Veronica Egiziano – Invalshoek (2): Kunst en esthetica

Rob Scholte (Amsterdam 1 juni 1958) is in zijn werk een duidelijke post-modernist. Zijn werk is een onmiskenbare uiting van de herwaardering van de figuratie na het modernisme van de eerste helft van de 20ste eeuw. Beeldend verhalen, literaire verwijzingen, het gebruik van ironie en een spel met citaten uit ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur, die ze met elkaar laten botsen, zijn hier kenmerkend.

Rob Scholte studeerde van 1977 tot 1981 aan de Gerrit Rietveld Academie.
Hij maakte onder meer deel uit van het kunstenaarscollectief W139, waar hij met Sandra Derks in 1982 debuteerde met het werk Rom 87, een reeks in vrije stijl geschilderde variaties op een boek kinderkleurplaten. Deze stijl zou hij vervangen door minutieus geschilderde werken die hij begon te exposeren in 1984 in The Living Room. Tot zijn grootste en meest omstreden werk behoort ‘Utopia’ uit de serie ‘How to star’. Van 1991 tot 1995 werkte hij aan een 1200 m2 grote wand- en plafondschildering voor een kopie van Huis Den Bosch in Nagasaki genaamd ‘Après nous le Deluge’.

Originaliteit bestaat voor Scholte niet. Reproducties zijn in zijn kunst het belangrijkste, en zorgen ervoor, dat het kunstwerk een zo groot mogelijk publiek bereikt. Het meest gereproduceerde kunstwerk is daarom ook het belangrijkste, zei hij ooit. Scholte schildert in een precieze, realistische stijl (alsof het al reproducties zijn) bestaande beelden na, uit de media, de reclame, plaatjesboeken.
Scholte is een beeldenmaker. Hij ordent en plaatst beelden – uit de massamedia, uit zijn eigen omvangrijke archief – in een nieuwe context, waarmee hij die beelden van een nieuwe betekenis voorziet. Vaak vindt men in zijn werken tegenstrijdigheden en tegenstellingen, die in hun nieuwe context ‘overwonnen’ worden. De minutieus geschilderde werken van zijn hand worden doorgaans geproduceerd door assistenten en door hem zelf gesigneerd. Daarmee volgt hij een 17e-eeuwse methode van werken.

Volgens hem is alles al een keer gedaan, dus heeft het niet zoveel zin om als kunstenaar nog te proberen nieuwe beelden te verzinnen. Wel bedenkt hij nieuwe ordeningen, brengt hij onverwachte verbanden aan en goochelt hij met betekenissen. Dat is bijvoorbeeld het geval in het schilderij ‘Nachtlicht; waar de grap van het zwarte licht’ aanleiding werd tot een zaak voor advocaten omtrent zijn gebruik van het beeldmerk van Philips.

Zijn werkwijze is illustratief voor het postmodernisme en legt de nadruk op de permanente stroom van ons omringende beelden die ons vormen en kneden. De media zijn voor hem een bron van inspiratie, hij uit kritiek op de manipulatie hiervan en neemt zelf deel aan de media als ‘media persoonlijkheid’.
Zijn werk vertoont echter wel alle kenmerken van hoge kunst. Door de weg, waarlangs het werk bekendheid krijgt (galeries en exposities), de plaats, waar het werk zijn bestemming krijgt (musea en particuliere collecties) en het feit, dat het origineel van de kunstenaar zelf een waarde heeft, die voor de massa niet te bekostigen is om in bezit te krijgen, maakt deze kunst in tegenstelling tot een deel van het bron- en inspiratiemateriaal een elitaire vorm van kunst.

Bronnen:

Boeken

Groot de E., Schampers, K., Reitsma,L., Koenig, R., Scholte, R., (vertaling Koenig. R.), How to Star, Museum Boijmans- van Beuningen, Rotterdam, ISBN: 90-6918-035-9 .
Jeager, T., Massa en elitecultuur, Bureau Studium Generale reeks, Universiteit Utrecht,1994, ISBN 90-393-0771-7

Publicaties beschikbaar via internet

Jaski Art Gallery, auteur onbekend, beschikbaar via http://www.jaski.nl/artists/rob-scholte
[laatst geraadpleegd 1 april 2013]
Kok, A., Scholte, R., Een anker in de werkelijkheid, beschikbaar via http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/bronnenbundels/1991/1991_137.htm [laatst geraadpleegd 1 april 2013]

http://postmodernismemassacultuur.yolasite.com/invalshoek2-rob-scholte.php

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=postmodernisme