botkanker, red)).

Veertien jaar lang heeft Scholte de media gemeden. Tot vorig jaar, toen het voortbestaan van zijn nieuwe museum werd bedreigd. Ik bleef al die tijd bewust uit de publiciteit, omdat ik me vooral op mijn werk wilde concentreren. Maar ik laat me niet verjagen. Ik sta waarvoor ik sta.”

Ben je gelukkig? vraag ik hem. Rob Scholte moet even nadenken. Dan zegt hij bedachtzaam: “Ik denk wel dat ik gelukkig ben. Maar geluk komt je niet aanwaaien. Dat komt niet met de easy manier van leven. Andy Warhol zei het eens heel mooi Bij sommige mensen trekt de WC niet door. En mijn eigen vader zei: Iedereen heeft pech. Het is echter de kunst om daarmee goed om te gaan. Ik denk, je moet dealen met wat je hebt. Leven is toch het goed doen met jezelf en met de mensen om je heen.“

Na afloop brengt Rob Scholte me tot het station. Het stormt bijna. ”Het waait altijd hard hier,” zegt hij. ”Ik heb sinds de opening van het museum al vier vlaggen versleten.”

Rob Scholte Museum
Middenweg 172-174
1782 BL Den Helder

Het museum is vrijdag, zaterdag en zondag geopend van 12.00 uur tot 17.00 uur.
Entree: 2,50 euro (kinderen tot 12 jaar gratis)

http://www.straatjournaal.com/

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image