Nico Burhoven Jaspers – Update d.d. 7 februari 2001 van gegevens voor het antecedenten register van de Jurikaste + Rapport Integriteit Rechterlijke Macht
Zie Internet:
http://www.sdnl.nl/burhoven.htm
KROON, Mw. M.C.M. de, (Mathilde Cornelia Maria; roepnaam Tilleke) geboren 25 sep 1943 te Oisterwijk
NLRM 86 87 88/89 90 99/00
Gymnasium Eindhoven 1961
Afgestudeerd rechten in Utrecht 1968
Werkzaam bij fiscaal bureau Zeven en Timmers te Heerlen 1978 – 1982
De Boer & van Keulen Amsterdam ; Accountants/fiscaal adviesbureau 1982 – 1984
Gerechtsauditeur fiscale zaken Hoge Raad der Nederlanden 11 jul 1984 – 1991
Ontslag voorjaar 1991 na crimineel intern gekonkel met de Inspecteur der Belastingen in het najaar 1990. Vanuit haar functie van gerechtsauditeur fiscale zaken bij de Hoge Raad kreeg zij zonder slag of stoot, naar het latere verhaal gaat met één telefoontje, van de Inspecteur der Belastingen fiscale gegevens van haar ex man: gegevens die zij aansluitend onmiddellijk en met veel bombarie, maar uiteindelijk zonder enig resultaat, overgelegd heeft in de boedelscheidingsprocedure waarin zij uiterst peremptoir stond.
Tussen een rechterlijk ambtenaar van de Hoge Raad en een fiscaal ambtenaar van de Fiscus is het voor privé doeleinden toespelen van gegevens over een derde kennelijk de eenvoudigste zaak van de wereld. Simpelweg zo gepiept; één telefoontje. Wordt toch wel gedekt door de Minister van Financiën, de Raadsheren van het Hof, de President van de Hoge Raad en niet te vergeten de Procureur Generaal bij de Hoge Raad, per slot van rekening de hoogste van het parket in Nederland.
In deze kwestie komt de Nationale Ombudsman Mr. Oosting in 1991 na uitgebreid en grondig onderzoek tot het oordeel van onbehoorlijk optreden aan de zijde van de Minister van Financiën, destijds Dhr. Wim Kok, als eind verantwoordelijke voor de Fiscus. Toch werd M.C.M. de Kroon in het voorjaar 1991 beleidsmedewerkster bij het Ministerie van Financiën; onder diezelfde Wim Kok, thans Minister-President.
De criminele samenspanning met de inspecteur van de belasting werd in een procedure ex art. 12 Strafvordering gedekt door het Hof op verzoek van de Procureur-Generaal van het Hof Den Haag (Advocaat-Generaal) Mr. P.J. Wurzer. (zie WURZER, P.J.), omdat zij door deze affaire haar functie bij de Hoge Raad achter zich had moeten laten. Bij het Ministerie van Financiën werd zij langdurig geschorst, lopende een FIOD-onderzoek naar haar handel en wandel. De Minister van Financiën Dhr. Zalm weigert in 2000, en tot op de dag van vandaag, de inhoud van het betreffende FIOD-rapport te openbaren; wegens gestelde zogeheten eerbiediging van de private levenssfeer van De Kroon.
Kennelijk moet voor de zoveelste keer de mantel der liefde alle zaken toedekken. Ontslag door de Minister van Financiën Dhr. G. Zalm, voor zover bekend, in oktober 1998. Echter: deze minister van Financiën weigert ook daarover iedere opening van zaken. Dat geeft te denken. Zie:
• http://www.sdnl.nl/bur-zalm1.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-zalm2.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-zalm3.htm, enz.
Raadsheer Gerechtshof Arnhem; belastingrechter.
