Tom Kreling – Vrijmetselarij Amersfoort verzweeg 17 moorden

Een lid van de vrijmetselarij in Amersfoort heeft eind jaren tachtig zeventien moorden bekend. De broederschap besloot daarop collectief te zwijgen over de biecht van de man.

De man vertelde in november 1988 hoe hij in zijn jeugd zeventien mannen had doodgeschoten in Indonesië

De Amersfoortse afdeling van de vrijmetselarij heeft eind jaren tachtig collectief besloten zeventien moorden die een van haar leden bekende, te verzwijgen. Dit blijkt uit interne correspondentie van de vrijmetselarij die in het bezit is van de Volkskrant.

De documenten over de affaire zijn boven tafel gekomen via schrijfster Anne-Gine Goemans, die de afgelopen jaren onderzoek deed naar de affaire. Ze schreef een roman gebaseerd op de kwestie. Het boek met de titel Honolulu King verschijnt dit weekeinde.

Het inmiddels overleden lid was een Indische man die aan zijn broeders van de vrijmetselarij in november 1988 vertelde hoe hij in zijn jeugd zeventien mannen had doodgeschoten in Indonesië. Hij deed dat als wraak voor de dood van zijn moeder, zusje en twee broertjes die door hen waren vermoord. De man vertelde zijn verhaal als zogeheten ‘bouwsteen’, een soort voordracht binnen de vrijmetselarij, waarna besloten wordt of iemand in rang kan opklimmen in de organisatie.

De vraag is of de man die moorden echt heeft gepleegd. Uit onderzoek van Goemans blijkt namelijk dat de familie van de vrijmetselaar helemaal niet is vermoord.

Eeuwenoud genootschap
De orde van de vrijmetselaren is een eeuwenoud genootschap van mannen, waar een sfeer van geheimzinnigheid omheen hangt. Zelf stellen de vrijmetselaren dat het een broederschap is waarvan de leden aan zichzelf werken om een beter mens te worden. Op de website staat dat het broederschap ‘mannen van deze tijd’ een methode biedt om te komen tot ‘persoonlijke zingeving en ethische plaatsbepaling’.

De vrijmetselarij werd in 1717 in Groot-Brittannië opgericht en heeft over de hele wereld afdelingen, zogeheten loges. Ieder land heeft een eigen landelijk bestuur, waar alle loges onder vallen. Nederland telt 147 afdelingen, loges van de Vrijmetselarij. In totaal zijn er rond de 6.000 mannen aangesloten bij dit broederschap. Een bekend lid is Mat Herben, voormalig politicus van de LPF. Leden kunnen binnen de orde opklimmen van leerling, naar gezel tot meester. De leden van de orde hebben met elkaar een eed over volstrekte vertrouwelijkheid. Door die geheimhouding gaan er verhalen dat de invloedrijke leden van de vrijmetselarij onderling allerlei dingen bekokstoven.

Begin jaren tachtig raakte een Italiaanse loge, P2, in opspraak. Van deze loge waren politici, ambtenaren en militairen lid, die met elkaar onder meer plannen maakten hoe de elite Italië moest leiden.

De vrijmetselaars van de Amersfoortse loge Jacob van Campen twijfelden in 1988 niet aan het verhaal van de man, zo staat in de correspondentie. Daaruit blijkt ook dat de afdeling na de biecht vergaderde over de kwestie. De belangrijkste vraag was of door ‘ons als vrijmetselaren kan worden aanvaard dat het recht in eigen hand wordt genomen’. En vervolgens of die persoon lid kon blijven. Twee leden stelden een rapportage aan het bestuur op over de zaak. Daarin staat dat ‘in het algemeen’ niet kan worden aanvaard dat het echt in eigen hand wordt genomen, maar dat het ‘onder bepaalde omstandigheden wel mag’.

