Theo Knippenberg – Leugens (48): As tears go by

De biecht is een fantastische uitvinding van de katholieke kerk. Het gaf de pastoor een schat aan informatie over de misstappen van zijn parochianen, en daarmee onvoorstelbaar veel persoonlijke macht.
Als kind probeerde ik daar omheen te sjoemelen. Ik durfde niet op te biechten hoe vaak ik gelogen had naar mijn moeder over mijn vaders escapades. Maar ik biechtte alvast een extra leugentje dat ik nog niet gemaakt had. Als de pastoor dan aan het eind vroeg of ik dit al mijn zonden waren, zei ik `ja´. Dat was het leugentje dat ik eerder al had opgebiecht en werd mij nu met al mijn andere zonden vergeven, als ik drie weesgegroetjes en twee onzevaders bad. Veiligheidshalve maakte ik daar dan meestal iets meer van.
Kinderleugens kunnen onschuldig zijn. Mijn vriendinnetje op de kleuterschool mocht van haar moeder niets in haar mond stoppen zonder toestemming. Vooral geen snoepjes. Dus hield zij elk snoepje tussen haar vingertoppen en likte ze op. Zonder ze in haar mond te stoppen.
Kinderleugens kunnen natuurlijk ook grote gevolgen hebben, voor de betrokkenen, meestal hun ouders. Zeker als het om overspel gaat.
Maar leugens van volwassenen, zelfs goedbedoelde leugens. kunnen ook verwoestend zijn voor hun kinderen.
Voordat mijn vader uit ons zicht verdween werden hij, mijn zusje en ik verbannen naar een sanatorium. Ik was acht of net negen jaar, en zou daar genezen van de tuberculose waarmee vader ons besmet had.
“Het sanatorium ligt midden in het bos” zei mijn moeder vooraf, “en er zijn allemaal andere jongens om mee te spelen”. Ze zei er niet bij dat al die jongens dag en nacht in hun bed moesten blijven liggen. En ik ook.
Meteen na mijn aankomst moest ik in een hoog ziekenhuisbed klimmen dat leeg was, zoals het jongetje in het bed ernaast meteen uitlegde, omdat de vorige bewoner eergisteren was doodgegaan. Een nieuw vooruitzicht, je kon hier niet alleen genezen worden van tuberculose, maar er ook aan doodgaan.
Toch leek doodgaan mij niet het ergste. Veel erger vond ik de leugens van mijn moeder, die het sanatorium als een hemel had voorgesteld terwijl het een hel bleek.
Ik heb de eerste weken alleen maar gehuild. Ik kon niet stoppen. Ik dacht toen dat dit kwam omdat ik diep onder de dekens huilde. Daardoor konden de tranen niet weg. Dus die stroomden terug in mij. Daarom bleef ik huilen.
Tegenwoordig huil ik eigenlijk alleen nog om droevige kinderfilms, vanaf Bambi tot de Lion King, waarin alle slechteriken altijd liegen en alle goeden nooit! Hoe anders is de dagelijkse werkelijkheid waarin de slechteriken vaak de pijnlijke waarheid spreken, en de goeden vaak liegen ´voor jouw eigen bestwil´.

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Leugens