Theo Knippenberg – Leugens (62): A kiss is but a kiss

Liegen doe je ook naar jezelf. In de lachspiegel die jij jezelf voorhoudt kun je iemand zien die dikker is dan jij, of dunner. Groter of kleiner. Aantrekkelijker of lelijker. En zien is geloven!
Een paar jeugdjaren lang was ik er van overtuigd dat alle meisjes voor mij ´te hoog gegrepen waren´. De blik van die twee meisjes op het terras van de uitspanning, onderweg naar huis uit het sanatorium, was in mijn hart gebrand.
Zelfs Marina, mijn buurmeisje en beste vriend voor ik ziek werd, noemde me een vet varken toen ik weer thuis was.
Een paar jaar later, ik was pakweg veertien en waarschijnlijk mijn vetlaag al weer kwijt, kwam een nichtje van Marina bij haar logeren in de zomervakantie. Ze heette Helma, was even oud als Marina en ik, en even verlegen als ik toen we werden voorgesteld.
Maar de manier waarop zij naar mij keek was een nieuwe ervaring. Geen spoor van afkeer! Zij vond mij blijkbaar net zo leuk als ik haar, en we zagen elkaar vaak die zomer.
We maakten lange wandelingen door de bossen en velden rond het dorp, plukten bloemen in de korenvelden, zaten uren in het hoge gras van het veld tegenover ons huis, pratend, ik heb geen idee meer waarover, alleen herinner ik me nog hoe fijn het was dat Helma altijd lachte als ik haar aan het lachen wilde maken. En hoe verrast ik was dat Marina meelachte en nu met hele andere ogen naar mij keek.
Als het regende luisterden we op mijn kamer op de radio die ik zelf gebouwd had naar een nieuwe piratenzender, Radio Veronica. De zomer met Helma was de zomer dat ik Rock-&-Roll ontdekte. The Everly Brothers, Fats Domino en Elvis Presley openden een nieuwe wereld. Maar voor Helma en mij was het vooral de zomer van Edith Piaf´s hartverscheurende ´Non Je Ne Regrette Rien´, dat Helma binnen een paar dagen perfect mee kon zingen, al verstonden we allebei geen woord van het Frans. Ik denk nog steeds aan haar als ik dat lied hoor.
Thuis begon mijn zusje mij te plagen met Helma, wat me verwarde en boos maakte. Mijn oudere broer informeerde of we al gekust hadden. Daar had ik nog niet aan gedacht, maar het zaadje was daarmee geplant.
Ik weet zeker dat Helma onze eerste kus ook nooit heeft vergeten. We waren in de schuur achter Marina´s huis om de konijntjes te aaien die een paar dagen eerder waren geboren. Marina had ons alleen gelaten, zoals ze steeds vaker deed, misschien omdat ze zich sowieso buitengesloten voelde, maar het kan ook zijn dat de meisjes dit onderling afgesproken hadden.
We trilden allebei, niet van verlangen maar van pure zenuwen, want we zagen het natuurlijk allebei aankomen maar hadden geen enkel benul hoe we dit aan moesten pakken.
De kus was een van de mijlpalen in mijn leven. In geen enkele tophonderd van kussen zou je deze ooit terug kunnen vinden, maar voor mij was het een glorieuze symfonie. Toen ik dit jaren later aan Dyl vertelde zei hij: “Die kus verdreef de duivel uit jou”.
De resterende week van die zomervakantie was Helma mijn allereerste vriendinnetje en ik haar allereerste vriendje. We oefenden nog een paar keer in kussen en Helma liet me zelfs een keer haar borstjes aanraken onder haar bloes.
Na de vakantie schreven we elkaar brieven, met tussenpozen die net zo hard groeiden als mijn zelfvertrouwen, of beter gezegd, overmoed. Alhoewel; op een reünie van mijn middelbare school sprak ik een vrouw die vroeger als meisje een klas onder mij zat. Ze vertelde blozend hoe ze in die tijd tegen mij opzag en verliefd op mij was, vijftig jaar geleden. Ik was verbijsterd. Ik herinnerde me haar als een van de leukste meisjes van de school. Maar ik durfde er zelfs niet van te dromen haar echt te benaderen, want ik was er totaal van overtuigd dat zij voor mij ´veel te hoog gegrepen´ was.

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Leugens