Benoeming voor het leven per Koninklijk Besluit 7 juni 1999
NU
[nov 2000] Arnhem Hof Raadsheer
TEVENS
Griffier van de Raad van Beroep van de Federatie van Belastingadviseurs
INFO Was getrouwd op huwelijkse voorwaarden met totale uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. Zij brak het huwelijk af in mei 1986. In het najaar 1985 was zij ook al weggerend vanwege het laatste tentamen van haar postdoctorale opleiding fiscaal recht. Eind mei 1986 richtte zij een handgeschreven ongedateerde brief aan de Swiss Bank Corporation en gaf, als ware zij en niet haar man de rekeninghouder, opdracht rekeningen te openen op haar meisjesnaam en geld en aandelen over te maken. Zie:
• http://www.sdnl.nl/bur-sws1.htm
De bepaald niet onverdienstelijke namaak handtekening werd door de bank niet herkend als vervalsing; de overval werd niet doorzien. De bank ging de opdrachten uitvoeren. Op vrijdag 13 juni 1986 vernam zij telefonisch van de SBC dat de transacties zouden zijn/worden afgerond. Aansluitend, op zaterdag 14 juni 1986, schreef zij haar man een brief waarin zij een echtscheiding aankondigde met als reden dat zij “vleugellam geworden was”, zonder ook maar met één woord te reppen van haar criminele Zwitserse escapade.
Zo heeft zij bewezen geen enkel probleem te hebben met in koelen bloede geplande en uitgevoerde verduistering en bankoverval. Zij deinst er echt niet voor terug ijskoud in bancair verkeer op te treden in valse hoedanigheid om de hand uit te steken (voor ca. fl 150.000 in 1986) naar andermans gelden op een bankrekening in Zwitserland, inbegrepen namaak van diens handtekening. Dit is valsheid in geschrift van het zuiverste water. De wetgever stelt op dergelijk handelen vrijheidsstraffen van jaren. Zie:
• http://www.sdnl.nl/burhoven.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-sws2.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-sws3.htm
Het Openbaar Ministerie weigerde strafvervolging in te stellen naar deze bankoverval/ verduistering; de Officier van Justitie seponeerde. In een aansluitend gevoerde klachtprocedure ex art. 12 Strafvordering werd deze kwestie afgedekt onder / door Mw. Mr. W. Sorgdrager, eerst als Procureur-Generaal van het Hof Den Haag, aansluitend als Minister van Justitie en door de PG van het Hof (weer dezelfde Advocaat-Generaal WURZER, P.J.). Bij die procedure is gehandeld apert in strijd met de wettelijk verplicht voorgeschreven procedure (artikel 12 d Strafvordering) en cruciaal bewijsmateriaal werd door de PG Wurzer achtergehouden. Dit heeft geleid tot herhaalde vragen in de Tweede Kamer gericht aan de Minister van Justitie Mw. Sorgdrager, maar de zaak werd daarmee niet opengebroken.
Aansluitend heeft ook de Nationale Ombudsman deze affaire afgedekt (Zie WOEI-A-TSOI, D.N.G.). N.B.: Mw. Mr. M.C.M. de Kroon wordt sinds 1986 door de rechterlijke macht tot aan de Raadsheren van de Hoge Raad, haar eerdere werkgever, stelselmatig bevoordeeld in een boedelscheiding, waarin zij nog nooit IETS bewezen heeft en die in 2000 in strijd met de Rechten van de Mens na 14 jaar nog niet is afgehandeld. Er is geen eenduidige einduitspraak en per saldo komt het neer op 14 jaar rechtsweigering tot op het allerhoogste rechtsniveau.
Zo wordt Mw.Mr. M.C.M. de Kroon onvoorwaardelijk gedekt ook wat betreft haar criminele optreden, zelfs door de ene President van de Hoge Raad na de andere {waaronder Mr. S.K. Martens, voormalig Raadsheer namens Nederland in het EHRM Europees Hof van de Rechten van de Mens (Zie MARTENS, S.K.)}, de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden Mr. Ten Kate en een serie Raadsheren. Raadsheren van de Hoge Raad die haar kennen weigeren keer op keer zich te verschonen zoals zij dat behoren te doen (Mrs. W. Snijders, W.H. Heemskerk, R.Herrmann, C.H.M. Jansen en O. de Savornin Lohman, Roelvink, Neleman).
