Vriendelijke brief aan de Burgemeester van Den Helder (4)

Beste Koen,

Je hebt wel een beetje zitten jokken, zeg. Je zei dat die 23 miljoen euro die het kost om de schouwburg uit het centrum weg te verkassen, ‘niet ten koste zou gaan van andere voorzieningen’.
Ik dacht toen dat je ging onthullen dat het een kadootje was van Joop van der Ende (die overigens met zijn producties prima uit de voeten kan zonder zo’n peperdure toneeltoren, zegt ie zelf) maar nee, je presenteerde jouw gemeente gewoon een sigaar uit eigen doos.
Dat geld, voor een deel afkomstig uit de verkoop van aandelen in het oude energiebedrijf, was al ‘gereserveerd’ voor dit doel en ‘stond daarvoor op de bank’, legde je uit.
Slim, dacht ik, en heb het meteen uitgeprobeerd. De belastinginspecteur heb ik laten weten dat ik zijn aanslag voorlopig niet kan betalen. Het kleine beetje geld dat ik heb ‘staat namelijk op de bank’ en is ‘gereserveerd’ voor een ander doel, namelijk mijn vakantie. Uit de reactie van de belastingdienst begreep ik dat die redenering niet klopt.
Als jij de schouwburg gewoon had laten staan waar ze niemand in de weg stond, had jij wel degelijk die miljoenen kunnen uitgeven aan bijvoorbeeld de zorgvoorzieningen in Den Helder. Die zouden wel wat beter kunnen, hoorde ik. Nu je dat geld besteed aan nog meer bakstenen op Willemsoord, gaat dat dus wel degelijk ten koste van andere voorzieningen.
Maar ik wou het over iets anders hebben. Kunst lijkt niet helemaal aan jou besteed. Dus dat die twintig vooraanstaande kunstmuseumdirecteuren uit Nederland, Duitsland en België die jou een Open Brief hebben gestuurd, voor jou wezens van een andere planeet zijn, dat snap ik intussen.
Maar je zei dat je wel eens een boek leest. Ik hoop dat je daarmee literatuur bedoelt en niet de Bouquet reeks. Als dat zo is moet je toch wel enig respect kunnen opbrengen voor de auteurs van die boeken. En als een twintigtal van de meest vooraanstaande schrijvers van die boeken jou een Open Brief stuurt over het belang van het Rob Scholte Museum, dan zou je toch op z’n minst, zeker van iemand met jouw opvoeding, een keurig antwoord verwachten waarin je serieus ingaat op deze zaak die belangrijk is voor mensen aan wie kunst wèl besteed is. En dat zijn er heel veel.

Vriendelijke groet,
Theo Knippenberg