Theo Knippenberg – WAAR BEN IK? (2) – Niet bij de tandarts

Zo’n dag dat je echt denkt “Waar ben ik in Godsnaam?”.
Hier zit ik in Maastricht een congres voor te zitten van een dertigtal Nobelprijswinnaars. De spreker op de foto is volgens mij Hannes Alfvén (Natuurkunde 1970).
Na negen jaar Londen was ik teruggekomen naar Amsterdam. Opnieuw berooid, the story of my life. Bovendien brak ik mijn heup bij een val van een barkruk in een kroeg op het Rembrandtplein maar werd godzijdank opgeraapt en verzorgd door een dame waar ik later op terugkom. Intussen had ik nog steeds geen vak geleerd dus begon ik maar weer een uitgeverij: “KAOS, krant voor nieuwe wetenschap”, over alles wat onze planeet en bevolking in die tijd bedreigde.
Het was hartje koude oorlog, dus ik organiseerde een Vredescongres (Peace – the best Environment) met Nobelprijswinnaars uit de hele wereld, met name uit de Sowiet Unie en Amerika. Dat kon ik doen omdat ze allemaal bereid en in staat waren hun eigen reiskosten te betalen. En wie echt niet kon komen deed per satelliet mee (met dank aan de Duitse tv). Dat was nog heel spectaculair in die tijd.
Samen maakten we een stappenplan om het risico van een nucleaire oorlog te verkleinen. Het is een heel mooi plan geworden. Of het gewerkt heeft weet ik niet. Het kan ook toeval zijn dat die oorlog nooit is uitgebroken. Of waarschijnlijker, pure mazzel.
Maar ik stuitte op deze foto om een heel andere reden. Ik had in die tijd een nogal slecht gebit. En uitgerekend de avond voor de opening van het Congres kreeg ik een enorme ontsteking aan mijn voortand, midden boven. Mijn sanerende tandarts in Amsterdam zei aan de telefoon dat die tand sowieso niet te redden was, en dat hij een veel mooiere voor mij in petto had. “Haal hem er maar gauw uit” was zijn advies. “En dan veel spoelen met de waterstofperoxide van je blonde vriendin, dan is die ontsteking morgen weg”.
Een vriendin van mijn vriendin, een verpleegster, heeft toen in het hotel een waterpomptang geleend en de klus geklaard.
Het resultaat was wel een gapend groot gat in mijn gebit. En er waren televisiecamera’s uit de hele wereld.
Dus ik heb het hele congres, drie dagen lang, voorgezeten met mijn hand voor mijn mond.

PS
Dat lichte pak is een tweedehands Armani die mijn vriendin voor mij had gevonden. Ik had niks anders.