De PG bij de Hoge Raad heeft de facto sabotage van het klachtrecht tegen advocaten door de Voorzitter van de Raad van Discipline Mr. Robbers, Coördinerend Vice-President van Mr. Van Delden gedekt. Een aantal klachten ingediend in september 1989, zijn nu nog niet afgehandeld. Het wettelijk klachtrecht tegen advocaten is aldus buiten werking gesteld en Dekens zijn zo boven de wet verheven.
Klachten over rechters ex art 14a Wet R.O. voorgelegd aan de PG bij de Hoge Raad zijn allemaal, sinds 1986, stelselmatig afgewimpeld met machtstrucjes, drogredenaties en onwaarheden. Zo is ook het wettelijke klachtrecht tegen rechters buiten werking gesteld. Wraking van 4 Raadsheren ( Roelvink , Heemskerk , Herrmann en Neleman) in oktober 1998 is door de Hoge Raad met een buitenwettelijk en onrechtmatig obstakel verijdeld, te weten de vondst dat men alleen zou kunnen wraken via een advocaat. Dit heeft navolging gevonden op het niveau van het Hof Arnhem (Mr.vd Weij) en de rechtbank Den Haag (Mr. Van Delden). Het fundamentele wettelijke recht van eenieder om zelfstandig de rechter te kunnen wraken wordt daarmee buiten werking gesteld. Zo wordt de burger geknecht door het rechtsbestel. Zie:
• http://www.sdnl.nl/bur-hr05.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-hr09.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-hr18.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-hr20.htm en de andere files bur-hr??.htm
Zelfs het EHRM, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, te Straatsburg wendt stelselmatig het hoofd af en dekt zo deze zaak af. Zie:
http: //www.sdnl.nl/evrm-7.htm
Protectie van acteurs op het hoogste niveau van het nationale rechtsbestel heeft in Straatsburg kennelijk het primaat, boven de meest fundamentele rechten van een enkel individu. Mw. Mr. M.C.M. de Kroon heeft belasting ontdoken (IB en VB) in verband met buitenlandse tegoeden op haar naam en werd daarop aangesproken door de Fiscus (navordering met boete), maar is nu belastingrechter in het Gerechtshof te Arnhem. De President van het Hof te Arnhem (Zie Mr. WEIJ, L.R. van der) is op de hoogte, maar grijpt voorzover bekend niet in. Het voorstel voor haar benoeming (tezamen met Mrs. Kooijmans en Valk; zie: ook http://www.sdnl.nl/rechters.htm en http://www.sdnl.nl/van-goor.htm) moet van hem, en van het parket c.q. de Procureur-Generaal van dat Hof zijn uitgegaan.
De President van de rechtbank te Den Haag heeft bij herhaling, met dekking van de PG bij de Hoge Raad, eigen positie benut om afhandeling van wraking van een Vice-President (nog immer) te blokkeren, ten onrechte en onrechtmatig. Die gewraakte VP gaf Mw. Mr. M.C.M. de Kroon in kort geding (waarbij het normale bewijsrecht niet geldt) ondanks 12 jaar procederen zomaar het voorrecht een “voorschot” van fl 200.000 te mogen innen van haar ex. Bij arrest van het Hof d.d. 30 september 1999 werd die uitspraak van die VP vernietigd en werd vastgesteld dat de wraking conform de wet afgehandeld had moeten worden. En toch strijkt zij, tot op de dag van vandaag, zonder deugdelijke titel 2/3 van het inkomen van haar ex-man op.
Mw. Mr. M.C.M. de Kroon is persoonlijk bekende van Mr. Van Delden, President van de rechtbank te Den Haag (Zie Mr. Van DELDEN, A.H. en http://www.sdnl.nl/bur-jus5.htm), ook via haar beste en oudste studievriendin (Zie: BRUIN, Mw. Mr. L. de), de Substituut-Nationale Ombudsman van 1993 tot mei 2000. Zie ook:
http://www.sdnl.nl/bur-omb3.htm
De Minister van Justitie (KORTHALS, A.H.) weigert (februari 1999) deze zaak te onderzoeken c.q. te doen onderzoeken door het Openbaar Ministerie ondanks schriftelijk verzoek daartoe. En legt de Rechten van de Mens naast zich neer. Zie:
• http://www.sdnl.nl/bur-jus5.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-sam1.htm
• http://www.sdnl.nl/bur-coh1.htm
De Heer Wim Kok, niet meer als Minister van Financiën, maar nu als Minister-President heeft een schriftelijk verzoek in 1998 om deze zaak te laten onderzoeken door competente neutrale derden naast zich neergelegd. Desondanks is Mw. Mr. M.C.M. de Kroon onder de verantwoordelijkheid van diezelfde Minister van Justitie en diezelfde Minister-President aan Hare Majesteit voorgedragen voor benoeming per Koninklijk Besluit tot Raadsheer in het Hof te Arnhem. Het is eenvoudig ondenkbaar dat Hare Majesteit daarbij adequaat zou zijn geïnformeerd over de ware achtergronden.
