Theo Knippenberg – Open Brief op komst

Lieve lezer, stel je eens voor: Je bent jouw benen kwijt door een bomaanslag. Niet door IS of Boko Haram maar gewoon in jouw eigen straat. De dader is nooit gepakt. Die loopt nog steeds vrij rond, staat misschien nu voor jouw voordeur.
En stel je voor: je vecht desondanks door met jouw leven maar je wordt nu kapot gemaakt door een gemeente. Terwijl je alleen maar probeert die gemeente iets te geven wat ze al jaren ontbeert, wat moderne kunst en cultuur.
Je doet dit volledig met jouw eigen geld, en met je eigen kunstcollectie (met werk van vrijwel alle belangrijke levende kunstenaars).
Je neemt genoegen met een al jaren leegstaand en vervallen postkantoor en je vraagt er niets voor terug. Géén subsidie, géén bonus, hooguit hoop je op iets van “goh, dankjewel!”

Intussen heeft Rob Scholte zijn hele leven nog nooit ook maar een vlieg kwaad gedaan. Ik ken Rob al een mensenleven lang en heb hem nog nóóit agressief gezien. Hij is ook veel te bezig met kunst maken en kunst laten zien. Maar toch is er dan ineens zo’n overlollige cartoonist in de plaatselijke krant die juist hèm neerzet als een idioot die wild om zich heen slaat vanuit zijn rolstoel. En zo’n vals beeld blijft hangen. Dat maakt het zo intens gemeen!
Want al die agressie, van die bom, van die wethouders, van die cartoonist, is namelijk altijd tégen de Rob Scholtes gekeerd.
Waarom roept juist vreedzame kunst zoveel agressie op???

De feiten: Op 9 december 2014 heeft wethouder Pieter Kos van Den Helder een schriftelijke overeenkomst gesloten met Rob Scholte en zijn Museum. Deze expliciet ‘namens het College van B & W’ gesloten overeenkomst, ook ondertekend door getuigen, waaronder zelfs een raadslid, ligt hier voor me. In deze overeenkomst geeft het College het Rob Scholte Museum specifiek toestemming om uit te breiden. In ruimtes waarvan de huur al per 1 januari jl. aan de vorige gebruikers was opgezegd, en die intussen grotendeels leegstonden.
Voor Rob betekende dit een uitbreiding van 850 m2 tentoonstellingsruimte naar grofweg 2800 m2. De vervulling van een droom, die Rob meteen is gaan uitvoeren. Een gigantische klus. Grote objecten, waar nu eindelijk plaats voor was, zijn er heen getransporteerd en opgebouwd. Bijna 2 strekkende kilometer bibliotheekstellingen heeft Rob intussen aangeschaft. En een miljoen kunst-ansichtkaarten om via de museumwinkel het museum mee te financieren. En om te helpen de grote werkeloosheid in Den Helder wat te bestrijden, ook maar meteen een complete lijstenmakerij. En drie etspersen en een kartonsnijmachine. Er was ruimte voor, en expertise!

Daarna begint de nachtmerrie. Begin maart 2015 blijkt wethouder Kos de gemeenteraad nooit ingelicht te hebben over deze schriftelijke toestemming tot uitbreiding. Eigenhandig heeft hij deze getekende overeenkomst weggelaten uit zijn rapportages naar de gemeenteraad. Een politieke doodzonde. Ministers stappen op voor véél minder. Maar ministers worden niet afgedekt in de achterkamertjes van een stadspartij.
Tegelijk heeft de gemeente de opzegging van de huur aan de vorige huurders van deze (al leegstaande) ruimtes schriftelijk teruggedraaid, zonder Rob daarvan op de hoogte te stellen. Wel heeft Kos zich, nà deze stiekeme terugdraaiing, nog door Rob laten rondleiden door deze ruimtes waarin met man en macht gewerkt werd. En zelfs complimenten gemaakt over de bereikte transformatie van kelderopslag naar prachtige museumruimte. Wetend dat Rob dit alles investeerde in ruimtes die hem intussen achter zijn rug om al weer ontnomen waren. 
En, om nog zekerder te stellen dat het Rob Scholte Museum finaal kapot gemaakt werd, is de verbinding van deze ongelooflijk kostbare uitbreiding naar de rest van het Museum geblokkeerd. Zodat het Rob Scholte Museum definitief kapot gaat.
Waarom in hemelsnaam? Ja, ik ken de geruchten dat voor dit vervallen postkantoor, ondanks een expliciete uitspraak daartegen van de Raad van State, al contracten getekend zijn voor een “nieuwbouw Stadhuis”. En ja, ik weet ook, dan gaat het vast om heel veel (smeer?)geld. 
Maar ik weet ook dat de bezoekers van buiten Den Helder aan het Rob Scholte Museum veel meer kunnen betekenen voor de nu half leegstaande binnenstad van Den Helder dan een protserig en duur Stadhuis op die plek. Misschien niet voor wethouders, burgemeester en projectontwikkelaars, maar wel voor winkeliers, en daarmee voor de economie van de stad, en daarmee voor alle inwoners.

‘Exit Scholte’ grapte wethouder Kos per SMS nog vóór de laatste gemeenteraadsvergadering, op 9 maart. Zijn bedoeling was daarmee duidelijk. En dat leek na vier achterkamertjes-schorsingen ook bereikt. Ik heb die vergadering vanuit huis bijgewoond. Dankzij internet. Ik was volledig verbijsterd over al het gekonkelefoes. Een burgemeester die het glimlachend blijkbaar heel normaal vindt dat zijn wethouders belangrijke informatie achterhouden voor de gemeenteraad. Een wethouder die daarna op de social media ‘grapjes’ maakt over de schoenen die hijzelf aanheeft en Rob Scholte dus duidelijk niet. Een medewethouder die daar gretig op ingaat. Hahaha!

Ronduit schandalig! Elke overheidsbestuurder in een beschaafd land volledig onwaardig.
We hebben het verdomme over een van de belangrijkste levende Nederlandse kunstenaars. Een man die in alle lijstjes van belangrijkste Europese kunstenaars van de afgelopen vijftig jaar voorkomt, na Picasso en nog zo wat.
Een man die bovendien gewoon een mens is, een goede echtgenoot, een lieve vader. Een man die, in tegenstelling blijkbaar tot de wethouders de stad Den Helder wat wil géven, in plaats van zo makkelijk mogelijk zoveel mogelijk te rápen.
Ja, ik weet dat de gemeente Den Helder zo ongeveer recordhouder is in West Europa in juridische conflicten met burgers, en onvoorstelbaar veel dwangsommen oplegt. Ja, ik ken de verhalen over de Helderse doofpotcultuur. Over het maffiose ‘Palermo aan het Marsdiep’, en de ‘Rancune aan zee…’.
Maar vandaag wil ik het alleen hebben over deze kunstmoordaanslag van het College van Burgemeester en Wethouders van Den Helder op het Rob Scholte Museum. 
En ik sta niet alleen. Veel belangrijke kunstuitoefenaars, beeldende kunstenaars, schrijvers, acteurs en museumdirecteuren, in Nederland, en in de omringende landen, zijn intussen net zo verontwaardigd als ik.

Hun Open Brief, aan het College van B & W van Den Helder, met afschrift aan de Commissaris der Koning, de Minister van OCW, en de Tweede Kamer, komt er aan.