Theo Knippenberg – WAAR BEN IK? (4): In het Kremlin

Samen met mijn vriendin Suzan (‘Sorry Susan’) en mijn oude hippie vriend George Wald sta ik hier (in een tweedehands licht Armani pak) in het Kremlin. Die man rechts van George is sindsdien ook mijn vriend. Wie dit niet gelooft leze zijn boek Perestroika. Daarin besteed hij anderhalve pagina aan ons bezoek. En ik kom nog wel terug op mijn andere bezoeken aan hem, en de zijne aan mij.

Een paar dagen na het vredescongres in Maastricht kwam de Russische ambassadeur langs met een uitnodiging.
De nieuwbenoemde secretaris-generaal van de communistische partij in de USSR, Mikhail Gorbachev, wilde mij graag spreken en of ik Jan Tinbergen wilde meebrengen. Gorbachev, zelf een landbouweconoom, bleek een bewonderaar van onze Nederlandse Nobelprijswinnaar.
Maar Jan zag het niet zitten, zo’n reis, het gedoe, op zijn leeftijd. Dus stelde ik voor dat George Wald mee zou gaan, een Amerikaanse Nobelprijswinnaar medicijnen, ook bijna tachtig, een ouwe hippie met lang haar en een peace teken rond zijn nek. George wilde wel mee naar het Kremlin, het hart van het ‘Empire of Evil’, zoals president Reagan dat in die tijd noemde.

Ons gesprek met Gorbachev was ingepland voor twintig minuten, maar het liep uit tot meer dan tweeënhalf uur. Het was een week voor de eerste ontmoeting (in Geneve) tussen Gorbachev en Ronald Reagan. En we merkten al snel dat Gorbachev zich op die ontmoeting voorbereidde met ons als sparring partners.
Er waren momenten, zeker aan het begin, dat ik ons levenslang in Siberië zag eindigen, maar George was onbevreesd.
Dus spraken we vrijmoedig over ontwapening en de slechte behandeling van dissidenten als Andrej Sacharov en Yuri Orlov (die drie dagen later werd vrijgelaten zoals Gorbachev in het gesprek beloofde). We hadden moeite elkaar uit te laten praten, Gorbachev interrumpeerde direct als hij het met iets oneens was, dus dat deden wij dan ook maar.
De volgende dag waren we de voorpagina van de Pravda en verschenen in de meeste media wereldwijd.
Daar stonden we dan.
Suzan, het lange blonde haar opgestoken, in een prachtig zwart-wit pak met een enorme geblokte shawl over haar gevulde schouders.
George, een bejaarde hippie met nog enkele lange witte haren, die er uit zag als de laatste overlevende uit de flower power tijd.
Mikhail, de laatste leider van de Sowiet Unie die weldra de eerste President van Rusland zou worden, en Nobelprijswinnaar voor de Vrede.
Zijn entourage.
En ik. Als enige zonder glimlach naar de wereld. Eerder zo’n blik van ‘klus geklaard’. Waar ben ik morgen?

(Foto Alexander Munninghof)

1 Comment

  1. heleen van der leest 1 maart 2015 op 17:49

    Jij komt nogeens ergens!

Reacties zijn afgesloten bij dit onderwerp.