Deze De Kroon doet nu uitspraken als belastingrechter van het Gerechtshof. Zie ook de Staatscourant voor annotaties bij arresten. De president van het Hof te Arnhem weigert openheid te geven over door haar gedane uitspraken. Zie ook:
• http://www.sdnl.nl/v-goor1.htm en
• http://www.sdnl.nl/van-goor.htm
Als je als juriste eenmaal gerechtsauditeur bij de Hoge Raad bent, kun je dan met echt alles wegkomen? Wat moet je dan toch tot je beschikking hebben om de topacteurs in het rechtsbestel zó ver te kunnen krijgen ? Klaarblijkelijk loont misdaad wel. Als je in die situatie een delict pleegt en er mee wegkomt, bewijs je daarmee dan niet juist je toegangsrecht tot de club? Wie wil Nederland nog een democratische rechtsstaat kunnen noemen ?
Update d.d. 7 februari 2001 van gegevens voor het antecedentenregister van de Jurikaste
Rapport Integriteit Rechterlijke Macht
RAPPORT
I – integriteit
R – rechterlijke
M – macht
De wereld is gevaarlijk om in te leven, niet omwille van wie het kwaad begaat, maar wel omwille van hen die alles afremmen en maar laten begaan. (Einstein)
De Lezer gegroet !
Wie zijn wij, de schrijvers? Een handjevol burgers die verontwaardigd zijn. Ieder van ons heeft juridische toestanden meegemaakt, die in ons Nederland niet zouden mogen voorkomen. Onze woede over onrecht werd verontwaardiging; onze verontwaardiging leidde tot gedreven vastberadenheid om boven de details van onze individuele ervaringen uit, het falen van het systeem zichtbaar te maken en laakbaar gedrag aan de kaak te stellen. Het kwam op óns aan om het voortouw te nemen. Maar het gaat niet slechts om kritiek; ook om suggesties voor verbetering. Wij menen dat wij daarmee ook het belang dienen van de Nederlander, vooral van de grote ons bekende groep die vergelijkbare ellende heeft doorgemaakt.
Wij vinden dat als de burger recht heeft op RECHT, die burger recht heeft op professionele, bekwame, ervaren rechters, die recht zullen spreken van hoge kwaliteit, conform de wet en datgene wat zij beloofd hebben in hun ambtseed: eerlijkheid, nauwgezetheid, onzijdigheid. Wij kunnen niet aan de indruk ontkomen dat daaraan véél schort. Zo is het onze overtuiging dat het slecht gesteld is met de Integriteit van de Rechterlijke Macht en dat daaraan een heleboel verbeterd kan en moet worden. Maar wat is integriteit ? Als iemand steeds iets zegt, maar het tegenovergestelde doet, zullen we die toch niet integer noemen??
Wij hebben de indruk dat die integriteit onder druk staat als gevolg van belangen verstrengeling door onder meer nevenfuncties, maar bovendien en vooral wordt uitgehold door het instituut van de Rechter-plaatsvervanger, een in deze omvang voor Nederland uniek verschijnsel. Dit rapport beoogt feiten, voor zover wij daar, als aan geen enkele groepering gebonden enkelingen, toegang toe hebben weten te krijgen, op neutrale en toetsbare wijze te presenteren en daaraan onze bevindingen, overwegingen en aanbevelingen te verbinden. Wij leggen dit voor aan ú als lezer, opdat ú uw eigen oordeel kunt vormen over de feitelijke werkelijkheid en vooral ook over onze conclusies.
