Erik de Vlieger – Kunst- en vliegwerk; een kijkje in de ziel van een zakenman
‘Ik doe het gewoon’, zei ik eind 2013 tegen mezelf in de spiegel. Ondanks mijn drukke zakelijke bestaan besloot ik een kunstenaar te worden.
‘Ik zal iedereen eens iets laten zien. Een experiment. Ben ik een kunstenaar? Kan ik dat? Vinden mensen het mooi? Kopen ze mijn werk dan ook? Of lachen ze me misschien uit?’ Nu was ik altijd al geïnteresseerd in kunst. Vroeger liet ik Rob Scholte in een van mijn panden wonen. Kon ik lekker goedkoop schilderijen van hem kopen, dacht ik. Hij was immers een beroemde kunstenaar, en dan die bomaanslag: dat werk moest wel veel waard worden. Nu walg ik van deze gedachte. Gelukkig kan ik vandaag de dag van de schoonheid van Scholtes werk genieten en interesseert het prijskaartje mij niets meer.
Enfin, ik zou dus kunstenaar worden. En dan ook goed. En nieuw. Ik kan niet zo goed tekenen als de Hollandse meesters, dus moest ik wat anders verzinnen. Aldus was op een woensdagmiddag de straat geblokkeerd. Niemand kon erdoor tot de vrachtwagen, met daarin 150 doeken en 350 bussen verf, gelost en vertrokken was. Mijn omgeving dacht dat ik weer eens – gek was geworden, totdat ik opeens een expositie mocht organiseren. En niet zomaar een, maar een heus evenement waarbij 35 van mijn werken werden getoond in het World Trade Center in Den Haag. Uiterst nerveus exposeerde ik daar in juli mijn werken. Immers, het laten zien van eigen werk is een kijkje in de ziel. Tegen de beoordeling van je eigen kunst door anderen kan geen zakelijke transactie op.
Zaken kunnen mislukken, een deal kan niet doorgaan, maar een afwijzing van hetgeen je zelf hebt gemaakt, komt knalhard binnen. Althans zo voelt dat. Niet alleen bij mij, maar bij iedere kunstenaar. Want mocht zo’n expositie niet aanslaan, dan zou ik toch maar mooi als brokkenpiloot te boek staan. Het risico van zakendoen stelt eigenlijk niets voor vergeleken met dat van een zelfgemaakt schilderij. Als zoiets mislukt, doet het echt pijn. Het pakte gelukkig allemaal goed uit en nu staan er een tentoonstelling in Zwolle en daarna nog twee andere in de planning.
Helaas is dit geschrift ontaard in een soort selfkickende zegetocht, maar ik bedoel er toch iets anders mee. Want waarom schrijf ik dit op? Omdat ik ondernemers wil motiveren zichzelf eens te testen. Laat dat socialistische gelul van ‘doe maar gewoon’ eens achterwege. Het rechts graaiende establishment gebruikt die kretologie ook regelmatig. Vooral de banken.
Ga iets buiten het normale en deze grijze pakken slaan al op tilt. Dus als er iets is wat u niet kunt, geloof dat dan pas als u het zelf hebt geprobeerd. Laat de omgeving de omgeving zijn en laat de relaties maar denken wat ze willen. De meeste zakenmensen denken toch alleen volgens hun eigen, aangeharkte paden. Dus durf en test uzelf, liefst tot het uiterste. Straks werkt het toch en dan hebt u het onbereikbare bereikt. Dan maakt u kans op echt succes, en is dat niet wat alle zakenmensen willen? Of gaat het voor de meesten toch alleen maar om het geld?
Plaats een reactie