Yanaika Zomer – Een rondje Rob Scholte: Over copyright, clichés en retweets
Lee Towers zei ooit: ‘Ik heb niet overal verstand van, maar ik heb wel overal gevoel voor.’ Dat heb ik nou met kunst. Geen verstand, wel gevoel. Ik spreek een klein woordje Kunstenaars en kom graag in een museum, maar uiteindelijk moet je niet bij mij zijn om een werk te duiden. Alles dat ik hierna ga zeggen heb ik dan ook waarschijnlijk verkeerd begrepen. Het voelde daarentegen goed.
Donderdag bezocht ik een netwerkbijeenkomst in het Rob Scholte Museum. Rob Scholte verzorgde een rondleiding, zijn vrouw Lijsje, die zich ‘Robs benen’ noemt, verzorgde ons. Ze waren gastvrij en openhartig en Rob vertelde honderduit over de werken in zijn collectie, over zijn band met Den Helder en over de eeuwige strijd met de gemeente om zich blijvend te mogen vestigen. Opvallend genoeg had tot die dag niemand met enig beslissingsrecht een voet over de drempel van het museum gezet. Wat Den Helder dus zou verliezen wanneer het Rob Scholte Museum zou verdwijnen, is van geen enkele invloed op het besluitproces.
Het genegeerde
De collectie van Rob Scholte is enorm. Er is veel te bezichtigen, maar in de krochten van het oude postkantoor ligt ook nog een hoop te wachten tot het museum echt door mag. Doodzonde als die werken letterlijk nooit het daglicht zouden zien.
Rob blijkt een voorliefde te hebben voor het genegeerde. Want buiten werken van grote namen bezit hij ook een hoop werk uit een andere categorie. Edelkitsch houtsnijwerk uit Nederland en Azië bijvoorbeeld dat alleen al om de ambachtelijke waarde ervan bewaard zou moeten worden. Of de minder salonfähige spotprenten die Jan Sluijters tijdens de eerste wereldoorlog maakte voor de Amsterdammer. Ook interessant: een bijzondere politie-technische collectie van occulte en pornografische afbeeldingen. Politie-technisch bleek een dekmantel. De werken waren van één kunstenaar, die vanwege zijn hoge positie bij de politie nooit onder eigen naam zou kunnen exposeren. Rob Scholte is de engelbewaarder van een hoop ondergeschoven kindjes.
Droste
De kunstenaar is onder meer bekend om de wijze waarop hij tornt aan de wetten van het auteursrecht. Kopiëren en herhaling komen in zijn werk veel terug en lijken ook een rol te spelen in de werken die hij verzamelt. Hij toont ons bijvoorbeeld drukplaten zoals ze ook gebruikt zijn voor de illustraties in de Amsterdammer. Door tekeningen rechtstreeks in de drukplaat te krassen, konden de illustraties meteen daarna in een aantal kleurlagen worden afgedrukt. De ingekraste drukplaten werden vervolgens weer gladgeschuurd. Originelen bestaan dus niet, alleen maar kopieën. Dat die drukplaten clichés worden genoemd is voor een woordfeut als ik een klein feestje waard.
Rob vertelt ook over zijn eigen werken waarin de scheidslijn tussen inspiratie en kopie, werken in een traditie en jatwerk steeds dun is. Zo is er het krantenartikel dat vragen stelt bij Scholtes werkwijze. Terechte vragen, zegt Scholte. Door dat krantenartikel met bijhorende illustraties na te schilderen, pleegt hij een soort drietrapsplagiaat. De schrijver, de fotografen, de schilders en hun nabestaanden, zichzelf… Wie heeft eigenlijk welk auteursrecht? En wat gebeurt er als er een foto van dit werk in een krant verschijnt? Ik voel me een blij kind dat een oneindige stroom Matroesjka’s uit mag pakken.
Dan herken ik plotseling de afbeelding van een enorm copyrightteken©. Rechts onderin schilderde Scholte zijn zelfportret. Met dit werk eigende hij zich het auteursrecht toe op het symbool en verschafte zich daarmee een briljant verdedigingsmechanisme op partijen die claimen dat hij hun auteursrecht schendt. Want iedereen die het ©tje voert, pleegt al plagiaat op Rob Scholte. Bam!
Selecteren is een kunst
Ik herken het schilderij niet eens direct als symbool voor auteursrecht, maar vooral als de profielfoto van het @RSmuseum Twitter account. Ik volg het museum nog niet zo lang, maar elke ochtend ontvang ik een flinke lading retweets. Een paar dagen voor de rondleiding vraag ik me af of er een programma achter zit en besluit een soort testje te doen. Ik schrijf:
Lief @RSMuseum, mijn tijdlijn raakt een beetje verstopt. RTen jullie automatisch? Kunst moet ontregelen, maar selecteren is ook een kunst.
De volgende ochtend staat mijn bericht inderdaad tussen de retweets. Ik krijg geen antwoord. Tijdens de rondleiding vraag ik Lijsje daarom wie hun Twitter doet. Een bot? ‘Ja’, lacht ze. ‘Rob robot. Die retweet alles.’ Na alles dat Rob ons vertelt heeft komt het me ineens heel logisch voor allemaal. Zoals gezegd, verstand heb ik er niet van, maar voor mijn gevoel pak ik weer een Matroesjka uit. Deze is nog leuker dan de vorige. Wat mensen ook schrijven, positief of negatief, Rob retweet. Door het te kopiëren en te verspreiden eigent hij het zich toe en is het tegelijkertijd van niemand meer. Als deze blog straks online staat, verspreid ik ‘m via Twitter en CC het @RSMuseum. Ik zou de retweet kunnen retweeten en een eindeloze stroom retweets op gang kunnen brengen. Een klein ontregelend kustwerkje op zich.
Wanneer Rob zijn ‘Droste-schilderijen’ laat zien – Ikeafolder gezin bekijkt zichzelf op de televisie, bekijkt zichzelf op de televisie, bekijkt zichzelf op de televisie – zie ik plotseling de ironie. Het Rob Scholte Museum is zelf de ultieme Matroesjka. Een genegeerd museum van een genegeerde kunstenaar die genegeerde kunst verzamelt. Ik wens het museum een beter lot, maar de strijd die het voert past precies in Scholtes zelfgecreëerde traditie. Toch zou het kunstwerk pas compleet zijn als de gemeente Den Helder – zelf zo miskent en zelden op waarde geschat – het museum voorgoed in haar stadshart zou sluiten.
Posted on January 30, 2016
Plaats een reactie