Geert Mak – Geel grijs licht en een explosie

Amsterdam – De spiegel ziet eruit als een gebraden duif. Het glas is weg, en alleen het kleine motortje dat ooit de instelling regelde is nog zichtbaar, gestoofd als een kroket. De zwarte achterkant is weg gedropen. De radio is omgevormd tot een blikje kool. De stoelen zijn roestige geraamtes van ijzer en losse draden. Het linker portier is kaal, en wat rest is zuiver verzinkt staal, als de binnenkant van een oude wasteil. De ruitenwissers steken naar binnen. Het motorblok oogt op het eerste gezicht nog redelijk, de banden verkeren – op de linker achterband na – in prima staat en de achterkant van de BMW is puntgaaf. Maar onder het stuur hangen de verkoolde draden in grote bossen naar beneden, en daaronder gaapt in de bodem het grote zwarte gat waar het het afgelopen weekeinde allemaal om ging.

Of het geblakerde autowrak dat deze weken in Arti et Amicitiae wordt tentoongesteld kunst is, moeten de dames en heren maar uitmaken, maar een monument is het zeker. “Met het opblazen van mij is definitief een eind aan de jaren tachtig gekomen”, zei de kunstenaar Rob Scholte afgelopen vrijdag in een van de interviews waarmee hij afscheid nam, en in alle onbescheidenheid had hij daarin geen ongelijk.

De bom die op 24 november onder zijn auto ontplofte en hem van zijn beide benen beroofde was inderdaad een klap die een beetje kroniekschrijver in deze stad onmiddellijk noteerde. Het zijn immers juist dit soort reële en tegelijk theatrale gebeurtenissen die zich blijvend in het geheugen nestelen omdat ze de grenzen tussen tijdperken markeren: de brand in het Paleis voor Volksvlijt, de waterlanders van burgemeester Gijs van Hall bij Mies Bouwman, de moord op Kerwin Duinmeijer, de afgezette benen van Rob Scholte.

Er is nog altijd niemand voor deze aanslag opgepakt omdat de bewijslast juridisch moeilijk rond valt te maken. Maar zo langzamerhand lijkt het er wel op dat de bom wel degelijk voor Rob Scholte zelf bedoeld was, dat de vermoedelijke dader afkomstig is uit het wereldje van kunst en coke dat de trend zette in de jaren tachtig, dat de motieven iets te maken hebben met jaloezie, succes, en gebroken ambitie, en dat de wortels van dit alles al liggen in de voormalige punk- en kraakbeweging.

NRC, 14 februari 1995

https://www.nrc.nl/nieuws/1995/02/14/geelgrijs-licht-en-een-explosie-7256657-a440268