Bersiap-periode
Het Indische lid had verteld dat zijn familie was vermoord tijdens de zogeheten Bersiap-periode op Indonesië. Dat was een gewelddadige periode in de jaren 1945-1947, net na de bezetting door de Japanners. Radicale Indonesiërs vielen in dit machtsvacuüm Europeanen en Indo-Europeanen aan. Daar was zijn familie slachtoffer van geworden, vertelde de vrijmetselaar eind jaren tachtig aan zijn broeders. Hij vertelde hoe hij de mannen opspoorde. ‘Ik heb er geen een geliquideerd zonder te vertellen waarom.’ Hij kreeg daarbij hulp van een andere man. ‘Ik heb al die 17 man in de ogen gekeken voordat ik schoot.’

In de rapportage staat vervolgens: ‘ook in ons land zijn in oorlogstijd voorbeelden te over aan te voeren, waar hier recht werd gedaan buiten de daartoe geautoriseerde instanties.’ Het lid werd vervolgens ‘gehandhaafd’ binnen de vrijmetselarij en klom na zijn ‘bouwsteen’ op in de hiërarchie. De twee broeders die rapporteren, schrijven dat ‘er niets in de weg staat om broeder X hoger loon te verlenen’. Ze zijn van mening dat hun broeder ‘niets te verwijten valt’. ‘En zelfs als dat het geval zou zijn, zijn wij van mening, dat het niet aan ons is om te oordelen.’ De broeder steeg vervolgens van leerling, soort aspirant-lid, naar gezel.

De kwestie leidde tot flinke onenigheid in de Amersfoortse loge. Enkele leden stapten op, omdat zij het moreel verwerpelijk vonden de moorden onder pet te houden en de man als lid te accepteren. Desondanks besloot niemand de kwestie aan te kaarten buiten het broederschap.

Reactie vrijmetselarij
Ik sta er van te kijken. Ik ga hier zeker vragen over stellen binnen de loge

Huidig voorzitter in Amersfoort Stephan Berghuis
Huidig voorzitter Stephan Berghuis van de Amersfoortse loge zegt in een reactie de affaire niet te kennen. Hij noemt het een ‘heftig’ en ‘extreem’ verhaal. ‘Ik sta er van te kijken. Maar ik ken de overwegingen van mijn toenmalige broeders niet.’ Hij zegt dat het niet gebruikelijk is binnen de vrijmetselarij om kwesties onder te pet te houden. ‘Als iemand tijdens zijn bouwstuk van zoiets kond doet, kan hij wat mij betreft vertrekken. Ik ga hier zeker vragen over stellen binnen de loge.’

Ook landelijk voorzitter Willem Meijer van de vrijmetselarij kende de affaire niet. Hij zegt nu dat de Amersfoortse loge eind jaren tachtig ‘niet de juiste beslissing’ heeft genomen door het lid te handhaven na zijn biecht over de moorden. Hij zegt dat de beslissing van toen nooit aan het hoofdbestuur is voorgelegd. ‘Dat hebben ze ook niet goed aangepakt.’ Hij benadrukt dat die foute beslissing van toen niets zegt over de cultuur bij de vrijmetselarij.

De Volkskrant, 3 oktober 2015, 02:00

http://www.volkskrant.nl/binnenland/vrijmetselarij-amersfoort-verzweeg-moorden~a4155238/

2 Comments

  1. Orde van Vrijmetselaren 22 december 2015 op 14:01

    Roman over moorden verrast broederschap
    VRIJMETSELAREN KRITISCH OVER VERLEDEN AMERSFOORTSE LOGE

    De Nederlandse Orde van Vrijmetselaren keurt het gedrag van de Amersfoortse Loge Jacob van Campen in 1988 af. In dat jaar vertelde een zojuist toegetreden lid dat hij in 1954 uit eerwraak 17 Indonesiërs zou hebben vermoord. De Loge wijst hem daarna niet de deur, wat volgens het hoofdbestuur van de orde wel had moeten gebeuren. Ook het huidige bestuur van de betrokken vrijmetselaarsloge keurt het besluit van de Loge in 1988 af. Zij is zich bewust dat door de handelswijze van het toenmalige bestuur het blazoen van de Orde van Vrijmetselaren ‘ernstig en nodeloos is geschonden’.

