Theo Knippenberg – WAAR BEN IK? (11): Op een persconferentie

Terug van ons uitstapje naar Moskou stond de hele West-Europese pers op ons te wachten. Schiphol blijkt daar speciale ruimtes voor te hebben.
Intussen had ik Suzan een echte Russische bontmuts en stola gekocht (Ja! Zou ik nu ook niet meer doen. Was waarschijnlijk zelfs ijsbeer. Misschien zelfs baby ijsbeer! Okay! Sorry! Ik zalhet nooit meer doen. Maar het stond haar zo leuk! En die flamboyante geblokte shawl waarmee alle journaals en dagbladen in alle Oost Europese staten twee dagen eerder openden, was uit onze suite gestolen. Ook begrijpelijk. En je moet je vriendin toch warm houden in de Russische winter).
Enfin, Suzan was geweldig. De schat, die mij een jaar eerder ‘down and out’ had opgeraapt nadat ik mijn heup had gebroken, en mee naar huis genomen, en opgelapt, stond de hele wereldpers te woord, sprak veel beter Frans dan ik, was bereid naar Ivo Niehe en Brandpunt enz. te gaan (ik haat de voorkant van camera’s, wil er alleen achter staan) om ons verhaal te vertellen.
Wat zij en ik toen niet vertelden is toch ook wel leuk.
Het hotel waarin we waren ondergebracht in Moskou was splinternieuw, extreem luxueus, en tot de rand gevuld met prostituees die mij onophoudelijk aanspraken.
Toen ik hierover een opmerking maakte naar Gorbachev ontkende hij dat. Later realiseerde ik me dat hij natuurlijk gelijk had. Dat waren geen gewone prostituees, dat waren allemaal dames in dienst van de Russische geheime dienst, de KGB. Anders kom je zo’n hotel niet eens in.
In onze enorme hotelsuite (die wij nog met z’n tweetjes moesten delen, George Wald had er net zo een voor zich alleen, hij vroeg meteen om rolschaatsen) hingen verder erg veel spiegels.
En Suzan weigerde om te vrijen, of om zelfs maar een blouse te ontknopen, tot ik alle spiegels in de hele suite dubbel afgedekt had met badhanddoeken en extra lakens. Ze was ervan overtuigd dat achter elke spiegel niet eens een gewone camera was verstopt maar een complete filmstudio.
En ik dacht aan die vergunning om in de spiegel te kijken, waar ik de vorige keer over schreef. En ik vroeg me af of er toen een aparte vergunning nodig was om niet in – maar dwars door – de spiegel te kijken.