Henk Rem,
Rob van der Vaart,
Drs. Nico Burhoven Jaspers MBA
en Mr. Paul Ruijs.
De samenstellers van het IRM rapport.
5 december 1996
“Wat niet weet, dat niet deert.”
Er is zoiets als een wet van synchroniciteit: ontwikkelingen lijken merkwaardig parallel te lopen. Terwijl wíj ons op wonden over de kwalijke onrechtmatigheden, die wij zelf meemaakten en ons vastbeten in onderzoek, komt in België naar aanleiding van de tragische kindermoorden massale verontwaardiging, ja, volkswoede los. Die wordt óók en zélfs door politici herkend als uiting van een al lang sterk gevoeld diep onbehagen onder de mensen over alles wat met recht en rechters te maken heeft.
En toch: aan de oppervlakte lijkt het zo simpel en duidelijk. Van een land, waar zelfs het eten van een bord spaghetti al voldoende is, om met succes de onpartijdigheid van een rechter aan te vechten, kan toch zeker niet gezegd worden, dat men met de rechtspraak sjoemelt ? Dan is er toch niets aan de hand ? Vanwaar dan die woede, dat onbehagen, die weerzin ?
In Néderland daarentegen worden rechters zelden met succes gewraakt. Men ‘weet’ hier dan ook algemeen, dat Nederlandse rechters – en politici – véél beter dan elders tegenstrijdige belangen van elkaar kunnen scheiden. Dan is er toch zeker ook in Nederland niets mis ? Waarom dan ook hier onbehagen over het rechtssysteem, de rechters en wat dies meer zij ?
Een kwestie als een nevenfunctie van VVD politicus Bolkestein leverde indringende kamer vragen op, maar hij wist kritiek te pareren. De burgemeester van Groningen haalt de krant vanwege een nevenfunctie bij een aannemersbedrijf. Daarvoor toucheert hij dan wel enkele tienduizenden guldens per jaar, maar volgens hem is er géén sprake van belangen verstrengeling. De Telegraaf (04-11-96) meldt dat hij deze bijbaan niet meldde omdat hij die als een privé-aangelegenheid beschouwt !
Er is bitter weinig zicht op de mogelijkheden van belangen verstrengeling binnen de zo goed gesloten ivoren toren van de rechterlijke macht, die door de buitenwereld onvoorwaardelijk beschouwd dient te worden als het toonbeeld van zuiverheid. Dagelijks wordt recht gesproken door rechters, echte en plaatsvervangers, die via nevenfuncties verbonden zijn met allerlei belangen. De reactie op vragen daarover komt in de praktijk neer op ronduit obstructie. Men probeert stelselmatig zich te onttrekken aan het geven van informatie, waarbij men zich beroept op zelf gestelde integriteit en betrouwbaarheid. Dat is niet alleen onvoldoende, maar zelfs ronduit verdacht.
De echt integere rechter, die toch van de maatschappij totale onafhankelijkheid als rechter opeist, zal juist vanuit zijn begrip van ware integriteit weten, dat zo’n privilege impliceert dat hij op positieve wijze bereid moet zijn rekenschap te geven tegenover de burger. Het gegeven privilege benutten voor afscherming, in welke vorm dan ook, betekent in de kern van de zaak misbruik van macht en verraad aan de burger die een mandaat gaf.
Een woord van dank is hier op zijn plaats aan die advocaten en de enkele rechters die ons soms feitelijk, maar vooral moreel bij ons onderzoek steunden. Ook P. Fokken kan niet onvermeld blijven vanwege zijn hulp bij het onderzoek in Amsterdam. Verder denken wij met dank terug aan de hulp ondervonden van de zijde van het wetenschappelijk bureau van de Tweede Kamer Fractie Hendriks. Tenslotte spreken wij onze grote waardering uit voor de journalisten Henny Korver en Ron Couwenhoven van de Telegraaf, die als eersten (08-01-1994) uitvoerig verslag deden van de gebeurtenissen rond Henk Rem uit Oosthuizen, te beginnen met zijn ervaringen bij het Hof in Arnhem in januari 1992
Plaats een reactie