Kees Engelhart – De vrije val van een gedoemde engel
‘De dood is als een warme mantel, als een oude vriend.
Ik zie de dood als een soort roulette, die af en toe ergens stopt.’
Wij schrijven de dag onzes heren negentien september in het jaar negentienhonderd en drie en zeventig. Het is een genadeloos hete dag. Gram Parsons die, na het verschijnen van zijn eerste soloalbum, een teruggetrokken leven leidt, bevindt zich ergens in de woestijn nabij Los Angeles. Die morgen heeft hij een shot morfine genomen, de verdere dag doorbrengend met het tot zich nemen van grote kwantiteiten tequila. Dat kan welhaast niet goed gaan, en het gaat ook niet goed. Hoewel zeer bestand tegen grote hoeveelheden drank en dope, blijkt de combinatie morfine en tequila zelfs voor Parsons een dodelijk gif te zijn.
Na een mislukte vakantie, door toedoen van Parsons zelf en zijn stiefvader Bob, heeft hij zich voor even van de wereld afgekeerd. Parsons resideert in de Joshua Tree Inn, driehonderd en vijftig kilometer verwijderd van Los Angeles. Parsons koestert een grote liefde voor het bijna onwereldse landschap van het nationale park Joshua Tree. Na de mislukte vakantie, tijdens welke de overleden moeder van Parsons en tevens voormalige vrouw van Bob een regelmatig terugkerend onderwerp van gesprek geweest schijnt te zijn, heeft Parsons zich met volle overgave op het pad van de zelfdestructie geworpen, een eigenaardig familietrekje.
Zijn moeder Avis is gestorven vanwege drankmisbruik, zijn stiefvader is eveneens alcoholist die Avis zelfs in het ziekenhuis nog van alcohol voorzag, wat hem bijna op strafvervolging kwam te staan. Zijn vader Coon, eveneens zwaar geteisterd door drankzucht, had zich enkele jaren daarvoor een kogel door het hoofd gejaagd. De hele familie, overigens schatrijk, is doortrokken van de beroemde en typisch zuidelijke tragische elementen: drank, religie, seks, overspel en zelfmoord.
Diezelfde avond van de negentiende september kan Parsons’ lichaam de voortdurende aanslagen niet meer aan. Parsons raakt in coma, komt er niet meer uit en overlijdt. De familie laat het stoffelijk overschot naar de luchthaven van Los Angeles brengen, om vandaar naar huis, New Orleans, terug gevlogen te worden. Vanaf dit moment neemt het verhaal een wending die niemand, behalve enkele ingewijden, had kunnen voorzien.
Enkele maanden daarvoor had Parsons, samen met zijn vriend en road-manager Phil Kaufman, de begrafenis van Clarence White de legendarische gitarist van The Byrds bezocht, die na een tragisch ongeval, doodgereden door een dronken vrouw, was komen te overlijden. Gedeprimeerd, staande aan het graf, rees bij Parsons en Kaufman het idee voor een dodemanspact. Dit wilden ze niet. Niet in zo een kist, in zo een kuil. Nee, nooit! Ze spraken, na diezelfde nacht zwaar te hebben doorgezakt, af dat wie er van hen als eerste zou komen te overlijden, door de ander verbrand zou worden bij het Joshua Tree National Monument. Het moge de lezer duidelijk zijn wie de klus als eerste, en uiteraard laatste, klaren mocht.
Phil Kaufman deed zijn woord gestand, spoedde zich met een vriend als hulpje in een oud model lijkwagen naar het vliegveld om de laatste wens van zijn vriend in vervulling te doen laten gaan. Onderweg kocht hij bij een pompstation vijf gallons benzine en bedacht een in al zijn eenvoud geniaal plan. Aangekomen op de plaats des onheils, Los Angeles International Airport, meldde Kaufman de plaatselijke autoriteiten dat hij in opdracht van een begrafenisonderneming het lichaam overbrengen moest naar Van Nuys Airport, om van daar naar New Orleans te worden terug gevlogen. Het onvoorstelbare werd bewaarheid, Kaufman werd geloofd. Hij ondertekende het document met ‘Jeremy Nobody’ en spoedde zich heen. Op de snelweg richting Joshua Tree sloeg tot overmaat van ramp de motor van de aftandse lijkwagen af, waarop nota bene een behulpzame passerende agent de auto hielp aanduwen. Op van de zenuwen doken Kaufman en zijn vriend een kroeg in om de nerven enigszins te bedaren. Eenmaal weer op weg kon Kaufman het echter niet nalaten zich om te draaien, om Parsons toe te voegen ‘Klootzak! Waarom moest jij nou als eerste gaan.’
Uiteindelijk, halfdronken, gierend van de zenuwen en doodop, bereikten ze Cap Rock, de plaats waar de ‘crematie’ plaats moest grijpen. Het was avond inmiddels, Kaufman opende de kist goot zijn vijf gallons benzine over Parsons uit, stak een lucifer aan en wierp deze in de kist. Woesj! Een steekvlam schoot de lucht in, om voor even de hemel boven de woestijn hemels te verlichten. En zie, een ster was gestorven, een legende geboren, een wens vervuld.
Plaats een reactie