Nelle Boer – Cultureel ondernemerschap is een politieke doctrine
Kunst is een idee en welke invulling aan dit idee gegeven wordt is afhankelijk van tijd en plaats. Kunst is dus ten diepste een continu veranderend, abstract concept dat niet te vangen is in een enkele, heldere conclusie. Hoogstens in betwistbare stellingen.
Speelsheid van kunst
Dat kunst een kneedbaar concept is wordt door mij en de meeste kunstenaars die ik ken ervaren als de werkelijke schoonheid van kunst, dit vanwege de vrijheid die het ons biedt. Iedere dag kunnen er weer nieuwe gedachten ontspruiten aan ons kunstenaarsbrein, waardoor wij kunst als idee weer heel anders duiden dan gisteren. Het maakt kunst zo onontbeerlijk ongrijpbaar in een tijd waarin alles draait om zekerheden.
Toch moeten kunstenaars vandaag de dag waakzaam zijn dat die behoefte aan zekerheid niet ook het atelier binnensluipt, of al binnengeslopen is. Dan doel ik op de populariteit van het cultureel ondernemerschap. Deze invulling van het kunstenaarschap – dat evenals kunst een abstract idee is en de betekenis ervan afhankelijk van tijd en plaats – is gebaseerd op kansberekening, op formules. Je kunst moet dan, als jij je profileert als cultureel ondernemer, een zeker effect dienen, een van tevoren bedacht resultaat opleveren, oftewel geld. Je beschouwt kunst als een commercieel product dat je verhandelt, je bent niet voor niets ondernemer.
Maar een voorbedacht resultaat als doel gaat ten koste van de speelsheid van kunst. Wanneer je met je kunst een winstoogmerk hebt, moet je immers toetsen wat mensen willen kopen en pas je daar vervolgens de vorm en inhoud van je werk op aan. Met je eigenhandig uitgekozen doelgroep ga je als cultureel ondernemer de binding aan door jezelf te herhalen en door niet te verrassen. Je eigen werk zal je na het gepresenteerd te hebben aan het publiek niets nieuws meer vertellen, omdat je de reacties al voorspeld had.
Politieke doctrine
Nu zou je kunnen stellen dat cultureel ondernemerschap een voorbeeld is van de ontwikkeling van kunst als altijd veranderend idee. En als de vercommercialisering van kunst een ontwikkeling was geweest die zich voltrokken had binnen de kunst zelf, dan moet je het ook als zodanig beschouwen. Als niet meer dan de nieuwste trend.
Maar dat is hier niet aan de orde. De enige reden dat mensen die zich voorheen nog kunstenaar noemden nu als cultureel ondernemer door het leven gaan, is omdat dit vanuit politiek-economische overwegingen gecultiveerd en aan kunstenaars opgedrongen is door een regering in crisistijd. Het is niet ontstaan vanuit de kunst zelf. De populariteit van het cultureel ondernemerschap is dus niet de echo van de stem van de kunstenaar, maar van een politieke doctrine. Een doctrine ontworpen door Halbe Zijlstra, overgenomen door Jet Bussemaker en gepropageerd door de kunstinstituten.
Eigenbelang en kokervisie van de instituten
Omdat met name de kunstinstituten door de bezuinigingen op kunst en cultuur – door de drooglegging van subsidies – benadeeld zijn (individuele kunstenaars kregen toch al zelden subsidie) hebben zij geen andere kans gezien cultureel ondernemerschap als politieke doctrine te accepteren en vervolgens actief te verspreiden, met als enige doel te ontsnappen aan geldproblemen. Een andere reden dat zij de doctrine en masse propageren is er niet, want cultureel ondernemerschap als invulling van het kunstenaarschap dient alleen een geldelijk en geen enkel artistiek doel.
Wat dit aangaat is het belangrijk om te begrijpen dat de Nederlandse kunstwereld een vanuit de overheid georganiseerd systeem is. De kunstinstituten die Nederland telt, zoals academies, musea en fondsen, maken onderdeel uit van dat systeem en fungeren als de propagandisten van het kunstbeleid van de overheid. Aan de kunstenaar de keuze zelf ook onderdeel te worden van het systeem en de doctrine mede uit te dragen, of zich onafhankelijk op te stellen en daarmee buiten het systeem te vallen.
Kunstenaars die, wat in razendsnel tempo non-conformistisch geworden is, het kunstenaarschap niet in de eerste plaats beschouwen als een verdienmodel of zelfs helemaal geen winstoogmerk hebben met hun werk, zijn voor de kunstinstituten niet interessant. Ook hier draait het weer om zekerheid, want alleen kunst waarvan bewezen is dat het veel bezoekers trekt en inkomsten genereert krijgt een podium. Als gevolg hiervan bestaat er bij de kunstinstituten, die zich er op voor laten staan met hun onfeilbaar artistiek inzicht kunst mogelijk te maken, geen nieuwsgierigheid naar nieuw, onbekend werk, omdat niet voorspeld kan worden hoe het publiek er op reageren zal.
Maar zij die het cultureel ondernemerschap hartstochtelijk omarmen en kunst beschouwen als een vaststaande winstformule, kunnen daardoor per definitie geen vernieuwend werk maken. Voor nieuwe kunst kun je dan ook niet terecht bij de instituten, maar moet je juist bij de outsiders zijn en afdalen in de innovatieve, onafhankelijke underground-scene van de kunst.
Gezond verzet
Zoals kunstcriticus Maaike Lauwaert aanstipt in haar artikel “Beeldende kunstenaars: klem tussen twee banen” (http://www.rektoverso.be/artikel/beeldende-kunstenaars-klem-tussen-twee-banen) van 11 juli 2015 in het tijdschrift RektoVerso, zijn kunstenaars er sinds de opkomst van het cultureel ondernemerschap financieel niet op vooruit gegaan. Sterker nog, 48% van de 311 professionele beeldend kunstenaars die voor het onderzoek dat Lauwaert aanstipt geënquêteerd zijn, geven aan dat hun financieel-economische situatie verslechterd is. Als constructieve en lucratieve nieuwe invulling van het kunstenaarschap is het cultureel ondernemerschap tot nog toe mislukt.
Afgezien van het innerlijk conflict dat het cultureel ondernemerschap in de kunstenaar aanwakkert, namelijk het balanceren op de grens tussen autonomie en de focus op commercie, ligt de oorzaak van het mislukken van dit concept wellicht in het feit dat het kunstenaars van hogerhand opgedrongen is en niet ontstaan is vanuit kunst zelf. Het zou betekenen dat er onder veel kunstenaars nog genoeg gezond, innerlijk verzet bestaat tegen de politieke doctrine die cultureel ondernemerschap is.
nelleboer.nl, mrt 6, 2016
http://www.nelleboer.nl/cultureel-ondernemerschap-is-een-politieke-doctrine/
Plaats een reactie