    Van vrijmetselaren wordt verwacht dat zij van goede naam zijn. Het plegen van zulke misdrijven past daar niet bij. In de Volkskrant van 3 oktober staat dat Loge Jacob van Campen in 1988 de bekentenis verzwijgt. De zaak komt recent aan het licht door de publicatie van de roman ‘Honolulu King’ van Anne Gine Goemans, die gebruik maakt van wat er in 1988 in de Loge gebeurt en zich baseert op stukken uit die tijd.

    Grootmeester Willem Meijer van de Orde: “Was het verstandig van de loge om hem als lid te handhaven. Kan een man die ‘eigenrichting’ toepast (in koelen bloede mensen ombrengt als door hem zelf bepaalde straf voor door hen begane misdaden) worden toegelaten tot de vrijmetselarij, dan wel lid blijven als zijn gedrag uitkomt? Het antwoord is: nee! Het feit dat uit niets blijkt dat hij zoveel jaren later gekweld werd door wroeging over zijn ‘eigenrichting’ maakt de zaak nog erger.” Ook is de orde kritisch over het feit dat dit probleem niet is gemeld aan het hoofdbestuur van de orde en om advies is gevraagd.

    Loge Jacob van Campen erkent ruiterlijk en publiekelijk dat er 27 jaar geleden in Amersfoort fouten zijn gemaakt. Ieder relativeren van het vermeende gebeurde in Indonesië en van de behandeling daarvan is onjuist vinden zowel Orde alsook Loge. Grootmeester Meijer: “De Vrijmetselarij is immers een genootschap waarbinnen men streeft naar geestelijke verdieping. Het heeft als doel de mens zichzelf te doen kennen en om hem of haar te bewegen zich voor een betere samenleving in te zetten. Daar past het (vermeende) recht in eigen hand nemen niet bij en ook niet het verzwijgen daarvan.” De Orde, de Loges en de leden ervan kunnen zich niet beroepen op enig wettelijk verschoningsrecht of wettelijk vastgelegde zwijgplicht bij dit soort zaken.

    Naast de circa 150 loges voor mannen, die in de Orde verenigd zijn, kent Nederland ook nog een 20-tal gemengde loges en circa 20 vrouwenloges. Zij tellen gezamenlijk ongeveer 6000 leden.

  2. Orde van Vrijmetselaren 22 december 2015 op 14:03

    Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen, Amersfoort

    PERSVERKLARING

    In 1988 kon een lid van Loge Jacob van Campen aanblijven, die vertelde zeventien moorden te hebben gepleegd in het Indonesië van 1954. Het bestuur van Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen betreurt de in het verleden door haar bestuur genomen beslissingen ten zeerste en neemt daarvan nadrukkelijk afstand. De loge zal al het mogelijke ondernemen om het vertrouwen in loge en Orde dat hier mogelijk is geschonden zo snel en zo goed mogelijk te herstellen.

    Op 3 oktober plaatste de Volkskrant een artikel over de vermeende moorden. De zelfverklaarde dader werd in 1987 toegelaten tot de Orde van Vrijmetselaren en werd lid van Loge Jacob van Campen in Amersfoort. Het artikel ging over het verschijnen van de roman Honolulu King’, van Anne Gine Goemans, dat op deze gebeurtenissen in een fictief verhaal teruggrijpt.

    De vrijmetselaar in kwestie heeft – een jaar na zijn toetreding tot de loge – in een persoonlijke voordracht uitgebreid melding gedaan van door hem rond 1954 uitgevoerde ‘liquidaties’ van leden van een groep ‘rampokkers’ (al dan niet mede politiek gemotiveerde leden van plunderende benden), Zij zouden in 1949 – het laatste jaar van de Nederlandse militaire macht in Indonesië – zijn directe familie hebben vermoord. Bij zijn aanmelding voor het lidmaatschap van loge en Orde heeft hij hierover niets verteld of over de achtergrond ervan.

