Merlijn Schoonenboom – ‘Wij waren pioniers’ + CULTUREEL WOORDENBOEK – Rob Scholte

‘Wij waren pioniers’

Dolph Kohnstamm, emiritus hoogleraar Ontwikkelingspsychologie, stelde het ‘Nieuw Cultureel Woordenboek’ samen. Niet gewoon een herziening, maar een complete herschrijving van de ‘encyclopedie van de algemene ontwikkeling,’ die in 1992 voor het eerst verscheen…

Dinsdag werd het ‘Nieuw Cultureel Woordenboek’ in Amsterdam gepresenteerd.
Is er iets, dat de initiatiefnemer zelf niet zou willen weten?
‘Alles wil ik wel onthouden, behalve vreselijke dingen.’
Leuk, maar het slaat nergens op, schreef Hugo Brandt Corstius toen het Cultureel Woordenboek in 1992 uitkwam. Nu is het een bestseller.
‘We waren pioniers in Nederland. We wilden de algemene ontwikkeling opvijzelen, maar het had totaal geen status om er aan mee te werken. Medewerkers kwamen uit de vriendenkring, en we moesten te snel werken. In die tien jaar heeft het woordenboek gewicht gekregen. Herschrijven was noodzakelijk. Er zijn nieuwe auteurs aangetrokken. Mensen, die er eerst op neerkeken, werken er nu aan mee. De teksten zijn grondig herschreven, en een aantal leemtes opgevuld.’
Waarom is het woordenboek populair geworden?
‘Behalve door de tien euro voor de pocketversie? Ik zie twee ontwikkelingen. Mensen voelen, dat de Nederlandse cultuur dreigt op te gaan in Europa, en er is de grote instroom van andere culturen. Nederland is van oudsher zeer internationaal gericht. Maar toch. We verliezen kennis over de specifieke Nederlandse achtergronden.’
‘Ik sluit me aan bij Geert Mak, Paul Scheffer en Frits Bolkestein. Als wij willen, dat anderen respect tonen voor onze cultuur, dan moeten zij ook weten, wat die is. Dan moeten ze weten, waar ze iets over die cultuur kunnen opzoeken.’
‘We moeten de Nederlandse identiteit niet steeds ontkennen. Natuurlijk hoeft een lemma niet alleen maar positief te zijn. Maar we zouden het boek toch ook niet gemaakt hebben als er niet een zekere trots op de cultuur is.’
U heeft een missie?
‘Ik heb zeven kleinkinderen. Dan denk ik wel eens: wat zullen zij nog weten van het Nederland, dat ik gekend heb? Ik wil iets van die kennis overdragen.’
‘Maar hoe populairder het woordenboek wordt, hoe zwaarder ik de verantwoordelijkheid vind. Voor de toekomst pleit ik voor een wetenschappelijker aanpak: een canon van begrippen, opgesteld via referenda en enquêtes. Dat kostte tot nu toe te veel geld.’
De criteria waarop iemand in het woordenboek komt zijn nogal eens bekritiseerd. Boudewijn Büch ontbreekt nog steeds, maar een relatief jong auteur als Abdelkader Benali staat er wel in.
‘Ik zoek naar kwantitatieve maatstaven, maar kwalitatieve oordelen zijn niet te vermijden. Een belangrijk criterium is voor mij: is bekendheid passegair? Ik heb daarom geprobeerd om Büch er wel in te krijgen, maar de auteur van het hoofdstuk over literatuur bleef tegen.’
‘Andersom gebeurt ook: in 1998 gaf ik Rob Scholte een lemma, dat groter was dan dat over Rembrandt. Nu is het kleiner geworden, en ik vraag me gezien Scholtes huidige status af, of het lemma uit een volgende druk niet verdwijnt.’
Is in de herschrijving van het woordenboek af te lezen hoe wij tussen 1992 en 2003 veranderd zijn?
‘Ik zat woensdag achter prins Bernhard bij de uitreiking van de Erasmusprijs. Ik dacht: hebben wij eigenlijk niet te negatief over hem geschreven? Vroeger kon je niet schamper over het koningshuis doen, in het woordenboek staan nu vooral de problemen van Bernhard. Die man heeft toch ook veel goede dingen gedaan. Maar misschien wordt hij over een paar jaar weer anders beschreven.’
Is er meer aandacht voor de multiculturele samenleving?
‘De lemma’s over religie zijn uitgebreid, meer islam, meer boeddhisme. Maar we blijven heel bewust bij een westerse invalshoek. Toen wij begin jaren negentig schreven, werd bijvoorbeeld in de literaire wereld gediscussieerd over het loslaten van het eurocentrische perspectief. Dat is nu niet meer zo. Wij zeggen: wij zijn nu eenmaal westers, en hebben dus ook een westers perspectief.’

De Volkskrant, 6 november 2003, 00:00

https://www.volkskrant.nl/archief/-wij-waren-pioniers~a711965/

Rob Scholte

(1958) Schilder. Is in zijn werk een typisch postmodernist . Gestart als neo-expressionist , ging hij er vervolgens toe over in zijn figuratieve schilderijen beeldmateriaal van een groot cliché gehalte uit de klassieke en populaire cultuur te combineren en te modificeren tot soms ironische, maar veelal raadselachtige nieuwe beelden. Zijn concepten laat hij vaak (mede) uitvoeren door zijn assistenten. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de reusachtige wandschilderingen die hij tussen 1991 en 1995 in opdracht vervaardigde in de replica van Huis ten Bosch in het Japanse Holland Village te Nagasaki.

Afbeeldingen:
https://www.google.nl/search?gbv=2&ndsp=20&hl=nl&safe=active&client=firefox-a&rls=org.mozilla:nl:official&q=rob+scholte&btnG=Afbeeldingen+zoeken&tbm=isch&gws_rd=ssl

Wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rob_Scholte

https://www.cultureelwoordenboek.nl/nederlandse-beeldende-kunst-vanaf-1850/rob-scholte

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image