Marianne Boissevain – Rob Scholte klaart in vier jaren de klus van de eeuw

Al voor je goed en wel binnen bent laait een vurige oranje-rode gloed je tegemoet. ‘Overweldigend’, vindt een 22-jarige Japanner uit Hiroshima, die met zijn vriendin aan de hand de Oranjezaal van het nagebouwde Huis ten Bosch binnenstapt….

NAGASAKI – Vier jaar heeft Scholte gewerkt aan dit gigantische project, volgens hemzelf het grootste in opdracht vervaardigde Nederlandse kunstwerk van deze eeuw. Opdrachtgever is de Japanner Yoshikuni Kamichika, president van de Nagasaki Holland Village Co., de bouwer van het Hollands dorp in het zuiden van Japan – niet ver van de plaats waar rond 1600 de eerste Nederlanders voet aan wal zetten.In zijn dorp heeft Kamichika bekende en minder bekende Nederlandse gebouwen op ware grootte laten nabouwen in echte Nederlandse baksteen. Vanuit de verte zie je een getrouwe kopie van de Utrechtse Domtoren uitsteken boven de bamboebossen. Er staan een stadspoort van Delft, een kaasmakerij, landhuizen van de Vecht en herenhuizen van de Amsterdamse grachten. Er draaien molens, keurig synchroon – op elektriciteit. En dan is er natuurlijk Huis ten Bosch op ware grootte, inclusief de Oranjezaal die door een Nederlandse kunstenaar moest worden voorzien van taferelen van onze onafhankelijkheidsstrijd, de Tachtigjarige Oorlog.
Rob Scholte, die de oorspronkelijke opdracht tamelijk ruim heeft geïnterpreteerd, heeft de klus van de eeuw niet in zijn eentje geklaard. Zo is de mozaïekvloer, ontworpen als een kompas, vervaardigd door Italiaanse vakmensen. Hugo Kaagman bespoot de reusachtige tuindeuren met een patroon van Delfts-blauwe tegeltjes – Scholte’s antwoord aan zijn opdrachtgever, die eventjes bang was dat de twee Delfts-blauwe tegels in zijn wandschildering de bezoekers teveel aan ordinaire souvenirs zouden doen denken. En Harald Vlugt vervaardigde de ornamenten: de gouden verkeerslichten, die knipperend en wel als kroonluchters zijn opgehangen; de gouden leeuwekoppen die als deurgreep dienen; en de vergulde fietspompen waartussen de fluwelen koorden hangen die in dit geval niet kùnnen zijn bedoeld om het publiek op afstand te houden. Want eenmaal in de Oranjezaal valt aan Scholte’s visie op ‘anti-oorlog en vrede’ (het thema van zijn schildering) niet meer te ontkomen.
‘Waar je staat, het lijkt alsof je erdoor wordt opgeslokt’, zegt een Japanner die twee dagen na de feestelijke opening met vrouw en kind naar de Oranjezaal is gekomen. ‘Doordat het driedimensionaal is, kun je de intensiteit goed voelen.’ Net als andere bezoekers moet hij lang zoeken naar woorden om uit te leggen welke indruk Scholte’s collage van zeventiende- en twintigste-eeuwse zeeslagen, sereen ter hemel varende wasbakken, Amsterdamse grachtenpanden, beursberichten, sneeuwsterren en sterrebeelden op hem maakt. De verkeerslichten aan het plafond zijn niet de enige details die ontregelen. Maar déze Japanner blijkt Après nous le déluge niet voor het eerst te zien. ‘Ik werk voor het elektriciteitsbedrijf dat hier de stroom heeft aangelegd’, zegt uit. ‘In ons personeelsblad stonden af en toe verhalen over dit project, toen ben ik uit nieuwsgierigheid af en toe eens komen kijken.
‘Want Scholte heeft zijn wandschildering niet achter gesloten deuren vervaardigd. Meer dan vier miljoen bezoekers hebben volgens de persdienst van het Japanse Huis ten Bosch de kunstenaars aan het werk gezien. Nu het af is, komt Scholte breed lachend de Oranjezaal binnenrollen om op zìjn beurt naar het publiek te kijken. ‘Ik heb alle Japanse voorpagina’s gehaald met een kleurenfoto’, zegt hij voldaan. ‘Dat zal wel komen doordat het geweld, het terrorisme, op het ogenblik zo leeft in Japan.’ Op elektronische reclameborden in Tokyo zijn nog altijd de portretten te zien van Japanse sekteleden die worden gezocht voor de gifgasaanslag in de metro van Tokyo.
Het kan niet anders of zijn eigen kennismaking met geweld – vorig jaar november verloor hij beide benen bij een bomaanslag in Amsterdam – heeft zijn stempel gedrukt op Scholte’s anti-geweldproject. ‘Daarna is alles geïntensiveerd, je beeld van goed en kwaad is anders geworden’, legt hij uit. ‘Ik heb toen dit bord toegevoegd met de woorden Please, go away – net zo’n bord als Audrey Hepburn in de tuin had – dat is bedoeld voor jullie, journalisten. En ook dat schip daarboven, dat van de wereld af valt, was er anders niet geweest.
‘Bereidwillig werpt hij zich op als gids door de baaierd van beelden. ‘De deur is het punt waar goed en kwaad samenkomen. Een westerling begint bij de deur te lezen naar rechts en komt dan vanaf het dromerige jongetje, dat met zijn modelbootje in het gras ligt, terecht bij vuur en verdoemenis. Een oosterling leest andersom, die komt van het kwaad uiteindelijk bij het goede.
‘Een ordelijk mensbeeld, maar klopt het ook? ‘Ik ben begonnen in het midden, tegenover de deur’, reconstrueert een 23-jarige vrouw uit Fukuoka desgevraagd. ‘Toen heb ik eerst omhooggekeken naar de koepel, vervolgens naar de vloer en toen naar de verschillende details.’ De Nederlandse kunstenaar zou er geen punt van maken. Scholte meent nu eenmaal dat iedereen in zijn kunstwerk weer andere dingen ontdekt en dat de visie van de schilder zelf niet de enige juiste is.
Met het Nagasaki van de tweede atoombom zo dicht in de buurt, kan Scholte’s boodschap trouwens weinig bezoekers ontgaan. ‘Die oorlogstaferelen hier onderaan zijn verschrikkelijk’, zegt een jonge Japanse moeder. ‘Ik hoop dat het vrede blijft.’

De Volkskrant, 4 december 1995, 00:00

http://www.volkskrant.nl/archief/rob-scholte-klaart-in-vier-jaren-de-klus-van-de-eeuw~a408931/