    Naar aanleiding van de voordracht en de bekentenis is binnen de loge een onderzoekscommissie ingesteld, die aan het toenmalig logebestuur rapport heeft uitgebracht. In die rapportage werd het verhaal niet betwijfeld. Toch kwamen de rapporteurs, en in navolging daarvan het bestuur van de loge, tot de conclusie dat deze man niets te verwijten viel, dat hij lid kon blijven van Loge en Orde en kon worden bevorderd van ‘Leerling-vrijmetselaar’ tot ‘Gezel-vrijmetselaar’.

    Het huidige bestuur van Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen kan, anno 2015, niet anders concluderen dan dat dit onbegrijpelijke en onterechte gevolgtrekkingen zijn geweest en stelt het volgende vast:
    1 Binnen de Orde van Vrijmetselaren is geen plaats voor iemand die zichzelf het recht toekent om over het leven van anderen te beschikken. Ook niet wanneer die zich in zijn ogen misdadig hebben gedragen. Dat geldt te meer wanneer zo’n liquidatie-uit-wraak plaatsvindt in vredestijd, zelfs als het rechtssysteem in het desbetreffende land onvoldoende kan worden vertrouwd.
    2 Kandidaten voor het lidmaatschap van Loge en Orde worden getoetst en ondervraagd op een eerlijke en smetteloze levenswandel. Als na de inwijding van een kandidaat feiten bekend worden die zo’n kwalificatie achteraf uiterst dubieus maken en die, indien toen bekend, toetreding van de kandidaat hadden kunnen belemmeren, moet de betrokken loge zich afvragen of het lidmaatschap kan worden gecontinueerd. Het bestuur van de loge vindt dat de betrokken vrijmetselaar geen lid had mogen blijven.
    3 Het bestuur van Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen is in gebreke gebleven door het hoofdbestuur van de Orde, c.q. de grootmeester van de Orde over deze kwestie niet te informeren/consulteren. Hierdoor kon het hoofdbestuur van de Orde in deze kwestie niet ingrijpen of de beslissingen van de loge corrigeren.
    4 Het bestuur van Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen is zich bewust dat door de handelswijze van het toenmalige bestuur van de loge het blazoen van de Orde van Vrijmetselaren ernstig en nodeloos is geschonden.
    Het bestuur van Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen benadrukt dat de Orde van haar leden verlangt dat zij de wetten van het land eerbiedigen. Van toetredende leden wordt dan ook verwacht dat zij zorgvuldig met die wetten omgaan en dat redelijkerwijze ook in het verleden hebben gedaan. De Orde, of leden van Orde of Loges, kunnen zich niet beroepen op enig wettelijk verschoningsrecht of wettelijk vastgelegde zwijgplicht.

    De vertrouwelijkheid waartoe de vrijmetselaar zich bij zijn toetreden tot verplicht, behelst niet meer dan het scheppen van een vertrouwelijke atmosfeer waarin vrijmetselaren in openheid met elkaar van gedachten kunnen wisselen zonder daarbij elkaars privacy te schenden. Deze vertrouwelijkheid dient niet meer dan als ondersteuning van ‘het streven naar de ontwikkeling van al die eigenschappen van geest en gemoed die de mens en de mensheid kunnen opvoeren naar hoger geestelijk en zedelijk peil’. Vrijmetselaren bedrijven in de loge geen politiek en geen religie, ze doen er geen zaken. De vertrouwelijkheid van de Vrijmetselarij dient dan ook nooit om zaken af te dekken die het daglicht niet kunnen verdragen of die in strijd zijn met de wetten van een land.

    Het bestuur van Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen betreurt daarom de hierboven beschreven gang van zaken ten zeerste en neemt nadrukkelijk afstand van de beslissingen die indertijd in deze kwestie zijn genomen. De loge zal al het mogelijke ondernemen om het vertrouwen in loge en Orde dat hier mogelijk is geschonden zo snel en zo goed mogelijk te herstellen.

Reacties zijn afgesloten bij dit onderwerp.