Edzard Dideric – Korte geschiedenis (52) van een stukje zingeving
Middel en doel vormen sinds mensenheugenis een duo dat de mens keer op keer voor bijna niet te beantwoorden vragen stelt. Voor de duidelijkheid volgen er hier een aantal. Hoe bepaal je bijvoorbeeld wie de juiste persoon is om met behulp van welk nader te bepalen middel, welk nader te bepalen hoger doel, op rücksichtsloze wijze na te streven? Hoe luidt, aannemende dat er eentje bestaat, de hierbij te volgen richtlijn? Op welk moment kan er het beste worden toegeslagen, en op basis van welke informatie uit welke bron? Onder welke omstandigheden valt, in het kader van een beoogd hoger doel, exact welk aantal slachtoffers te billijken? En waarom wordt de noodzaak tot keihard ingrijpen er zo vaak pas achteraf met de haren bijgesleept, waardoor de meerderheid van de mensen er geen snars meer van gelooft?
Na lang door afwezigheid geschitterd te hebben, was er zomaar ineens de comeback van een roemrucht, en ooit alom gevreesd wapen, genaamd het zwaard der zwaarden. Ofwel een uit het hardste ijzer vervaardigd wapen, waarvan het gevest zowel als de bijbehorende schede versierd waren met in zilver gevatte robijnen. Mede hierdoor deed onder de bevolking het gerucht de ronde, dat het om een heilig, en daardoor onoverwinnelijk, zwaard ging. Wat nog eens extra bevestigd werd door het feit dat de kling, na eeuwenlang intensief gebruik, niets aan glans of scherpte leek te hebben ingeboet. Waar dan jammer genoeg weer tegenover stond dat het tijdens de talloze veldslagen, ook bepaalde kwaliteiten had verloren. Zo werd onder andere de relativerende, bijna kinderlijke manier waarmee het zijn inbreng rechtvaardigde, gaandeweg verdrongen door gevoelens van schuld, die ervoor zorgden dat hij nachtenlang wakker lag. Ze hielden niet op hem te wijzen op de onschuldige zielen die door zijn toedoen, op akelige wijze aan een onverdiend einde waren gekomen. Om een lang verhaal kort te maken: het zwaard begon, weliswaar ongewild, iets te ontwikkelen dat je met enige fantasie als een geweten zou kunnen betitelen. En tot overmaat van ramp bleek het er ook nog eentje van het soort te zijn dat, merkte hij tot zijn verdriet, er oprecht van genoot om na iedere slachtpartij, weer iets harder aan hem te knagen.
Op een dag, na zijn bijdrage aan het zoveelste weerzinwekkende bloedbad te hebben geleverd, richtte het zwaard der zwaarden zich tot zijn wapenbroeders met de brandende vraag of zij er niet onder gebukt gingen. Eh nee, althans niet bewust. Kon hij uitleggen wat het precies was, waaronder ze gebukt zouden moeten gaan?
Onder de last van een geweten.
Okay, klonk het aarzelend.
Nou ja, hoewel iedere dode er natuurlijk altijd een teveel was, stonden ze er eerlijk gezegd gewoon nooit bij stil. Ze vervulden gewoon de rol waartoe ze waren voorbestemd.
Dus dat menige zelfverkozen machthebber, wierp hij op, jullie gebruikt om de massa eronder te houden, laat jullie verder koud?
Ho even, verklaarden ze, dankzij ons zijn er talloze regiems omvergeworpen, wat indirect de weg vrijmaakte voor democratie, met vrije verkiezingen, inspraak, een ongebreidelde pers, enzovoort.
Tjonge jonge, zei het zwaard der zwaarden, lang leve de vooruitgang…
De wapenbroeders kwamen in een dichte kring om hem heen staan, en legden op gedempte toon uit dat ieder mens een bepaald iets, hoe onbenullig ook, nodig had om voor te vechten. Een stukje zingeving, noemden ze het. Als dat ontbrak, kon je er donder op zeggen dat de hele menselijke beschaving in no time aan pure verveling ten onder ging.
Een stukje zingeving, mompelde het zwaard, dat ik daar niet eerder aan gedacht heb…
Plaats een reactie