A. Ermstrang – De nacht van VVD’er Schuiling: Ouwerkerk hoopte tot op het laatste moment
Groningen – “De nacht van Schuiling”. Zo kopte een plaatselijke krant gisteren al in Groningen. Buiten de Groningse VVD-voorman en zijn fractie was niemand in de raad ervan op de hoogte of de liberalen Hans Ouwerkerk het voordeel van de twijfel zouden geven. „Mocht zich ooit zo’n situatie nogmaals voordoen, dan hoop ik dat de menselijkheid boven de geheimzinnigheid gaat”, aldus een diep teleurgestelde en verbitterde Ouwerkerk.
Na wekenlang wachten was het gisteravond zover. De conclusies van de VVD waren bepalend. Aangezien GroenLinks, samen met de SP en het GPV, al eerder afhaakte was alle hoop van Ouwerkerk gevestigd op de liberalen. Hij zal het ongetwijfeld achteraf betreuren dat hij de uitkomst van het debat liet afhangen van het standpunt van deze partij, die jarenlang consequent is geweerd uit de programcolleges in het linkse Groningen. De PvdA regeerde, gesteund door D66 en met het CDA als bijwagen.
In de uitpuilende raadzaal werd het doodstil toen VVD-fractievoorzitter Koen Schuiling als vierde spreker rond half negen aan het woord kwam. Hij had zelfs de burgemeester niet van tevoren ingelicht. Het feit dat de burgemeester in een dagboek in een regionaal dagblad melding maakte van de mening van GroenLinks, heeft hem ervan weerhouden de burgemeester voortijdig te informeren. „Het was ons vaste voornemen de burgemeester maandagavond om elf uur, nadat we ons fractiestandpunt hadden bepaald, in zijn eigen huis voortijdig te informeren”, aldus Schuiling. „Maar inmiddels was hij ook een dagboek begonnen in het Nieuwsblad van het Noorden. We wilden niet ons standpunt de volgende dag terugzien in de krant”.
Dat Schuiling zijn raadslidmaatschap combineert met zijn werkzaamheden als docent bestuursrecht bij de Rijksuniversiteit Groningen, was gisteravond te merken. Uitgebreid ging hij in op de (beperkte) mogelijkheden van de raad om het vertrouwen in een burgemeester op te zeggen. „De pluchevastheid van deze bestuurders is in het algemeen slecht voor de democratie”, meende de VVD’er. Hij ontkende stellig dat er sprake was van een bewust aanpakken van burgemeester Ouwerkerk. „Er is geen verborgen agenda”. Daarmee reageerde hij op de geruchten dat de VVD in aanmerking komt voor de burgemeesterspost van Groningen. Daar is kans op sinds het aantreden van PvdA’er Alders als commissaris van de Koningin in Groningen. Voordien was de commissaris van de Koningin een VVD’er. Ook de anti-VVD-houding in de Groningse PvdA speelde geen rol, aldus Schuiling desgevraagd.
Verstijfd
En die beoordeling loog er niet om. Schuiling rekende niet alleen de fouten van de politie tijdens de rellen op 30 december burgemeester Ouwerkerk aan. Hij betrok ook de uitkomst van het Bakkenist-rapport bij zijn uiteindelijke oordeel. „Het persoonlijke aandeel van de burgemeester is niet eens het meest essentieel. Het gaat erom wat hem op grond van zijn functie kan worden toegerekend”, aldus Schuiling. „Als dit geen gevolgen heeft, wat dan wel?”
Burgemeester Ouwerkerk verstijfde zichtbaar bij de woorden van Schuiling. Vele malen heeft hij verklaard verkleefd te zijn aan het burgemeestersambt. In zijn schriftelijke beantwoording ging hij er ook van uit dat hij mocht blijven.
Ziedend
Het pakte anders uit. Tot verbittering van Ouwerkerk. „Als Justitie wat eerder was geweest met het toegeven van eigen fouten, was het Bakkenist-rapport niet gemaakt en had ik er hier de klappen niet van meegekregen”. Naar zijn mening is hij slachtoffer van een „crisis in de Nederlandse rechtsstaat”. Niet alleen de stad Groningen beleeft bestuurlijk gezien een periode die volgens hem later in de geschiedschrijving „prominent aanwezig” zal zijn.
Uiterlijk kalm, maar van binnen ziedend, deelde hij mee zijn functie ter beschikking te stellen. Een tweede termijn en een stemming over de motie van wantrouwen bleken niet meer nodig. Ouwerkerk verliet haastig de raadzaal en was niet meer beschikbaar voor commentaar.
Formeel is hij in functie totdat een waarnemer is aangesteld. Dat is vermoedelijk wethouder Smink.
Reformatorisch Dagblad, 29 januari 1998
Plaats een reactie